Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Kleio

De negen boeken Historiën van Herodotos van Halikarnassos hebben ieder de naam gekregen van een van Apollo’s muzen. Het eerste boek draagt de naam van de muze van de geschiedschrijving (herkenbaar aan de boekrol die zij vasthoudt): Kleio (Gr. Κλειώ). Dit boek telt 216 hoofdstukken.

Drie verhalen

De indeling in negen boeken stamt uit de Hellenistische tijd en is het werk van de geleerden die verbonden waren aan de bibliotheek in Alexandrië. Het is nooit de keuze van Herodotos geweest om zijn werk zo te presenteren. Nadere bestudering leert dat het eerder een collectie is van 28 verhalen, zgn. logoi (Gr. λόγοι).

Het eerste verhaal gaat over Kroisos, koning van Lydia, en de ondergang van zijn rijk (6-94). Het tweede verhaal betreft de opkomst van het Perzische rijk onder Kyros de Grote (95-140). Het derde verhaal beschrijft de situatie in Perzië en de inname van Babylon (141-216).

Inhoud

Het eerste boek opent met een mythologische uiteenzetting over de tegenstellingen tussen Grieken en Klein-Aziatische volkeren. Hierna krijgen twee koningen uitgebreid aandacht: Kroisos, koning van de Lydiërs, en Kyros, koning van de Perzen.

Kroisos is de tragische held die vindt dat zijn rijkdom de expansie van zijn koninkrijk rechtvaardigt. Het raadplegen van diverse orakels moet hem in zijn beslissing sterken, maar hij begaat een cruciale vergissing door uitspraken van het orakel van Delfi verkeerd op te vatten. Zijn aanval op Perzië luidt zijn eigen ondergang in.

Met een terugblik in de tijd vertelt de schrijver over de opkomst van het Medische rijk. De laatste koning Astyages onderschat het doortastend optreden van zijn kleinzoon Kyros, zoon van een Pers, en wordt door hem afgezet. Het is deze Kyros die een einde maakt aan het bewind van de Lydiër Kroisos, wiens leven hij uiteindelijk spaart. Het begin van het Groot-Perzische rijk is daar.

De Ioniërs en de Aioliërs voelen zich ernstig bedreigd en zoeken hulp. Sparta geeft echter niet thuis. Even is er hoop als er een opstand van de Lydiërs in Sardes lijkt te komen onder leiding van Paktyas. Het mag allemaal niet baten. Kyros kan zelfs rustig Babylon belegeren en innemen en een oorlog tegen de Massageten beginnen. Maar in de definitieve veldslag (volgens de schrijver de heftigste die ooit door buitenlandse legers is geleverd) tegen koningin Tomyris moet hij in haar zijn meerdere erkennen (zie hfdstt. 209-214).

Her en der en tussen de hoofdlijnen van het verhaal door geeft de schrijver beschrijvingen van de cultuur en religie van de diverse volkeren die in het verhaal een rol spelen.

Anecdotisch zijn de verhalen over Kandaules (zie hfdstt. 8-13) en Peisistratos (zie hfdstt. 59-64). Over de eerste wordt verteld hoe hij hoog opgeeft over de schoonheid van zijn vrouw en die door een vertrouweling van hem laat bespieden. Zoiets moet voor de beste man slecht aflopen. Peisistratos weet zijn terugkeer in de Atheense politiek af te dwingen door een truc toe te passen die de schrijver zelf behoorlijk kinderachtig vindt: hij laat een schone vrouw acteren als de godin Athene die Peisistratos als redder aan de stad teruggeeft.

Ook Thales van Milete (zie hfdstt. 74-75) wordt genoemd, de wetenschapper die beroemd werd om zijn voorspelling van de zonsverduistering in het jaar 585 vC. Hij maakte deel uit van het leger van Kroisos tijdens de invasie in Perzië. Ingenieus is zijn plan om de loop van de rivier de Halys om het Lydische legerkamp heen te verplaatsen, zodat Kroisos’ troepen geen brug hoefden te slaan.

Aanbevolen literatuur

Voor een betoog over Herodotos’ kennis van de Perzische cultuur en het debat binnen de Perzische elite na het echec van de verloren oorlog tegen de Grieken zie: Rosaria Vignolo Munson, Who Are Herodotus’ Persians?, in: The Classical World, vol. 102, nr. 4, pp. 457-470, uitg. John Hopkins Univ. Press (2009).