[118] De priesters hebben op mijn vraag of het verhaal dat de Grieken over de gebeurtenissen bij Troje vertellen wel of geen onzin is, het volgende gezegd (naar eigen zeggen hebben zij hun informatie van Menelaos zelf gekregen). Na de ontvoering van Helena kwam een grote legermacht van Grieken naar het land van Troje om Menelaos te helpen. Na aan land te zijn gegaan en hun kamp te hebben opgeslagen stuurden ze gezanten naar Troje met wie ook Menelaos zelf was meegekomen. Toen zij binnen de stadsmuren waren gekomen, eisten ze Helena en de bezittingen op waarmee Alexandros ervandoor was gegaan, en vroegen compensatie voor het onrecht.
Troje belegerd en ingenomen
De Trojanen gaven toen dezelfde verklaring als later, onder en niet onder ede, dat ze niet in het bezit waren van Helena noch van de bezittingen die door hen werden geclaimd. Alles bevond zich in Egypte en het zou niet terecht zijn, als zij verantwoording zouden moeten afleggen voor zaken die de Egyptenaar Proteus in zijn bezit had.
De Grieken dachten dat ze door hen voor de gek werden gehouden en zo kwam het tot een belegering van de stad, totdat die door hen werd ingenomen.[1] Toen echter na de inneming ervan Helena nergens te bekennen was en zij hetzelfde verhaal te horen kregen als eerder, geloofden de Grieken uiteindelijk de eerste verklaring en stuurden Menelaos zelf naar Proteus.
Menelaos in Egypte
[119] Na zijn komst in Egypte en de rivier te zijn opgevaren naar Memfis vertelde Menelaos van de ware toedracht en werd met alle egards ontvangen.[2] Hij kreeg Helena heelhuids terug en verder al zijn bezittingen. Maar na die behandeling veranderde Menelaos in een man die de Egyptenaren onrecht aandeed. Hij stond klaar om weg te varen, maar ongunstige stand van de wind hield hem aan wal. Toen die situatie lange tijd aanhield, verzon hij iets afschuwelijks. Hij liet twee kleine kinderen uit de plaatselijke bevolking oppakken en als offerdieren afslachten.[3]
Toen later bekend werd wat hij op z’n geweten had, werd hij gehaat en achternagezeten, maar hij ontkwam door met zijn schepen meteen naar Libya te varen. Welke richting hij daarna insloeg, kon door de Egyptenaren niet worden aangegeven. Ze zeiden dat deels door onderzoek te weten; wat voor de rest in hun eigen land gebeurde, konden ze precies navertellen.
Helena is nooit in Troje geweest
[120] Dat vertelden de priesters en ikzelf sluit mij aan bij wat er over Helena werd gezegd. Dit wil ik er nog wel aan toevoegen: als Helena in Troje was geweest, zou zij aan de Grieken zijn teruggegeven, mét of zónder instemming van Alexandros. Zo gek waren Priamos en zijn familieleden ook weer niet dat zij het leven van henzelf en dat van hun kinderen en hun stad op het spel wilden zetten voor een huwelijk van Alexandros met Helena. Zelfs als zij dat in de eerste oorlogsjaren bewust deden, denk ik dat, aangezien, naast de vele andere Trojanen die sneuvelden wanneer zij met de Grieken slaags raakten, ook van Priamos zelf keer op keer twee, drie of zelfs meer zonen omkwamen, wanneer het tot een gevecht kwam, voorzover je een opmerking mag maken die je baseert op de woorden van de dichters…[4] Ja, ik denk dat, als die dingen zo liepen en Priamos zélf getrouwd was met Helena, hij haar aan de Grieken had teruggegeven om – dat spreekt voor zich – van de ellende die hem trof af te zijn.

Ook het koningschap zou niet op Alexandros overgaan, zodat deze de macht in handen kreeg, omdat Priamos een oud man was, maar Hektor, ouder en meer man dan hij was, zou dat na de dood van Priamos overnemen. Het had hem niet gepast om zijn broer aldoor fouten te laten begaan, vooral nu door zijn toedoen hijzelf en alle andere Trojanen diepe ellende beleefden. Het zat anders, want ze hadden geen Helena om terug te geven en werden, hoewel ze de waarheid vertelden, door de Grieken niet vertrouwd. Het is mijn overtuiging dat het de bedoeling van de hogere macht was dat zij met hun totale uitroeiing de mensheid dit zouden duidelijk maken: grote misdaden worden door de goden streng bestraft.[5] Dit is mijn versie van het verhaal en hoe ik erover denk.
[1] De schrijver, wars als hij is van iedere mythologische opsmuk, wijdt geen woorden aan de list van het Trojaanse paard; de epische dichters konden in zijn tijd (en later) op stevige kritiek rekenen.
[2] Dit is de juiste volgorde: Proteus herkende Menelaos pas na zijn verhaal als de rechtmatige bezitter van het door Paris in Egypte achtergelatene en schonk hem daarna gastvrijheid.
[3] In de literatuur vaker vookomend mensenoffer om de gunst van de (weer)goden te winnen; ook Agamemnon offerde zijn eigen dochter Ifigeneia om vanuit Aulis naar Troje te kunnen uitvaren.
[4] Een kritisch geluid ten aanzien van de epische dichters (vgl. opm. 1).
[5] Vaste denkwijze bij de schrijver: goden bestemmen de gang van zaken in de mensenwereld; het overtreden van de rechtsorde is ‘grensoverschrijdend gedrag’, hybris (Gr. ὕβρις) en wordt vroeg of laat bestraft.