[136] Het werd weer dag en toen de achterblijvers begrepen dat zij door Dareios waren verraden, zwaaiden zij met hun armen naar de Skythen en vertelden wat er aan de hand was. Toen de Skythen dit hadden gehoord, verzamelden zij onmiddellijk hun troepen. De twee legeronderdelen van de Skythen, het samen met de Sauromaten gecombineerde onderdeel, de Boudinen en de Gelonen gingen de Perzen achterna in de richting van de Istros. Omdat het overgrote deel van het Perzische leger uit infanteristen bestond en het zich niet kon oriënteren (aangelegde wegen kennen ze daar niet), maar het Skythische leger uit ruiters bestond en de kortste route kende, misten zij elkaar en bereikten de Skythen de schipbrug veel eerder dan de Perzen.
Wat te doen met de brug?
Zij begrepen dat de Perzen nog niet waren aangekomen en zeiden tegen de Ioniërs, die zich al hadden ingescheept: “Mannen uit Ionia, het aantal dagen zit erop en het is niet juist dat jullie hier nog langer blijven. Als jullie echter in de dagen hiervoor uit angst zijn gebleven, ontmantel de brug, ga onmiddellijk weg en geniet van jullie vrijheid. Wees de goden en de Skythen dankbaar. Wij zullen de heerser die jullie vroeger hadden, zó aan onze hand nemen dat hij tegen niemand meer met zijn leger optrekt.”
Histiaios vs. Miltiades
[137] De Ioniërs hielden naar aanleiding hiervan beraad. Miltiades uit Athene, die de aanvoerder van de Chersonieten aan de Hellespont was en daar hun tiran, vond dat ze naar de Skythen moesten luisteren en Ionia bevrijden. De Milesiër Histiaios was het daarmee niet eens en zei dat dankzij Dareios een ieder van hen over zijn stad heerste, maar dat als aan de macht van Dareios’ een einde kwam noch hijzelf in staat zou zijn over de Milesiërs te heersen noch iemand anders over andere steden. Elke stad zou veel liever een democratie willen hebben dan door een tiran geregeerd worden.
Toen Histiaios dat als zijn mening verkondigde, hadden allen zich meteen daarbij aangesloten, hoewel zij eerder Miltiades’ standpunt kozen.
Steun voor de Perzische koning
[138] Zij die hun stem uitbrachten en in aanzien stonden bij de Perzische koning waren de volgende: de tirannen van de bewoners van de Hellespont Dafnis van Abydos, Hippoklos van Lampsakos, Herofantos van Parion, Metrodoros van Prokonnesos, Aristagoras van Kyzikos en Ariston van Byzantion; zij kwamen uit de Hellespont. Uit Ionia waren dat Strattis van Chios, Aiakes van Samos, Laodamas van Fokaia en Histiaios van Milete, de man die een ander standpunt had ingenomen dan Miltiades. Uit Aiolia was daar Aristagoras van Kyme als enige man van aanzien.