Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Belegering van Argos

[77] Zodra dit bericht de inwoners van Argos bereikte, trokken zij op naar de kust om assistentie te verlenen en toen zij vlakbij Tiryns waren gekomen, kozen zij, op een plek die de naam ‘Sepeia’ draagt, positie tegenover de Lakedaimoniërs, zonder veel ruimte tussen de linies over te laten. Daar waren de inwoners van Argos niet bang voor een eerlijk gevecht; in tactische manoeuvres hadden zij geen zin.

Het was trouwens deze gebeurtenis, waarop de orakelspreuk sloeg die de Pythia gemeenschappelijk gaf aan zowel hen als de Milesiërs. Deze luidde:

‘Maar wanneer de vrouw de man heeft overwonnen en
verdreven en roem vergaart onder de inwoners van Argos,
dan zal zij vele vrouwen uit Argos opengereten wangen bezorgen.
Daarom zal ooit ook iemand uit latere generaties zeggen:
een vreselijke slang is zonder te kronkelen omgekomen, gedood door een speer.’

De orakelspreuk van de Pythia in boek 6, hfdst. 77.

Door de samenloop van al deze omstandigheden werden de inwoners van Argos bang en besloten daarom de heraut van de vijanden in de gaten te houden. Dat besluit deed hen als volgt handelen: telkens wanneer de heraut van de Spartanen de Lakedaimoniërs een instructie gaf, deden de inwoners van Argos hetzelfde.

[78] Kleomenes ontdekte dat zij alles deden wat hun eigen heraut instrueerde, en lichtte z’n troepen in om, wanneer de heraut aangaf om te gaan ontbijten, de wapens op te nemen en op de inwoners van Argos af te gaan. Dit plan werd dan ook door de Lakedaimoniërs uitgevoerd: zij vielen de inwoners van Argos aan, toen ze op de instructie van de heraut gingen ontbijten, en hebben velen van hen gedood.[1] Veel meer van hen werden, toen zij zich in het heilig woud van Argos[2] hadden teruggetrokken, omsingeld en onder schot gehouden.

[79] Daarna deed Kleomenes ongeveer het volgende. Er waren mensen naar hem overgelopen, van wie hij informatie kreeg. Hij stuurde een heraut en liet de inwoners van Argos die in de tempel waren opgesloten, naar buiten roepen door ze bij hun naam te noemen. Hij lokte ze naar buiten met de mededeling dat hij losgeld voor hen had gekregen. (Het losgeld bij de Peloponnesiërs was een vast bedrag van twee mnai[3] voor het loskopen van een krijgsgevangene.) Op deze wijze liet Kleomenes ongeveer 50 inwoners van Argos doden door ze één voor één naar buiten te roepen.

Op een of andere wijze hadden de anderen op het heilige terrein geen notie van de gebeurtenissen. Het heilig woud was dichtbegroeid en wie daarbinnen zat, zag niet wat de mensen buiten deden, totdat iemand van hen in een boom klom en vandaaruit ontdekte wat er gebeurde. Daarom kwamen zij niet meer naar buiten, wanneer er om hen werd geroepen.

[80] Daarop beval Kleomenes al z’n heloten om om het woud hout op te stapelen en liet, toen zij dat hadden gedaan, die in brand steken.[4] Toen de brand er al goed in zat, vroeg hij een van de overlopers aan welke god het woud was gewijd. ‘De god Argos’, zei deze. Toen hij dat had gehoord, sloeg hij luid aan het jammeren en zei: ‘Ach, Apollo de voorspeller, je hebt mij werkelijk flink om de tuin geleid, toen je zei dat ik Argos zou innemen; ik vermoed dat het orakel voor mij is uitgekomen.’


[1] In boek 7, hfdst. 148, wordt het ongelooflijk hoge aantal van 6000 doden genoemd.

[2] De naam van een door de burgers van Argos vereerde halfgod.

[3] De mna (Gr. μνᾶ) stond na de munthervorming van Solon gelijk aan 100 drachmen (althans in Athene); als we bedenken dat een drachme in Athene in de vijfde eeuw vóór Christus een dagloon waard was, stond het leven van een Spartaanse krijgsgevangene gelijk aan € 11606,-, berekend op basis van het bruto maandelijks minimumloon van € 1934,40 anno 2023 (i.e. 1934,40 x 3 x 2).

[4] Kleomenes wilde in formele zin niet beschuldigd worden van heiligschennis en liet door anderen het woud indirect in brand steken.