Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Grieken adviseren Xerxes

[5] Aanvankelijk was Xerxes er helemaal niet op gebrand tegen Griekenland op te trekken. Hij verzamelde wel een leger om Egypte te onderwerpen. In zijn directe omgeving bevond zich Gobryas’ zoon Mardonios, die een neef van Dareios was, d.w.z. zoon van een zuster van hem. Hij had van de Perzen de meeste invloed op hem en hamerde op een redenering als deze: “Heer, het is niet correct, als de Atheners niet bestraft worden voor al het kwaad dat zij de Perzen hebben aangedaan. Doe vooral waaraan u nu bent begonnen, maar trek na het neerslaan van de opstand in Egypte op tegen Athene, dan zal uw goede naam onder de mensen gevestigd zijn en later niemand het wagen tegen uw land op te rukken.”

Dit was een pleidooi voor wraak, maar hij maakte hierbij steeds de aantekening dat Europa een uitzonderlijk mooi land is, dat allerlei bomen voortbrengt om geteeld te worden en geschikt voor ontginning is, kortom: een waardig bezit voor wie alleenheerser is op de wereld.

[6] Dat zei hij, omdat hij zon op nieuwe campagnes en zelf Griekenland wilde besturen. Gaandeweg kreeg hij zijn zin en wist Xerxes te overtuigen van zijn plannen. Hierin werd hij geholpen door omstandigheden waarvan hij kon profiteren. Ten eerste waren er uit Thessalia boodschappers gekomen van de Aleuaden (een regentenfamilie in Thessalia)[1] om de Perzische koning uit te nodigen tegen Griekenland op te trekken en hun steun in dezen te betuigen. Verder waren er zonen van Peisistratos[2] naar Sousa afgereisd die hetzelfde te melden hadden als de Aleuaden. Zij drongen trouwens nog meer aan dan de anderen, want zij waren met Onomakritos, een waarzegger uit Athene en verzamelaar en uitgever van orakelspreuken van Mousaios,[3] gekomen.

Eerst moest er wel een ruzie tussen hen worden bijgelegd. Onomakritos was namelijk door Peisistratos’ zoon Hipparchos uit Athene verdreven: door Lasos, zoon van Hermioneus,[4] was het overduidelijke bewijs geleverd van interpolatie van een orakelspreuk in het werk van Mousaios met als strekking dat de eilanden rondom Lemnos in zee zouden verdwijnen.[5] Om die reden had Hippokrates hem verdreven, terwijl hij eerder hem intensief raadpleegde.[6]

Maar toen was hij meegekomen om op audiëntie bij de Perzische koning te gaan en citeerde hij uit de orakelspreuken, op voorspraak van de Peisistratiden die complimenteus over hem spraken. Als er iets tussen zat wat de Perzen ongeluk voorspelde, liet hij daarvan niets horen, maar hij maakte een selectie van de gunstigste uitspraken en beweerde dat het voorbestemd was dat een brug over de Hellespont door een Pers zou worden geslagen (ook over de opmars gaf hij uitleg). Hij presenteerde zich met zijn profetieën, de Peisistratiden en Aleuaden hielden het bij hun adviezen.

 [7] Toen Xerxes eenmaal had besloten tegen Griekenland op te trekken, ging hij een jaar na de dood van Dareios eerst op expeditie tegen de opstandelingen. Hij onderwierp hen, bracht Egypte in een toestand van slavernij die erger was dan onder Dareios, en droeg het bestuur ervan over aan zijn broer Achaimenes, zoon van Dareios. Deze werd echter in zijn functie van gouverneur later[7] vermoord door Inaros uit Libya, zoon van Psammetichos.


[1] De tekst maakt melding van ‘koningen’, basileis (Gr. βασιλέες), maar een officiëel koningschap heeft Thessalia niet gekend.

[2] In boek 6, hfdst. 107, was Hippias al een oude man, van wie niet bekend is of hij vier jaar na de slag bij Marathon nog in leven was; van andere nog levende zonen van Peisistratos weten wij niets.

[3] Een mythische zanger (vergelijkbaar met Orfeus) die over voorspellende gaven beschikte; van zijn hand zou een collectie van orakelspreuken bestaan hebben.

[4] Koorlyricus en leermeester van Pindaros; hij was aan het eind van de zesde eeuw vóór Christus actief aan het hof van de Peisistratiden.

[5] In de tijd van Onomakritos’ verblijf in Athene heeft een vulkaanuitbarsting op Lemnos enkele kleinere eilanden weggevaagd; het interpoleren van dichtregels in het werk van bekende auteurs was een vaak voorkomend verschijnsel in de klassieke oudheid.

[6] Peisistratos en zijn zoons lieten zich in hun beslissingen vaak leiden door orakelspreuken.

[7] Dat is in 459 gebeurd; de moord door Inaros wordt ook in boek 3, hfdst. 12 vermeld.