[43] Mij is over Herakles meegedeeld dat hij tot de twaalf goden zou behoren.[1] Over de andere Herakles, die de Grieken kennen, heb ik nergens in Egypte iets kunnen vernemen. De Egyptenaren hebben de naam Herakles zeker niet van de Grieken overgenomen, maar de Grieken eerder van de Egyptenaren, om precies te zijn: díe Grieken die het kind van Amfitryon die naam hebben gegeven.[2]
Egyptische oorsprong
Ik heb vele bewijzen ervoor dat dit zo is, onder andere dat Amfitryon en Alkmene, de ouders van deze Herakles, allebei afkomstig zijn uit Egypte en dat Poseidon en de Dioskouroi door hen ook niet zijn opgenomen onder hun overige goden, omdat de Egyptenaren naar hun zeggen niet bekend zijn met de namen van deze goden.[3] Sterker nog, als zij een naam van een godheid van de Grieken hadden overgenomen, zouden zij zeer zeker aan hen herinneringen hebben overgehouden, als ze tenminste ook in die dagen over zee voeren en er ook zeevaarders onder de Grieken waren, zoals ik verwacht en het mijn vaste overtuiging is. De consequentie hiervan is dat de Egyptenaren de namen van die goden veel beter zouden kennen dan die van Herakles. Nee, Herakles is in Egypte een van de oudere goden. Ze zeggen het zelf zo: 17.000 jaar voordat Amasis aan de macht kwam,[4] zijn na de acht goden de twaalf gekomen van wie Herakles er volgens hen één is.
[44] Ik wilde hierover enige duidelijkheid hebben uit welke hoek dan ook en ben ook naar Tyros in Foenicië gevaren,[5] want ik hoorde dat daar een tempel was, gewijd aan Herakles. Inderdaad heb ik er een bezocht die rijk voorzien was van onder andere vele wijgeschenken. Daar stonden ook twee zuilen, een van zuiver goud en een van smaragd dat ’s nachts sterk licht gaf.[6]
Een oude god
Ik kwam in gesprek met de priesters van de god en vroeg uit welke tijd hun tempel stamde. Ik ontdekte dat ook zij niet op één lijn stonden met de Grieken: volgens hen was de tempel van de god tegelijk met de stichting van Tyros opgericht en was het 2300 jaar geleden dat ze in Tyros kwamen te wonen. Ik zag dat er in Tyros nóg een tempel stond van Herakles, bijgenaamd “de Thasiër”. Ik ben ook op Thasos geweest, waar ik een tempel van Herakles heb gezien, opgericht door Foeniciërs die op hun zoektocht naar Europa[7] eropuit waren gevaren en zich op Thasos hadden gevestigd. En dat gebeurde vijf generaties[8] vóór de geboorte van Amfitryons zoon Herakles in Griekenland.
Uit deze bevindingen blijkt overduidelijk dat Herakles een oude god is. Ik denk dat die Grieken[9] die twee heiligdommen voor Herakles hebben laten oprichten en nu in hun bezit hebben, hier zeer juist aan doen. Ze brengen dierenoffers aan de ene als aan een onsterfelijke die de “Olympische” wordt genoemd, aan de andere dodenoffers als aan een halfgod.[10]
Een dwaas verhaal
[45] Er zijn nog veel meer dingen die door de Grieken klakkeloos worden meegedeeld. Het volgende verhaal dat ze over Herakles vertellen, is even dwaas.[11] Hij zou, aangekomen in Egypte, van de Egyptenaren een krans op z’n hoofd hebben gekregen en door hen in een optocht zijn weggevoerd om aan Zeus geofferd te worden. Al die tijd bleef hij rustig, maar toen ze een haarlok van hem op het altaar wilden wijden,[12] verzette hij zich en bracht hen allen om het leven.[13] Het komt mij voor dat Grieken die dit vertellen geheel onkundig zijn van de aard en de gebruiken van de Egyptenaren. Als het hen op grond van religieuze regels niet is toegestaan dieren te offeren behalve alleen varkens, stieren en kalveren die rein zijn, en ganzen, hoe is het dan mogelijk dat zij mensen offeren? Hoe waarschijnlijk is het dat Herakles, toen er, zoals zij immers beweren, van hem nog maar één was en hij bovendien sterfelijk was, een niet te tellen aantal mensen doodde?
Nu ik hierover dit allemaal heb verteld, hoop ik op genade van de kant van zowel de goden als de halfgoden.[14]
Aanbevolen literatuur
De mensenoffers door farao Busiris (hier niet met naam genoemd door de schrijver) en afbeeldingen daarvan in de Griekse vaaskunst zijn het onderwerp van het artikel van Antonia Roumpi, The Killing of Busiris – The Vase-Painter’s Idea of the Musicians in the Service of an Egyptian King, in: Imago Musicae, International Yearbook on Musical Iconography, vol. 23 (2011), pp. 23-41.
[1] De diverse ‘godengeneraties’ worden later besproken (zie hfdst. 145).
[2] De schrijver maakt onderscheid tussen twee figuren met de naam Herakles, een god en een halfgod (vgl. slot hfdst. 44 en opm. 10).
[3] Dit zijn bij uitstek de goden die in verband staan met de zeevaart en de Egyptenaren hadden hen overgenomen, als er over zee contacten waren met de Grieken, wat niet het geval was volgens de schrijver.
[4] Dat was dus in 17596 vC.; Amasis was farao van de 26ste dynastie (596-526 vC).
[5] In de oudheid reisde je niet zomaar op en neer; de schrijver zal Tyros op de terugweg hebben aangedaan, na zijn bezoek aan Egypte.
[6] De brontekst is hier corrupt; gekozen is voor de variant σμαράγδου λάμποντος μέγα φῶς (i.p.v. μέγαθος), “smaragd dat met groot licht schijnt”.
[7] In de mythologie wordt Europa, dochter van Foenicisch koning Agenor, door Zeus, die de gedaante van een stier had aangenomen, ontvoerd en naar het continent overgebracht dat later naar haar werd vernoemd.
[8] De schrijver gaat ervan uit (zie boek 5, hfdst. 59) dat Amfitryon een tijdgenoot is van Laios, koning van Thebe (vader van Oidipous) en zoon van Labdakos, kleinzoon van Polydoros, achterkleinzoon van Kadmos; Herakles vormt volgens de bij de Grieken gebruikelijke inclusieve telling de vijfde generatie.
[9] Volgens Pausanias (Perihegesis 2.10.1) zouden de inwoners van Sikyon ook de verering van Herakles als halfgod gekend hebben.
[10] Het Grieks gebruikt hier de term heroos (Gr. ἥρως), een sterveling die geboren is als kind van een goddelijk en een menselijk wezen.
[11] Zonder hem bij naam te noemen verwijst de schrijver naar het meedogenloze handelen van farao Busiris; de eerste vermelding van zijn mensenoffer is terug te vinden in een fragment uit het werk van Ferekydes van Athene (FGrH 3 fr. 17).
[12] Als zodanig wordt de haarlok niet genoemd in de brontekst, die melding maakt van een katarche (Gr. κατάρχη, ww. κατάρχεσθαι), een symbolische handeling als inleiding op een offer.
[13] Bij (pseudo-)Apollodoros (Bibliotheke 2.5.11) valt te lezen dat de Egyptenaren onder een negen jaar lange hongersnood gebukt gingen; een orakel adviseerde farao Busiris om mensenoffers te brengen, wat hij deed met vreemdelingen die het land bezochten, maar toen hij dat met Herakles en zijn zoon Ifidamas wilde doen, werd hijzelf door hen gedood.
[14] Als diepgelovige Griek vreest de schrijver de wraak van de goden (en vooral die van Herakles), nu hij zich kritisch heeft uitgelaten.