[210] Hij verwachtte nog steeds dat ze zich zouden terugtrekken en liet vier dagen voorbijgaan. Na vier dagen waren zij niet verdwenen, maar leken in hun arrogantie en domheid niet te willen wijken, waarop hij woedend Meden[1] en Kissiërs op hen afstuurde met de opdracht hen levend op te pakken en aan hem voor te leiden. Er vielen veel doden, toen de Meden zich op hen stortten, en er kwamen velen na hen, maar de Grieken trokken zich ondanks vele slachtoffers niet terug. Het werd eenieder en niet in de laatste plaats de Perzische koning zelf duidelijk dat er genoeg mannen zijn, maar weinig kerels. Het vechten ging de hele dag door.
Griekse tactiek
[211] Toen de Meden er flink van langs kregen, trokken zij zich terug. Hun vervangers gingen tot de aanval over en dat waren Perzen die door de Perzische koning de ‘onsterfelijken’ werden genoemd en onder het bevel van Hydarnes stonden.[2] De verwachting was dat ze moeiteloos het karwei zouden klaren. Maar toen ook zij zich op de Grieken stortten, kwamen zij niet verder dan het leger van de Meden en bereikten hetzelfde resultaat. Zij vochten in een nauwe passage, gebruikten kortere speren dan de Grieken en konden niet van hun overwicht profiteren.
De Lakedaimoniërs leverden met hun strijd een geweldige prestatie door in ieder geval aan hen, die er niets van konden, te laten zien dat zij heel goed wisten hoe je wél moest vechten. Keer op keer draaiden zij zich om en renden als in een collectief weg. Wanneer de Perzen hen zogenaamd zagen vluchten, zetten zij met geschreeuw en kabaal de aanval in, maar de Grieken lieten zich inhalen en draaiden zich om, zodat zij recht tegenover de Perzen kwamen te staan. Met zulke omtrekkende bewegingen sloegen zij een ontelbaar groot aantal van hen neer. Een paar Spartanen vonden toen ook zelf de dood. Omdat de Perzen in hun poging de pas in te nemen niets konden bereiken, of zij nu groepsgewijs of in één aanvalsgolf aanvielen, trokken zij zich terug.
[212] Er wordt verteld dat tijdens die charges de Perzische koning toekeek en uit bezorgdheid om zijn leger drie keer van z’n zetel opsprong.[3] Zo kwamen zij toen met elkaar in gevecht en de dag daarop verging het de Perzen in het gevecht niet beter. Omdat de Grieken in de minderheid waren, bleven de Perzen maar aanvallen. Zij gingen ervan uit dat ze zwaargewond waren en niet langer in staat om het tegen hen op te nemen. De Grieken waren ingedeeld in afdelingen en nationaliteiten en elk daarvan vocht bij toerbeurt. Dat gold niet voor de Fokenzers, want die stonden op de berg opgesteld om het voetpad te bewaken.[4] De Perzen constateerden dat de situatie vergeleken bij de vorige dag exact dezelfde was, en dropen af.
Verraad van Epialtes
[213] Terwijl de Perzische koning zich geen raad wist met de situatie, had een man uit Melis, Epialtes, zoon van Eurydemos, met hem contact gezocht. Hij verwachtte door de koning flink beloond te worden, vertelde hem van het voetpad dat over de berg naar Thermopylai leidde en luidde de ondergang in van de Grieken die daar de wacht hielden.
Later is hij uit angst voor de Lakedaimoniërs naar Thessalië gevlucht.[5] Vervolgens is door de Pylagoren, toen de Amfiktyonen voor de Pylaia ter vergadering waren bijeengekomen,[6] op zijn hoofd een beloning gezet. Daarop is hij in Antikyra (zover was de man gekomen)[7] door Athenades uit Trachis gedood. Deze Athenades heeft Epialtes echter om een andere reden gedood, zoals ik verderop zal uitleggen,[8] maar werd er beslist niet minder om geprezen door de Lakedaimoniërs.
[214] Zo kwam Epialtes om, toen alles voorbij was. Een andere versie luidt: Onètes uit Karystos, zoon van Fanagoras, en Korydallos uit Antikyra hebben de Perzische koning de bewuste informatie geleverd en de Perzen de weg om de berg gewezen.
Dit kan ik helemaal niet geloven. Ten eerste moet ter overweging worden meegenomen dat de Grieken c.q. de Pylagoroi géén beloning op de hoofden van Onètes en Korydallos hebben gezet, maar op dat van Epialtes uit Trachis na ongetwijfeld zeer diepgaand speurwerk. Ten tweede weten wij dat dát de reden was waarom Epialtes op de vlucht was. Je zou, ook al kwam je niet uit Mèlis, van het voetpad hebben geweten, als je goed bekend was met de streek. Epialtes is dé man die langs het voetpad de weg om de berg heeft gewezen en daarom beschuldig ik hem ervan.
[1] Geen verzamelbegrip voor ‘Perzen’, maar bewust gebruikt voor Xerxes’ tweede keus; de Perzische keurtroepen worden even later ingezet.
[2] Zoals beschreven in hfdst. 83.
[3] Ook tijdens de slag van Salamis volgde de Perzische koning de gebeurtenissen van een afstand (zie boek 8, hfdst. 88 & 90).
[4] Pas op het laatste moment wisten de Grieken van het bestaan hiervan (zie hfdst. 175).
[5] In dit Perzisch gezinde gebied dacht hij veilig te zijn; Epialtes’ vluchtte pas na de afloop van de slag bij Salamis, toen duidelijk werd dat hij voor zijn verraad niet langer kon rekenen op een beloning van koning Xerxes.
[6] De Amfiktyonen (zie voor hun plaats van vergaderen hfdst. 200) die in Anthela bij (Thermo)pylai vergaderden (vgl. hfdst. 200), werden Pylagoren(Gr. Πυλαγόροι) genoemd, ‘zij die in Pylai vergaderen’.
[7] D.w.z. Antikyra aan de zuidoever van de Spercheios in Mèlis, hemelsbreed nog geen 10 km. verwijderd van Thermopylai; Epialtes is op zijn vlucht niet ver gekomen.
[8] Ondanks deze toezegging, komt de schrijver niet meer hierop terug en blijft het gissen naar het motief van Athenades; de opmerking is voor velen een bewijs dat de Historiën niet af zijn.