Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Dareios zweert wraak

[105] Amathous werd dus door Onesilos belegerd. Toen Dareios het bericht te horen kreeg dat Sardes was ingenomen en in de as gelegd door Atheners en Ioniërs en dat de aanvoerder van de militaire actie die dat moest teweegbrengen, Aristagoras uit Miletos bleek te zijn, heeft hij volgens zeggen in eerste instantie, toen hij hierover bericht kreeg, geen enkele aandacht geschonken aan de Ioniërs (dat hun opstand niet ongestraft zou blijven, besefte hij goed),[1] maar vroeg wie de Atheners waren. Toen hij over hen was geïnformeerd,[2] vroeg hij om zijn boog, nam die op, legde een pijl aan en schoot die hoog de hemel in en terwijl hij die in de lucht schoot, zei hij: “Zeus,[3] laat het zover komen dat ik wraak neem op de Atheners!” Na die uitspraak droeg hij een van zijn dienaren op om telkens tijdens diners driemaal hem toe te spreken met: “Heer, vergeet de Atheners niet.”

Histiaios ondervraagd

[106] Dat waren zijn instructies. Dareios liet de Milesiër Histiaios, die hij sinds lange tijd in detentie hield, bij zich komen en zei: “Het bericht heeft mij bereikt, Histiaios, dat jouw plaatsvervanger, aan wie jij Milete hebt overgedragen, kortgeleden tegen mij in opstand is gekomen. Hij heeft manschappen vanuit het andere vasteland overgezet en Ioniërs, die door mij voor hun daden zullen worden gestraft, ertoe overgehaald om zich bij hen aan te sluiten en mij Sardes afgenomen. Nu, dit kan toch niet jouw instemming krijgen? Hoe is zonder jouw adviezen zoiets tot stand gekomen? Pas op: achteraf krijg je hiervan de schuld.”

Misleidende woorden

Histiaios reageerde als volgt: “Koning, wat hoor ik u zeggen? Geef ik raad tot een actie die u leed, van welke omvang ook, zal bezorgen? Wat zou ik met die daad willen bereiken? Uit welke behoefte? Ik kan net zoveel doen en laten als u en ik heb de eer in al uw plannen ingewijd te zijn. Maar als mijn plaatsvervanger zoiets doet, zoals u beweert, weet dat hij dat op eigen houtje heeft gedaan. Ik geloof het verhaal helemaal niet, dat de Milesiërs en mijn plaatsvervanger in opstand komen tegen uw belangen. Als zij inderdaad zoiets doen en u juist bent ingelicht, koning, zie dan in wat u hebt aangericht door mij uit het kustgebied weg te halen. Het lijkt er namelijk op dat de Ioniërs, nu ik niet meer in hun directe omgeving ben, doen waarnaar zij al lange tijd hebben verlangd. Toen ik in Ionia was, heeft niet één stad zich geroerd. Laat mij nu dus onmiddellijk naar Ionia reizen om daar alles in de oude toestand terug te brengen en m’n plaatsvervanger in Milete, die dit heeft bedacht, persoonlijk aan u over te dragen. Wanneer ik dit naar uw wens heb gedaan, zweer ik bij de goden van de Perzische koning niet eerder de kleren, waarin ik naar Ionia zal afreizen, af te zullen leggen, voordat ik Sardo,[4] het grootste eiland dat er is,[5] aan u schatplichtig heb gemaakt.”  

[107] Met deze woorden hield Histiaios hem voor de gek. Dareios geloofde hem en liet hem gaan, maar droeg hem op naar Sousa terug te keren, wanneer hij had volbracht wat hij had beloofd.


[1] De Ioniërs vielen direct onder de Perzische invloedssfeer.

[2] Zijn kennis van de westerse wereld hield op bij de westkust van zijn rijk.

[3] D.w.z. Ahura-Mazda, bij de Perzen de god van de schepping.

[4] Andere benaming (Gr. Σαρδώ) voor Sardinië.

[5] Histiaios vergist zich, maar de opmerking maakt zijn belofte indrukwekkender voor de Perzische koning.