Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

De ring van Polykrates

[39] Toen Kambyses met een leger tegen Egypte optrok, hielden ook de Lakedaimoniërs een militaire expeditie tegen Samos en Polykrates, zoon van Aiakes, die na een opstand Samos in handen had gekregen.[1] Aanvankelijk had hij de stad in drieën opgesplitst en bestuurde die samen met zijn broers Pantagnotos en Syloson. Later vermoordde hij de ene broer, verdreef de jongste, Syloson, en kreeg de macht over heel Samos. Met die macht in handen ging hij een vriendschappelijke relatie aan met Amasis, de farao van Egypte, door geschenken te sturen en van hem andere geschenken te ontvangen.

Het succes van Polykrates

In een mum van tijd was Polykrates’ macht toegenomen en een factor van betekenis geworden overal in Ionia en in de rest van Griekenland. Waarop hij zich ook maar met een militaire actie richtte, alles verliep voor hem succesvol. Hij had de beschikking over honderd fregatten[2] en duizend boogschutters.[3] Allen werden zonder enig onderscheid slachtoffer van zijn rooftochten.[4] Naar zijn eigen zeggen bewees hij wie met hem bevriend was een grotere dienst door terug te geven wat hij had gestolen dan helemaal niets in te pikken.

Hij had dus talloze eilanden ingenomen en vele steden op het vasteland. Hij had bijvoorbeeld de Lesbiërs die met hun voltallige leger de Milesiërs te hulp waren gekomen in een gevecht op zee verslagen en hen gevangengenomen.[5] Zij waren het die, geboeid en wel, de gracht om de burcht van Samos helemaal hebben gegraven.

Zorgen bij Amasis

[40] Op de een of andere wijze was het Amasis niet ontgaan dat Polykrates zeer succesvol was, wat voor hem juist een reden tot zorg was. Toen zijn succes nóg veel grotere vormen aannam, stuurde hij naar Samos een brief waarin hij het volgende had geschreven: “Amasis zegt het volgende tot Polykrates. Het is fijn om te horen dat een vriend met wie je een goede relatie hebt het goed maakt. Jouw grote successen staan mij echter niet aan, omdat ik mij bewust ben van de jaloezie van de goden. Ikzelf en de mensen om wie ik geef, willen aan de ene kant graag een beetje succesvol zijn, aan de andere kant tegenslag incasseren: liever met wisselende resultaten door het leven gaan dan in alle opzichten succes hebben. Ik heb nog nooit van iemand horen vertellen met wie het uiteindelijk niet volkomen slecht afliep, terwijl het in alles hem voor de wind ging. Luister nu naar mij en doe het volgende tegen je successen. Bedenk wat je het meest waardevol vindt en waarvan je met de grootste pijn in je hart afstand zult doen, en werp dat op zo’n manier weg dat het niet meer onder de mensen komt. Wanneer daarna je successen niet worden afgewisseld door tegenvallers, zoek dan herstel op de door mij voorgestelde wijze.”

obool
Obool (munt met de waarde van 1/6 drachme) van Samos 537-522 vC met op de voorzijde een leeuwenkop (bron: wildwinds.com).

Polykrates luistert

[41] Kambyses las die woorden en realiseerde zich dat Amasis hem een goed advies gaf. Hij vroeg zich af om het verlies van welk sieraad hij het meest bedroefd zou raken, en al zoekende kwam hij op het volgende. Hij was in het bezit van een zegel in een gouden behuizing[6] dat hij steeds bij zich droeg, een smaragd en werk van de Samiër Theodoros, zoon van Tēlekles.[7] Toen hij vond dat hij dáárvan afstand moest doen,[8] handelde hij als volgt.

Hij had een fregat van een bemanning voorzien en ging er zelf aan boord, waarna hij het bevel gaf hem op volle zee te brengen. Op flinke afstand gekomen van het eiland, deed hij voor de ogen van allen die meevoeren de zegelring af en wierp die in zee. Daarna voer hij terug en had, toen hij in zijn paleis was teruggekeerd, groot verdriet.

Goede vangst

[42] Vier of vijf dagen later gebeurde het volgende. Een visser had een mooie, grote vis gevangen en vond het gepast om die aan Polykrates als geschenk aan te bieden. Hij bracht die naar de ingang van het paleis en zei dat hij Polykrates persoonlijk wilde spreken. Hij kreeg die gelegenheid en sprak bij het overhandigen van de vis: “Koning, deze heb ik gevangen, maar vond het niet juist hem naar de markt te brengen, ook al moet ik van hard werken zien te leven. Ik vond echter dat u en uw positie die verdienden. Dáárom breng ik hem hier en geef ik hem aan u.” De ander was door die woorden aangenaam verrast en antwoordde als volgt: “Daar heb je heel goed aan gedaan en ik wil je twee keer bedanken, namelijk voor je woorden én voor je geschenk. Verder nodigen we je uit voor de maaltijd.”[9]

Het spreekt vanzelf dat de visser apetrots het paleis binnenstapte. Dienaren vonden echter, toen ze de vis opensneden, in de buik Polykrates’ zegelring. Zodra ze die hadden ontdekt en eruit hadden gehaald, brachten ze die opgewekt naar Polykrates[10] en vertelden bij de overhandiging van de zegelring hoe ze die hadden gevonden. Hij besefte dat het om iets onverklaarbaars ging en schreef in een brief wat hem, na alles wat hij had gedaan, was overkomen en stuurde zijn boodschap naar Egypte.[11]

Het einde van een relatie

[43] Amasis las de brief die van Amasis kwam en begreep dat mensen elkaar niet kunnen behoeden voor wat door het lot werd bepaald en dat het niet goed zou aflopen met Polykrates, die in alle opzichten succes beleefde en zelfs terugvond wat hij ook maar wegwierp. Hij stuurde een heraut[12] naar Samos en gaf te kennen de vriendschapsrelatie op te zeggen. De reden waarom hij dat deed, was dat hij niet wilde dat, wanneer Polykrates door groot en vreselijk rampspoed werd getroffen, hijzelf om hem verdriet zou hebben als bij een goede kennis.

Aanbevolen literatuur

Diplomatieke banden in het Middellandse Zeegebied in de zesde eeuw vóór Christus en metname die tussen Polykrates, tiran van Samos, en Amasis, farao van Egypte, worden besproken door Philip Kaplan, The Ring of Polycrates: friendship and alliance in the east Mediterranean, in: Journal of Ancient History, De Gruyter 2016, vol. 4, pp. 132-157. Lees het uittreksel.

Het narratieve element van “stilte voor de storm” en het uiteindelijke levensgeluk van Polykrates zijn o.a. de onderwerpen bij Irene J.F. de Jong, De ring van Polycrates (3.39-43): een narratologische close-reading, in: Lampas, lezing Nazomerconferentie 2018.

Een tegenreactie op bovenstaand artikel komt van Jan Ebel van der Veen, Polycrates, Croesus, Xerxes: het menselijk tekort, in: Lampas, uitgeschreven reactie, Nazomerconferentie 2018.


[1] De opstand vond plaats in 538 vC; Polykrates greep de macht, daarbij gesteund door een kleine groep getrouwen, t.w. 15 hoplieten (vgl. hfdst. 120).

[2] Het gaat hier om de ‘vijftigriemer’, pentēkonteros (Gr. πεντηκόντερος), een snelle oorlogsbodem met vijftig roeiers aan boord, het kleinere broertje van de triëres (Gr. τριήρης).

[3] Dit is het meest opvallende onderdeel in Polykrates’ leger, want naast de gangbare hoplieten (weliswaar niet genoemd door de schrijver) kon hij ook over huursoldaten beschikken (zie hfdst. 45).

[4] Polykrates had zich toegelegd op piraterij oftewel ‘plunderen’, ferein kai agein (Gr. φέρειν καὶ ἄγειν).

[5] De hele (volwassen) mannelijke bevolking van Lesbos had na de zeeslag dus een slavenbestaan op Samos.

[6] Het betreft dus een zegelring; gemakshalve is in het vervolg, wanneer er alleen sprake is van het zegel, sfrēgis (Gr. σφρηγίς), deze term met ‘zegelring’ weergegeven.

[7] Hij zou tevens de maker van een gouden en een zilveren mengvat geweest zijn, die door Kroisos aan het orakel van Delfi zijn geschonken (zie boek 1, hfdst. 51); Theodoros was actief in de eerste helft van de 6de vC, wat de ring in de tijd van Polykrates (tweede helft 6de eeuw vC) uniek maakte. 

[8] De ring was niet alleen kostbaar, maar was tevens symbool voor Polykrates’ machtige positie.

[9] Polykrates spreekt in zijn laatste woorden in de eerste persoon meervoud (“we…”) om de uitnodiging een formeel karakter te geven; overigens blijkt de tiran voor het gewone volk toegankelijk te zijn.

[10] De zegelring werd door het personeel onmiddellijk herkend als het sieraad van hun meester; hun blijdschap (de reden waarom Polykrates de ring wegwierp, is hen volledig ontgaan) staat in schril contrast tot de reactie van Polykrates.

[11] Waarvan had Polykrates dan wel afstand moeten doen, als nu blijkt dat niet de zegelring zijn meest dierbare bezit is, maar iets anders (wie weet, zijn alleenheerschappij) waarvan hij het belang en de waarde niet heeft doorgrond? Had hij dat wel gedaan, was hij misschien niet in de val gelokt door Oroites (zie hfdst. 120 e.v.).

[12] De hoogste status van het ambassadeur zijn van de heraut onderstreept (de onafwendbaarheid van) de beslissing die Amasis heeft genomen.