Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Kleisthenes’ invloed in Athene

[66] Athene was vóór die tijd al een grote stad, maar werd nog groter, nu het verlost was van de tirannen. Daar hadden twee mannen de politieke macht: Kleisthenes, een Alkmeonide, van wie wordt verteld dat hij de Pythia had omgekocht, en Isagoras, zoon van Teisandros, uit een vooraanstaand geslacht, wiens verre afkomst ik echter niet kan toelichten (zijn familie pleegt wel offers te brengen aan de Karische Zeus).[1]

Indeling in stammen

Deze mannen vochten met elkaar om de macht, maar toen Kleisthenes de strijd verloor, won hij het volk voor zich. Vervolgens deelde hij de Atheners in in tien stammen in plaats van in vier: hij hief de namen Geleon, Aigikores, Argadas en Hoples (zonen van Ion)[2] op en bedacht daarvoor in de plaats de namen van plaatselijke helden, afgezien van die van Aias; deze voegde hij toe als aangrenzend bondgenoot, hoewel hij niet-Attisch was.[3]

Kleisthenes van Sikyon

[67] Hierin volgde Kleisthenes volgens mij het voorbeeld van zijn eigen oom (van moederszijde) Kleisthenes, tiran van Sikyon. Deze namelijk maakte, toen hij een oorlog was begonnen tegen Argos, een einde aan de rapsodenwedstrijden in epische gezangen, omdat in de meeste daarvan Argos en haar inwoners worden bezongen. Ook wilde hij, omdat er midden op de marktplaats van de Sikyoniërs een schrijn van Adrastos, zoon van Talaos, was (en nog is) en deze uit Argos kwam, zijn cultus uit het land verbannen.

De cultus van Adrastos

Hij ging naar Delfi en vroeg het orakel of hij Adrastos moest uitbannen. De Pythia antwoordde hem dat Adrastos koning was van de Sikyoniërs, maar hijzelf een ‘steniger’. Aangezien de god hem hierin niet de vrije hand gaf, bedacht hij na zijn thuiskomst een plan waardoor Adrastos uit eigen beweging zou vertrekken. Toen hij dacht iets gevonden te hebben, stuurde hij gezanten naar Thebe in Boiotia om te laten weten dat hij er een cultus van Melanippos, zoon van Astakos, wilde beginnen.[4] De Thebanen gaven hiervoor toestemming. Kleisthenes introduceerde Melanippos, wees een heilig gebied voor hem aan midden in het prytaneion[5] en richtte daar in het meest versterkte deel een heiligdom op. Met Melanippos had Kleisthenes (dit behoeft wel uitleg) de grootste vijand van Adrastos geïntroduceerd, de moordenaar immers van zijn broer Mekisteus en van zijn schoonzoon Tydeus.

Toen hij het heilig gebied had aangewezen, gaf hij Melanippos de ceremonies en feesten die hij Adrastos had afgenomen. De Sikyoniërs echter waren gewend Adrastos zeer groots te vereren. Dat gebied was namelijk van Polybos en Adrastos was de zoon van zijn dochter en omdat Polybos geen zonen had, liet hij uiteindelijk de macht aan Adrastos. De Sikyoniërs vereerden Adrastos en wilden ook nog eens met zang en dans, zoals bij de tragedie, de herinnering levend houden aan het leed dat hij had ondergaan. Hierbij werd dus Adrastos, niet Dionysos vereerd.[6] Kleisthenes echter kende de dansen en liederen toe aan Dionysos, de rest van het ritueel aan Melanippos.

Belachelijke namen

[68] Dat had hij met Adrastos gedaan, maar de Dorische stammen gaf hij andere namen om de Sikyoniërs en inwoners van Argos niet dezelfde namen te laten voeren. Daarmee heeft hij de Sikyonërs uiterst belachelijk gemaakt. Hij veranderde hun namen in dat van ‘zwijn’ en ‘ezel’ met als toevoeging enkel een uitgang. Dit deed hij niet met zijn eigen stam; die gaf hij een naam met verwijzing naar zijn eigen heerschappij. Zij heetten Archelaoi,[7] de anderen Hyatai, Oneatai en Choireatai.[8] De Sikyoniërs droegen die namen voor hun stammen, toen Kleisthenes aan de macht was en nog 60 jaar na zijn dood. Maar daarna kwamen zij hierop terug en veranderden die in Hylleis, Pamfyloi en Dymnatai;[9] de anderen gaven zij een vierde naam en noemden hen Aigialeai naar Adrastos’ zoon Aigialeus.[10]

Voorbeeld doet volgen

[69] Dat nu was wat Kleisthenes van Sikyon had gedaan. Maar Kleisthenes van Athene, een zoon van een dochter van de Sikyoniër en naar hem vernoemd, volgde naar mijn indruk uit minachting voor de Ioniërs het voorbeeld van zijn naamgenoot Kleisthenes om de Atheners niet dezelfde stammen te laten hebben als de Ioniërs. Toen hij dan het Atheense volk, dat zich eerder van hem had afgewend, volledig naar zijn kant wist te trekken, gaf hij de stammen andere namen en breidde hun aantal uit. Hij stelde tien stamhoofden aan in plaats van vier en voorts verdeelde hij de wijken in tien groepen over de stammen. Nu hij het volk voor zich had gewonnen, was hij veel machtiger dan zijn opponenten.


[1] D.w.z. Zeus die in Karia werd vereerd; de suggestie is dat Isagoras tot een familie behoorde die in origine niet uit Athene, maar uit Karia (in het zuid-westen van Klein-Azië) kwam.

[2] Ion (Gr. Ἴων) gold als de stamvader van de Ioniërs.

[3] Aias (Gr. Αἴας) was een heroos die op het eiland Salamis werd vereerd.

[4] Melanippos was een van de aanvoerders die Eteokles een van zeven stadspoorten liet verdedigen tegen de aanvallen van zijn broer Polyneikes; de strijd staat bekend onder de naam “Zeven tegen Thebe” en is het gevolg van de broedertwist om de opvolging van Oidipous, koning van Thebe.

[5] Gebied waar het stadsbestuur zetelde en nóg centraler gelegen dan de marktplaats.

[6] De dansen en liederen worden hier gepresenteerd als een voorganger van de koorstukken in het Attische toneel, dat in het teken stond van de cultus van de wijngod Dionysos.

[7]Volksleiders” (Gr. Ἀρχέλαοι).

[8] Deze namen zijn afgeleid van de woorden hys “zwijn”(Gr. ὕς), onos “ezel” (Gr. ὄνος) en choiros “big” (Gr. χοῖρος).

[9] De authentieke namen voor de drie Dorische stammen.

[10] Zo kregen ook de Archelaoi een nieuwe naam.