Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Chaos bij de Perzen

[90] In die chaos gebeurde ook het volgende. Een aantal Foeniciërs van wie de schepen verloren waren gegaan, ging naar de Perzische koning en gaf de Ioniërs de schuld: het kwam door hen dat hun schepen waren vergaan, want zij hadden verraad gepleegd. Nu liep dit zo af dat niet de legeraanvoerders van de Ioniërs gedood werden, maar de Foeniciërs, die hen de schuld gaven, ongeveer als volgt hun straf kregen.

Schepen tot zinken gebracht

Terwijl zij nog bezig waren hun beschuldigingen uit te spreken, viel een schip uit Samothrake een Attisch schip aan.[1] Dit zonk en een Aiginetisch schip dat te hulp kwam, bracht het schip van de Samothrakiërs tot zinken. Omdat de Samothrakiërs speerwerpers waren, schoten zij op de bemanning van het schip dat hen tot zinken had gebracht, joegen die ervan af, klommen aan boord daarvan en veroverden het.

Die gebeurtenis betekende de redding voor de Ioniërs: Xerxes had hen een geweldige actie zien verrichten en concentreerde zich op de Foeniciërs, want hij liet, meer dan getergd als hij was en bereid wie dan ook de schuld te geven, hun hoofden afhakken. Zo zorgde hij ervoor dat wie zelf slecht was, de ander, die beter was, niet kon beschuldigen.

Xerxes kijkt toe

Vanuit zijn zetel aan de voet van de berg tegenover Salamis, Aigaleos geheten, vroeg Xerxes telkens, wanneer hij een van zijn mensen een bijzondere prestatie in het zeegevecht had zien leveren, wie dat was, en liet zijn ambtenaren[2] de naam van de kapitein en die van zijn vader en zijn stad noteren.[3] Verder had je nog Ariaramnes,[4] een Pers en sympathisant van de Ioniërs, die bijdroeg aan het vreselijke lot van de Foeniciërs.[5]

Aigineten

[91] Zij rekenden dus af met de Foeniciërs. Toen de Perzen op de vlucht sloegen en wilden wegvaren naar Faleron, lagen de Aigineten in de zeestraat op de loer en lieten acties zien die het vermelden waard zijn. De Atheners maakten in de chaos de schepen die weerstand boden of op de vlucht waren onklaar, de Aigineten de schepen die uit de zee-engte voeren. Telkens als er enkele aan de Atheners waren ontglipt, kwamen zij regelrecht in handen van de Aigineten.

Pytheas gered

[92] Op dat moment kwam het schip van Themistokles, dat achter een ander schip aanzat, met dat van de Aigineet Polykritos, zoon van Krios,[6] in botsing, toen het een Sidonisch schip aanviel. Dit schip had het Aiginetisch schip veroverd dat bij Skiathos op de uitkijk stond,[7] en had Pytheas, zoon van Ischenoös, aan boord die de Perzen, hoewel hij onder de wonden zat, aan boord hielden uit diepe bewondering voor zijn moedig optreden.[8] Het Sidonische schip waarop hij werd meegevoerd, werd met bemanning en al veroverd en zo kon het gebeuren dat Pytheas onder die omstandigheden op Aigina veilig terugkeerde.

Sneer naar Themistokles

Toen Polykritos het Attische schip in zicht had gekregen, herkende hij met één oogopslag het embleem van het admiraalsschip en gaf voor allen hoorbaar op Themistokles af door spottende opmerkingen te maken over ‘Aiginetisch verraad’.[9] Dat was het verwijt dat Polykritos Themistokles maakte, toen hij het schip aanviel.

De Perzen van wie de schepen behouden waren, weken uit en bereikten Faleron onder dekking van het landleger.


[1] Het eiland Samothrake was Ionisch gebied; de verrichtingen van het schip weerspraken de aantijgingen van de Foeniciërs.

[2] Diezelfden die voor de Perzische koning aantekeningen maakten bij de inspectie van de troepen in boek 7, hfdst. 100.

[3] Deze zin komt uit de lucht vallen en past beter aan het eind van hfdst. 85 (voorstel van Reginald Walter Macan, Herodotus, The Seventh, Eighth and Ninth Books, Cambridge Univ. Press 1908, pag. 501, voetnoot bij r. 19).

[4] Deze naam wijst op een afkomst van het huis van de Achaimeniden (zie boek 7, hfdst. 11).

[5] Deze tekst is hier corrupt, want de laatste zin kan net zo goed aansluiten bij de vorige alinea, als in het Grieks niet προσεβάλετο, ‘hij droeg bij aan’, maar προσελάβετο, ‘hij nam deel aan’ wordt gelezen: “Ook Ariaramnes, een Pers en vriend van hen, was daarbij en onderging ook het vreselijke lot van de Foeniciërs.” (Vgl. opm. 3.)

[6] Krios, vader van Polykritos, was de man die geen Spartaanse inmenging in Aiginetische kwesties wenste en Kleomenes onverrichterzake naar huis liet terugkeren (zie boek 6, hfdst. 50).

[7] Drie Griekse schepen hielden ten noorden van Euboia de wacht (zie boek 7, hfdst. 179).

[8] Pytheas’ heldhaftig optreden is beschreven in boek 7, hfdst. 181; blijkbaar was hij nog niet aan zijn verwondingen bezweken en kon er nog een losprijs voor hem worden gevraagd.

[9] De Aigineten werd door de Atheners landverraad verweten, omdat zij blijk gaven met de Perzen te willen samenwerken (vgl. boek 6, hfdst. 49).