Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Inname van Kypros

[108] De berichtgeving aan de Perzische koning over Sardes, Dareios’ optreden met de boog, zijn bespreking met Histiaios, diens vrijlating door Dareios en terugkeer naar het kustgebied… in de tussentijd gebeurde het volgende. Terwijl Onesilos van Salamis Amathous belegerde,[1] ontving hij het bericht dat de Pers Artybios met een vloot een groot Perzisch leger overzette en daarmee binnenkort op Kypros zou landen. Toen Onesilos daarvan hoorde, zond deze gezanten naar heel Ionia om om hulp te vragen. De Ioniërs hoefden niet lang na te denken en kwamen met een grote troepenmacht. Zij nu verschenen bij Kypros en de Perzen, die met hun vloot vanuit Kilikia waren overgestoken, trokken te voet op naar Salamis. De Foeniciërs echter voeren met hun schepen om de kaap die de ‘Sleutels van Kypros’[2] wordt genoemd.

Krijgsraad

[109] Zo ongeveer moet het zijn gegaan en de bestuurders van Kypros riepen de aanvoerders van de Ioniërs voor overleg bij zich en zeiden: “Mannen uit Ionia, wij op Kypros laten het aan jullie over om voor het een of het ander te kiezen. Als jullie in gelid de Perzen te voet willen weerstaan, is dit wellicht voor júllie het goede tijdstip om van boord te gaan en je aan land op te stellen, voor óns om jullie schepen te bemannen en het op te nemen tegen de Foeniciërs. Maar als jullie liever de Foeniciërs willen weerstaan, moeten jullie doen wat ook maar jullie keuze zal zijn, zolang als Ionia en Kypros dankzij jullie vrij zullen zijn.”

De Ioniërs zeiden hierop: “De raad van de Ioniërs heeft ons gezonden om de zee te bewaken, niet om onze schepen aan de Kyprioten te overhandigen en aan land de strijd tegen de Perzen aan te gaan. Wij zullen dus ons best doen dáár van dienst te zijn, waar het ons is opgedragen; jullie moeten niet vergeten wat jullie onder het juk van de Perzen hebben meegemaakt, en je dappere mannen betonen.”

[110] Dat was het antwoord van de Ioniërs. Inmiddels hadden de Perzen de vlakte van Salamis bereikt en stelden de koningen van Kypros de overige Kyprioten op tegenover het andere deel van de vijanden, maar tegenover de Perzen stelden zij elite-eenheden van de Salaminiërs en Soliërs[3] op. Onesilos’ koos er zelf voor positie in te nemen tegenover Artybios, de legeraanvoerder van de Perzen.

Artybios te paard

[111] Artybios reed op een paard dat getraind was om te steigeren, wanneer het tegenover een zwaarbewapende kwam te staan. Onesilos had daarvan gehoord en zei tegen zijn schilddrager, die oorspronkelijk uit Karia kwam en zeer ervaren in militaire taktiek en ronduit moedig was: “Ik begrijp dat het paard van Artybios steigert en met z’n hoeven en mond iedereen afmaakt die het tegenkomt. Neem een besluit en vertel mij meteen waarop jij je aandacht wil richten, het paard of Artybios zelf.” Hierop zei zijn dienaar: “Koning, ik ben bereid allebei te doen of één van de twee en in ieder geval dat wat u opdraagt. Maar ik zal aangeven wat volgens mij het beste past in uw situatie. Ik vind dat in een gevecht koningen en veldheren elkaar moeten opzoeken. Zie het zo: u doodt een aanvoerder en dat is geweldig; aan de andere kant, wanneer híj u doodt – dit mag niet gebeuren! -, is het half zo erg om gedood te worden door een belangrijk man. Wij dienaren echter moeten het tegen dienaren van de tegenpartij opnemen, dus ook tegen een paard. Vrees niet de kunsten daarvan; ik beloof u dat het nooit meer tegenover iemand zal komen te staan.”

[112] Dat waren zijn woorden en niet lang daarna raakten de troepen ter zee en op het land met elkaar slaags. De Ioniërs, onder wie vooral de Samiërs opvielen, leverden die dag een topprestatie en versloegen met hun vloot de Foeniciërs. Toen de legers aan land met elkaar slaags raakten, werd er man tegen man gevochten. Met de beide aanvoerders gebeurde het volgende. Toen Artybios, gezeten op zijn paard, Onesilos opzocht, trof deze, zoals hij met zijn schilddrager had afgesproken, de aanvaller zelf, maar precies op het moment dat het paard z’n hoeven liet neerkomen op het schild van Onesilos, haalde de Kariër met een kromzwaard uit en hakte het paard de benen af. Ter plekke stortte Artybios, de aanvoerder van de Perzen, samen met z’n paard ter aarde.

Overlopers

[113] Terwijl de rest in het gevecht verwikkeld was, liep Stesenor, heerser van Kourion,[4] over met een niet geringe troepenmacht. Naar verluidt zijn die Kouriërs emigranten uit Argos. Na het verraad van de Kouriërs volgden de wagenstrijders van de Salaminiërs het voorbeeld van de Kouriërs.[5] Het een en ander leidde ertoe dat de Kyprioten het aflegden tegen de Perzen. Toen hun leger op de vlucht was geslagen, sneuvelden onder anderen Onesilos, zoon van Chersis, die de Kyprioten tot de opstand had bewogen, en de koning van de Soliërs, Aristokypros, zoon van Filopykros (door de Athener Solon, na zijn bezoek aan Kypros,[6] in een gedicht[7] als tiran het meest geprezen).

[114] De Amathousiërs hakten Onesilos’ hoofd af, omdat hij hen had belegerd, en brachten het naar Amathous, waar ze het boven de stadspoort hingen. Terwijl het er hing en weldra leeg raakte, kroop een zwerm bijen erin en bouwde het vol met een honingraat. Toen dit gebeurde, kregen de Amathousiërs van het orakel, dat zij natuurlijk hadden geraadpleegd, het advies om het hoofd naar beneden te halen en te begraven en ieder jaar offers te brengen als aan een halfgod: als zij dat deden, zou de toekomst er beter voor hen uitzien. Dat hebben de Amathousiërs nog tot in mijn tijd gedaan.

[115] Toen de Ioniërs die bij Kypros op zee hebben gevochten, hadden begrepen dat Onesilos’ zaak verloren was en de steden van de Kyprioten belegerd werden behalve Salamis (door de inwoners aan hun vroegere koning Gorgos uitgeleverd), voeren zij meteen hierna terug naar Ionia. De stad op Kypros die de belegering het langste volhield, was Soloi, dat de Perzen na vier maanden innamen door overal gangen onder de stadsmuur te graven. De Kyprioten leefden net een jaar in vrijheid, of zij waren opnieuw tot slavernij gebracht.


[1] Zoals beschreven in hfdst. 104.

[2] Het meest oostelijke punt van het eiland, dat zijn naam dankt aan een paar rotseilandjes in de buurt.

[3] Inwoners van Soloi (Gr. Σόλοι) aan de noordwestelijke kust van Kypros.

[4] Kourion (Gr. Κούριον) ligt aan de zuidwestelijke kust van Kypros.

[5] Wagens behoorden niet tot het standaardarsenaal van Griekse legers; wanneer de wagens door niet-Kyprioten werden bemand, is het snelle overlopen van deze eenheden verklaarbaar.

[6] De wetgever Solon (Gr. Σόλων) vertrok na zijn politiek reform in 594 vóór Christus uit Athene om pas in 575 vóór Christus terug te keren; op zijn vele reizen deed hij Kypros aan en hielp Filokypros, koning van het rotsstadje Aipeia (‘stijl’, Gr. Αἰπεία), bij de stichting van een nieuwe stad aan de noordkust: het naar hem vernoemde Soloi (Gr. Σόλοι).

[7] Fragmentarisch overgeleverd, zie CURFRAG.tlg-0263.19 en de vertaling van A.S. Hartkamp, De gedichten van Solon, in: Hermeneus, jaargang 71, pp. 328-338.