[234] Zo hebben de Grieken om Thermopylai strijd geleverd. Xerxes riep Demaratos bij zich en vroeg om te beginnen het volgende: “Demaratos, je hebt kwaliteiten. De feiten wijzen dat uit: alles wat je hebt verkondigd, is uitgekomen. Vertel me nu, hoeveel Lakedaimoniërs zijn er nu nog ongeveer en hoevelen van hen zijn zo goed in de oorlogvoering of zijn zij allen even goed?” Dit was zijn reactie: “Geachte koning, het totale aantal Lakedaimoniërs is groot, talrijk hun steden. Wilt u het precies weten? U zult het van mij vernemen. Je hebt in Lakedaimon Sparta, een stad met ongeveer 8000 mannelijke inwoners. Zij allen zijn vergelijkbaar met de mannen die hier hebben gestreden. De overige Lakedaimoniërs zijn dat niet, maar wel moedig.” Hierop zei Xerxes: “Demaratos, op welke wijze zullen wij met minimale inspanning van die mannen winnen? Leg het mij maar uit. Jij kent immers alle ins en outs van hun beraadslagingen, gezien het feit dat je hun koning bent geweest.“
Demaratos: 300 schepen naar de Peloponnesos
[235] Dit was zijn antwoord: “Geachte koning, het is duidelijk dat u dringend om mijn advies vraagt en ik kan niet anders dan u de beste raad te geven. Wat dacht u ervan om 300 schepen uit uw vloot op het Lakonische land af te sturen? Daar vlakbij ligt een eiland dat Kythera heet.[1] Chilon, een man die bij ons als zeer wijs geldt,[2] zei erover dat de Spartanen er meer aan hadden dat het onder de zeespiegel verdween dan dat het erboven uitstak. Het was steeds zijn vermoeden dat er iets zou gebeuren zoals ik u voorstel. Niet dat hij uw expeditie voorzag, maar hij vreesde sowieso elke legermacht. Ze[3] moeten dat eiland als uitvalsbasis nemen en de Lakedaimoniërs schrik aanjagen. Wanneer een oorlog bij hen om de hoek ligt en hún oorlog wordt, hoeft u niet bang te zijn dat zij de rest van Griekenland komen helpen, wanneer dit door het landleger wordt bezet. Is de rest van Griekenland onderworpen, dan blijft het Lakonische land alleen en verzwakt achter. Als u dat nalaat te doen, kunt u het volgende verwachten. Een nauwe landengte vormt de toegang tot de Peloponnesos.[4] Alle Peloponnesiërs zullen tegen u een verbond aangaan en u moet op die plek nóg hevigere gevechten verwachten dan er al plaats hebben gevonden. Wanneer u echter het eerste doet, zullen zonder slag of stoot die landengte en de steden daarachter voor uw zijde kiezen.”
Achaimenes: houd de vloot bij elkaar
[236] Na hem sprak Achaimenes, broer van Xerxes en commandant van de vloot. Hij was bij het gesprek aanwezig en bang dat Xerxes ertoe werd bewogen die dingen te doen. Hij zei: “Geachte koning, ik constateer dat u de woorden gelooft van een man die jaloers is op uw succes en uw belangen verraadt. Ja, dat is typisch de aard van de Grieken: succes wekt bij hen afgunst op, superioriteit haat. U heeft al de nodige tegenslag, want 400 schepen zijn door schipbreuk vergaan,[5] maar als u nog eens 300 schepen vanuit de legerbasis zult sturen om om de Peloponnesos te varen,[6] kunnen de tegenstanders het tegen u opnemen. Mits geconcentreerd is de vloot voor hen moeilijk te bestrijden en zullen zij helemaal niet tegen u opgewassen zijn. De complete vloot zal het landleger tot ondersteuning zijn, het landleger de vloot door samen op te rukken.[7] Als u ze van elkaar scheidt, kunt u niets voor hen betekenen en zij niets voor u. Zorg goed voor uw eigen zaken en neem u voor u niet bezig te houden met de informatie over uw vijanden, hoe zij de oorlog zullen opzetten, wat zij zullen doen en hoe groot hun troepenmacht is. Zij zijn heel wel in staat voor zichzelf te zorgen en wij kunnen dat even goed voor onszelf. Als de Lakedaimoniërs tegen de Perzen ten strijde gaan, maken zij het verlies dat zij nu hebben geleden, helemaal niet goed.”
Het besluit van Xerxes
[237] Dit was hierop het antwoord van Xerxes: “Achaimenes, jij hebt volgens mij gelijk en ik zal doen wat jij zegt. Demaratos stelt voor wat zijns inziens voor mij het beste is, maar wordt door jou overtroffen in oordeelkundigheid. Zeker, die heb jij, maar ik kan niet geloven dat hij geen sympathie koestert voor mijn zaak. Ik leid dat af uit wat hij eerder zei en uit het gegeven dat een burger afgunstig is op het succes van een medeburger, door te zwijgen zich tegen hem keert en, als een medeburger hem om raad vraagt, hem niet voorstelt wat in zijn ogen het beste is. Misschien doen zeer rechtschapenen dat, maar zulke mensen zijn op de vingers van één hand te tellen. Een gastvriend daarentegen is voor een succesvol gastvriend zeer behulpzaam en de een, gevraagd om raad, zal de ander de beste adviezen geven. Daarom vraag ik eenieder voortaan zich te onthouden van smadelijke taal naar Demaratos toe, want hij is een gastvriend van mij.”
Leonidas’ lijk toegetakeld
[238] Na die woorden maakte hij een ronde langs de lijken. Toen hij bij dat van Leonidas hoorde dat het van de koning en aanvoerder van de Lakedaimonërs was, liet hij het hoofd afhakken en op een paal steken. Dit is voor mij onder andere het duidelijkste bewijs dat koning Xerxes het meest van allen op Leonidas vertoornd was, toen hij nog in leven was. Hij zou anders nooit op die manier zich hebben vergrepen aan zijn lijk, omdat van alle volkeren die ik ken, vooral de Perzen normaal gesproken veel respect hebben voor iemand die dapper vecht. Maar goed, de opdracht daartoe was gegeven en werd ten uitvoer gebracht.[8]
[1] Ten zuiden van Kaap Male(i)a, de meest oostelijke landtong (van de drie) in het zuiden van de Peloponnesos; Demaratos’ suggestie wekt bevreemding, want de zee tussen de kaap en het eiland is berucht om het onberekenbare weer.
[2] Reeds in boek 1, hfdst. 59, genoemd om een voorspelling aan het adres van Hippokrates, vader van Atheens tiran Peisistratos.
[3] Xerxes’ troepen wel te verstaan.
[4] Bedoeld wordt de Isthmos (Gr. Ἰσθμός) bij Korinthe.
[5] Hetzelfde aantal schepen dat de schrijver in hfdst. 190 noemt.
[6] Achaimenes overdrijft Demaratos’ intenties; deze had het in hfdst. 235 slechts over Kythera als uitvalsbasis.
[7] Achaimenes verwoordt de algemene strategie van de Perzen: landleger en vloot rukken zij aan zij op.
[8] D.w.z. met tegenzin en in de wetenschap dat het niet volgens de Perzische norm geschiedde.