[82] Hij stuurde dus gezanten naar onder andere Lakedaimon. Maar ook de Spartanen zelf hadden in die periode te maken gekregen met een geschil en wel met Argos over een gebied met de naam Thyrea. De Lakedaimoniërs hadden dat Thyrea, dat deel uitmaakte van de Argolis, in handen gekregen door het botweg af te pakken. Helemaal tot aan Malea behoorde het gebied in het westen toe aan Argos,[1] dat wil zeggen het vasteland, Kythera en de andere eilanden. Toen ze uit Argos het van hen afgepakte gebied te hulp schoten, kwam het tot een overleg tussen beide partijen en werd de afspraak gemaakt dat aan elk van beide zijden er gevochten zou worden door driehonderd man. Wie de overwinning behaalde, kwam het gebied toe.[2] Het gros van beide legers moest zich terugtrekken op eigen gebied en niet blijven rondhangen, wanneer er werd gevochten. Ze wilden hiermee voorkomen dat, als de legers erbij waren en een van de partijen hun soldaten zag verliezen, deze geholpen zouden worden.
Driehonderd tegen driehonderd
Die afspraak kwam er en ze trokken zich terug. Hun keurtroepen bleven achter en gingen het gevecht aan. Ze vochten en bleken tegen elkaar opgewassen te zijn. Van de zeshonderd bleven er drie over: uit Argos Alkenor en Chromios, uit Lakedaimon Othryades. Zij waren nog in leven, toen de duisternis viel. De twee uit Argos renden, in de veronderstelling dat ze gewonnen hadden, naar hun stad, maar de Lakedaimoniër Othryades beroofde de lijken van de strijders uit Argos van hun wapenrusting, bracht die naar zijn eigen legerkamp en bleef op zijn post.
De volgende dag kwamen beide legers de situatie peilen. Een tijd lang claimden beide partijen de overwinning: de ene zei dat het aantal overlevenden groter was, de ander kwam met het argument dat de anderen waren gevlucht en hun eigen man op z’n positie was gebleven en de lijken van de anderen van hun wapenrustig had beroofd. Het geschil leidde ertoe dat ze op elkaar insloegen en weer vochten. Ook al vielen aan beide kanten vele slachtoffers, het waren de Lakedaimoniërs die wonnen.
Haardracht
Vanaf dat moment hebben de mannen van Argos hun hoofden kaalgeschoren, terwijl het eerder verplicht was het haar lang te dragen, en ze stelden een wet in onder sanctie van een vloek dat geen man uit Argos eerder zijn haren mocht laten groeien en hun vrouwen geen gouden sieraden mochten dragen, vóórdat zij Thyreai hadden heroverd. De Lakedaimoniërs namen juist het tegenovergestelde als wet aan om voortaan lange haren te dragen, waar ze dat voorheen niet deden.
Het verhaal wil dat de enige van hun driehonderd strijders die het had overleefd, Othryades, zich ervoor schaamde naar Sparta terug te keren, terwijl zijn medesoldaten waren gesneuveld, en ter plekke in Thyreai zich van het leven had beroofd.
Spartaanse hulp komt te laat
[83] Onder zulke omstandigheden trof de heraut uit Sardes de Spartanen aan, toen hij voor de belegerde Kroisos hulp kwam vragen. Zij maakten niettemin aanstalten om hulp te bieden, zodra de heraut hen had geïnformeerd. Juist toen zij hun voorbereidingen hadden getroffen en schepen al klaarstonden, kwam een volgende boodschap: de vesting van de Lydiërs was gevallen en Kroisos levend gevangen genomen. Hun frustratie hierover was natuurlijk groot en daarom hadden zij van verdere actie afgezien.
[1] Ongelukkig uitgedrukt, want bedoeld wordt de strook land langs de oostelijke kust van de Peloponnesos incl. de eilanden ten zuiden ervan; de oriëntatie is die van de zeevaarder die Kaap Malea in westelijke richting rondt.
[2] Vergelijkbaar is het tweegevecht tussen Hyllos, zoon van Herakles, en Echemos, koning van Tegea (zie boek 9, hfdst. 26).