[52] Met die route zit het zo. Overal heb je koninklijke halteplaatsen en prachtige hotels.[1] De weg voert langs bewoond en veilig gebied. Dwars door Lydië en Frygië heb je een lint van twintig halteplaatsen, 520 kilometer lang.[2] De oostelijke grens van Frygië wordt gevormd door de rivier de Halys, waaroverheen poorten staan: de enige mogelijkheid om te passeren en aldus de rivier over te steken. Daar bovenop bevindt zich een grote bewakingstoren.[3] Wie naar Kappadokia oversteekt en door dat land reist tot aan de grens van het land van de Kilikiërs, komt langs 28 halteplaatsen, een afstand van 572 kilometer.[4] Aan hun grens loop je door twee poorten en passeer je twee wachttorens.
Door Kilikia en Armenia
Wanneer je erlangs bent en de weg door Kilikia aflegt, zijn er drie halteplaatsen, een afstand van meer dan 85 kilometer.[5] De grens tussen Kilikia en Armenia wordt gevormd door een bevaarbare rivier, die de Eufraat heet.[6] In Armenia zijn het er vijftien halteplaatsen, met mogelijkheden tot ontspanning en voorzien van een bewakingstoren, een afstand van bijna 311 kilometer. Door dat land stromen vier bevaarbare rivieren, die je niet anders dan alleen met schepen kunt oversteken: de eerste is de Tigris, de tweede en de derde heten Zabatos, terwijl het verschillende rivieren zijn en niet uit dezelfde bron voortkomen. De eerste van het genoemde tweetal stroomt vanuit Armenia, de tweede uit het land van de Matiënen.
De vierde rivier draagt de naam Gyndes, die Kyros ooit heeft laten vertakken in 360 kanalen.[7] Wanneer je vanuit dat deel van Armenia het land van de Matiënen binnentrekt, zijn er vier halteplaatsen en, wanneer je daarvandaan doorreist naar Kissia, elf: dat zijn bijna 234 kilometer tot aan de Choaspes, ook een rivier die bevaarbaar is en aan de oever waarvan de stad Sousa is gebouwd. Bij elkaar zijn het 111 halteplaatsen en in aantal even zovele hotels, wanneer je van Sardes naar Sousa landinwaarts trekt.
De weg is lang
[53] Als de lengte van de koninklijke weg in parasangen juist is opgemeten en een parasang 30 stadia telt (en dat staat vast), zijn het vanuit Sardes naar het zogeheten paleis van Memnon[8] 13500 stadia, op basis van 450 parasang.[9] Wie elke dag 150 stadia aflegt, doet er precies 90 dagen over.[10]
[54] Wat de Milesiër Aristagoras tegen de Lakedaimoniër Kleomenes vertelde (“de weg landinwaarts naar de Perzische koning neemt drie maanden in beslag”)[11], klopt dus. Als iemand het nóg preciezer wil weten, kan ik het volgende aangeven: je moet de tocht van Efese naar Sardes er nog bovenop tellen. Volgens mij is dus het totaal aantal stadia vanaf de Griekse Zee[12] tot aan Sousa (die dus de stad van Memnon wordt genoemd) 14040. Van Efese naar Sardes zijn het 540 stadia; zodoende is het een reis van drie maanden plus drie dagen.[13]
[1] De halteplaats oftewel stathmos (Gr. σταθμός) is in latere tijd (lees: Xenofon) een rekeneenheid geworden voor de afstand tussen twee dichtstbijzijnde halteplaatsen, gemiddeld 25 km; gemakshalve worden vijf parasang (zie volgende voetnoot) gelijkgesteld aan één stathmos.
[2] De brontekst vermeldt een afstand van 94½ parasang; in Hist. 2.6 (en hier verderop in hfdst. 53; zie ook boek 6, hfdst. 42) stelt de schrijver de Perzische parasang (Gr. παρασάγγης) gelijk aan 30 stadia (een stadion, Gr. στάδιον, meet 185 m.), zodat een parasang ongeveer 5½ km. zou zijn.
[3] De brug is reeds in Hist. 1.75 genoemd, waar verteld wordt hoe Kroisos, koning van Lydië, met zijn troepen de Halys overstak om het tegen de Perzen op te nemen.
[4] De brontekst maakt melding van 104 parasang (vgl. voetnoot 2); in het vervolg van de tekst zijn alle aanduidingen in parasangen vervangen door moderne kilometers, behalve in hfdstt. 53-54, waar de onderlinge verhoudingen tussen stadia en parasangen worden uitgelegd.
[5] Vijftien en een halve parasang om precies te zijn; een parasang is een Perzische afstandsmaat van ca. 5,5 km.
[6] De bevaarbaarheid van de rivier impliceert dat die niet doorwaadbaar is en voor een legermacht een hindernis vormt.
[7] Dit heeft hij gedaan voorafgaand aan de belegering van Babylon (zie boek 1, hfdstt. 189-190).
[8] Memnon (Gr. Μέμνων), mythisch koning van Ethiopië, zou zijn macht naar het oosten hebben uitgebreid en Sousa van stadsmuren hebben voorzien.
[9] Volgens deze berekening een afstand van bijna 2500 kilometer; het totaal van de in hfdst. 52 genoemde aantallen parasangen bedraagt echter 313, i.e. bijna 1725 km.
[10] Vijf parasang (= 30 stadia) per dag is de gemiddelde afstand die per dag door een leger op mars wordt afgelegd.
[11] Zie hfdst. 50.
[12] D.w.z. de Egeïsche Zee, door de Grieken over het algemeen de Jonische Zee genoemd, vanwege de Jonische kolonies aan de westkust van Klein-Azië.
[13] Waarmee het totaal komt op ca. 2600 kilometer (van de kust tot aan Sousa).