[126] In een volgende generatie heeft Kleisthenes, tiran van Sikyon, de familie nog meer aanzien bezorgd, zodat deze onder de Grieken nog meer naamsbekendheid kreeg dan daarvoor. Kleisthenes, zoon van Aristonymos (kleinzoon van Myron, achterkleinzoon van Andreas), had een dochter die de naam Agariste droeg. Hij wilde haar uithuwelijken aan de allerbeste Griek die hij kon vinden. De Olympische spelen werden gehouden en toen Kleisthenes daar met een vierspan de overwinning behaalde, liet hij officieel weten:[1] “Wie van de Grieken denkt dat hij de beste schoonzoon voor Kleisthenes is, moet op de zestigste dag of eerder naar Sikyon komen, want Kleisthenes wil het huwelijk sluiten binnen een jaar, gerekend vanaf die zestigste dag.”[2]
Alle Grieken die van zichzelf en hun afstamming een hoge dunk hadden, kwamen langs als huwelijkskandidaten. Speciaal voor deze gelegenheid had Kleisthenes voor hen een wedstrijdbaan en een worstelperk laten aanleggen.[3]
De huwelijkskandidaten
[127] Uit Italië kwamen Smindyrides van Sybaris, zoon van Hippokrates, die, wat luxe betrof, de absolute top had bereikt (toen maakte Sybaris haar meest welvarende periode door), en Damasos van Syris, zoon van Amyris die ‘de wijze’ werd genoemd. Zij kwamen uit Italië, maar uit de Ionische Golf kwam Amfimnestos van Epidamnos,[4] zoon van Epistrofos. Dat was de man uit de Ionische Golf. Uit Aitolia kwam Males, de broer van de beroemde Titormos, de krachtpatser onder de Grieken, maar wel een die mensenschuw was en zich had teruggetrokken naar een uithoek van het Aitolische gebied.

Uit de Peloponnesos kwam Leokedes, zoon van Feidon, tiran van Argos, en een afstammeling van die Feidon die de Peloponnesische afstandsmaten heeft bedacht[5] en van alle Grieken de grootste zonde had begaan door de Elische scheidsrechters buiten spel te zetten en zelf het toernooi in Olympia te organiseren.[6] Zijn zoon kwam dus en verder: Amiantos van Trapezous in Arkadia, zoon van Lykourgos, en Lafanes, een Azaniër uit de stad Paios,[7] zoon van Euforion (in Arkadia gaat het verhaal dat deze Euforion de Dioskouren in zijn huis opnam[8] en sindsdien iedereen gastvrij ontving) en Onomastos van Elis, zoon van Agaios.
Dat waren de gasten uit de Peloponnesos zelf. Uit Athene kwamen Megakles, zoon van Alkmeon (de man die op bezoek bij Kroisos is geweest)[9], en verder de zoon van Teisandros, Hippokleides, de rijkste en knapste Athener. Van Eretria, toen een welvarende stad, kwam Lysanias; hij was de enige uit Euboia. Uit Thessalia kwam Diaktorides van Krannon, een lid van de familie van de Skopaden, en Alkon uit het volk van de Molossen.[10]
Wie is de beste?
[128] Zoveel huwelijkskandidaten waren er. Ze kwamen op de afgesproken dag en eerst vroeg Kleisthenes naar hun vaderland en ieders afstamming, daarna hield hij ze een jaar lang bij hem thuis en bestudeerde hen op hun dapperheid, temperament, algemene ontwikkeling en gedrag. Dit deed hij door hen individueel en als groep aan te spreken en alle jongeren onder hen naar de sportvelden te leiden.
Hij bestudeerde hen vooral tijdens het avondmaal. Al die tijd dat hij hen over de vloer had, deed hij dat en was hij hun gastheer en niet zo’n beetje ook. Trouwens, het waren vooral de huwelijkskandidaten afkomstig uit Athene, die hem het meeste bevielen, en zijn voorkeur ging onder hen uit naar Hippokleides, zoon van Teisandros, op grond van zijn dapperheid en zijn oude familiebanden met de Kypseliden in Korinthe.[11]
[1] De Olympische spelen trokken vele sporters en supporters uit adellijke kringen en waren daardoor een geschikt platform om een ‘huwelijksadvertentie’ te plaatsen.
[2] Een termijn van twee maanden bood aan kandidaten die uit de verste Griekse koloniën kwamen, de mogelijkheid om op tijd aanwezig te zijn.
[3] De adellijken hadden de tijd en faciliteiten om aan sport te doen en zo dacht Kleisthenes de meest geschikte kandidaat te kunnen uitzoeken op basis van (mede) hun lichamelijke prestaties.
[4] Epidamnos (Gr. Ἐπίδαμνος), oorspronkelijk een kolonie van Kerkyra, is het huidige Durrës in Albanië, dat eerder aan de kust van de Adriatische Zee ligt.
[5] Een vroeg voorbeeld van standaardisering, inhoudelijk verder onbekend; Pheidon (de jongere) wordt door Aristoteles (Pol. 1310b) genoemd als eerste tiran van Argos (het is niet duidelijk of de schrijver hier twee verschillende personen voor ogen heeft).
[6] De ligging van Olympia in Elis gaf haar inwoners het voorrecht de spelen te organiseren.
[7] Azania lag in het noordwesten van Arkadia aan de rivier de Alfeios.
[8] Met deze bewoordingen laat de schrijver doorschemeren dat hij dit hoge bezoek van de halfgoden niet waarschijnlijk vindt.
[9] Zoals beschreven in hfdst. 125.
[10] De Molossen (Gr. Μολοσσοί) waren een klein volk in het zuiden van Epeiros (noordwestelijk Griekenland).
[11] De Kypseliden waren afstammelingen van Kypselos (Gr. Κύψελος), tiran van Korinthe (zie voor zijn geboorte en naamgeving boek 5, hfdst. 92); dit is een ander dan de Athener Kypselos, genoemd in hfdstt. 34-36.