[143] De Milesiërs waren dus de enige Ioniërs buiten gevaar, omdat zij een akkoord hadden gesloten. Ook de eilandbewoners onder hen hadden niets te vrezen, want de Foeniciërs waren nog geen onderdanen van de Perzen en de Perzen zelf geen zeevaarders.[1]
Het Panionion
Deze Ioniërs waren apart komen te staan van de rest, alleen vanwege één reden: heel het Griekse volk stond er in die tijd zwak voor, maar het Ionische volk was verreweg het zwakst en minst belangrijk. Afgezien van Athene had je geen enkele andere stad van betekenis. De rest van de Ioniërs en de Atheners meden die naam en wilden geen ‘Ioniërs’ heten. Ik heb de indruk dat de meesten van hen zich nog steeds ervoor schamen. De twaalf steden waren zelf wél trots op hun naam en stichtten op hun eigen kosten een heiligdom dat ze de naam ‘Panionion’ gaven.[2] Zij besloten het met geen andere Ioniërs te delen (er was ook niemand die om deelname vroeg, behalve de Smyrneërs).
[144] Het is te vergelijken met de Doriërs uit het vijfstedengebied, vroeger geheten het ‘zesstedengebied’. Ze zagen erop toe niemand van de omwonende Doriërs toe te laten in het heiligdom op Triopion[3] en ook wie onder henzelf tegen de regels van het heiligdom had gehandeld, werd door hen van deelname uitgesloten. Bij de spelen ter ere van de Apollo Triopios gaven ze vroeger drievoeten van brons aan de winnaars en wie de prijzen kreeg mocht die niet uit het heiligdom meenemen, maar moest die ter plekke aan de god wijden.
Een zekere Agasikleës uit Halikarnassos nam na zijn overwinning de regel niet serieus: hij bracht z’n drievoet naar zijn eigen huis en bevestigde die aan de muur. Dat was voor de vijf steden Lindos, Ialysos, Kamiros, Kos en Knidos de reden waarom zij de zesde stad Halikarnassos van deelname uitsloten. Dat was de straf die ze de inwoners van Halikarnassos oplegden.
Oorsprong van de twaalfstedenbond
[145] Daarentegen denk ik dat de Ioniërs het op twaalf steden hielden en er niet meer wilden toelaten, omdat, toen zij op de Peloponnesos leefden, er twaalf regio’s van hen waren, zoals er ook nu twaalf regio’s van Achaiërs zijn die de Ioniërs het land hebben uitgezet. Op de eerste plaats heb je Pellene bij Sikyon, dan Aigeira en Aigai, waar het water van de rivier Krathis – in Italië heb je een gelijknamige rivier[4] – altijd stroomt. Dan heb je Boura en Helike, waar de Ioniërs hun toevlucht zochten nadat ze in een gevecht door de Achaiërs werden verslagen, en verder Aigion, Rypes, Patreës, Fareës, Olenos, waar Peiros de grote rivier is, Dyme en Tritaieës, dat als enige van die steden in het binnenland ligt.[5]

[146] Dit zijn tegenwoordig de twaalf regio’s van de Achaiërs, maar vroeger waren die van de Ioniërs. Dat is dan ook de reden waarom de Ioniërs twaalf steden hebben gesticht. Om te zeggen dat zij meer Ionisch zijn dan de andere Ioniërs of een edeler afkomst hebben, is je reinste kolder. Een substantieel deel van hen zijn Abanten uit Euboia die helemaal niets te maken hebben met de naam Ionia. Minyërs uit Orchomenos hebben zich met hen vermengd en ook Kadmiërs, Dryopen, Fokenzers die zich afgescheiden hebben, Molossen, Pelasgen uit Arkadia en Doriërs uit Epidauros en nog vele andere volksstammen.
Zij die vertrokken zijn vanuit het stadhuis van de Atheners[6] en vonden dat zij de edelste Ioniërs waren, brachten geen vrouwen mee naar hun nieuwe nederzetting, maar namen Karische vrouwen van wie ze de ouders hadden gedood. Die slachting was voor die vrouwen de reden voor een traditie. Zij legden ten overstaan van elkaar een eed af en gaven die door aan hun dochters om nooit samen met hun mannen te eten en hun eigen mannen bij de naam aan te roepen, omdat zij hun vaders, echtgenoten en kinderen hadden gedood en na die daad met hen onder één dak wilden leven. Zo is het in Milete gegaan.
[147] Sommigen van hen kozen Lykiërs als hun koningen, afstammelingen van Glaukos, zoon van Hippolochos, anderen kozen hiervoor Kaukonen uit Pylos,[7] afstammelingen van Kodros, zoon van Melanthos,[8] een derde groep allebei.[9] Hoe het ook zit, zij hechten meer aan hun naam dan de overige Ioniërs. Laten zij die van onvermengd ras zijn, Ioniërs zijn, maar dan zijn ook allen die uit Athene afkomstig zijn en het Apatouriafeest[10] vieren, Ioniërs. Iedereen viert dat feest, alleen de inwoners van Efese en Kolofon niet. Zij zijn de enige Ioniërs die het Apatouriafeest niet vieren met als excuus: een moord.
Het feest van het Panionion
[148] Het Panionion is een heilige plek aan de noordelijke kant van Mykale[11] die toegewezen is aan Poseidon Helikonios[12], een unanieme beslissing van de Ioniërs. Mykale is een uitloper van het vasteland en strekt zich in westelijke richting uit richting Samos. Ionërs kwamen uit hun steden daar bijeen om er regelmatig een feest te vieren dat ze de naam Panionia gaven.[13] Niet alleen de feesten van de Ioniërs hebben die uitgang, álle feesten van alle Grieken eindigen zonder uitzondering op dezelfde letter, precies zoals de naamwoorden van de Perzen.[14]
[1] Met de implicatie dat de eilandbewoners geen agressie hoefden te vrezen over zee.
[2] De ironie wil dat het heiligdom de naam ‘volledig Ionisch’ of ‘voor alle Ioniërs’ draagt, maar niet toegankelijk was voor alle Ioniërs.
[3] Kaap bij Knidos, ten zuiden van Halikarnassos.
[4] Deze mondt in de Middellandse Zee uit precies tussen de steden Sybaris en Thourioi.
[5] De elf andere steden liggen grotendeels aan de kust van de Korinthische Golf en worden van oost naar west genoemd.
[6] Kolonisten lieten zich vóór hun vertrek officieel uit hun gemeente, in dit geval hun ‘moederstad’, metropolis (Gr. μητρόπολις), Athene, uitschrijven; het begeleidend ritueel bestond uit het meenemen van vuur uit de stadshaard.
[7] De Kaukonen worden reeds door Homeros genoemd (Odysseia 3, r. 366), maar niet als bewoners van Pylos.
[8] In boek 5, hfdst. 65, wijst de schrijver op de familieband die Atheens tiran Peisistratos had met het vorstenhuis in Pylos.
[9] Insinueert de schrijver dat het in het laatste geval gaat om een dubbel koningschap zoals in Sparta?
[10] Driedaags feest in Athene dat wordt gehouden in de maand pyanepsion (oktober-november) en waarbij families, fratriai (broederschappen), bijeenkwamen; de term apatouria (Gr. ἀπατουρία) is afgeleid van homopatoria (Gr. ὁμοπατορία), ‘vergadering van vaders’.
[11] De kaap behoorde tot het grondgebied van Priëne; het opgravingsterrein is tegenwoordig te bezichtigen in Güzelçami (Turkije), ten zuiden van Kusadasi.
[12] Poseidons relatie tot de Helikon, de berg bij Thespiai in Boiotia, is duister; het is aannemelijker dat het epitheton verwijst naar de stad Helike in Achaia, waar een heiligdom van Poseidon stond (de Ioniërs van de twaalfstedenbond waren nakomelingen van de migranten uit Achaia, zie hfdst. 145).
[13] De verleden tijd van de werkwoorden impliceert dat in de tijd van de schrijver die traditie niet meer bestond.
[14] Vgl. de ‘taalkundige’ verklaring in hfdst. 139.