[44] Op dat moment maakten, zoals de inwoners van Sybaris vertellen, zijzelf en hun koning Telys zich op voor een militaire expeditie tegen Kroton. In hun hevige angst vroegen de inwoners van Kroton Dorieus om hulp en kregen waar zij om vroegen. Dorieus trok met hen op tegen Sybaris en hielp hen de stad innemen.
Ziener uit Elis
Dat deden Dorieus en zijn volgelingen dus volgens de inwoners van Sybaris. De inwoners van Kroton daarentegen beweren dat geen buitenstaander hen heeft bijgestaan in de oorlog tegen Sybaris. Daar was alleen Kallias uit het geslacht van de Iamiden, ziener uit Elis, die als volgt kwam ‘helpen’: hij was van Telys, de koning van Sybaris, weggelopen en bij hen gekomen, omdat de offerdieren geen goede afloop lieten zien, toen hij die tegen Kroton offerde.[1]
Twee kanten van het verhaal
[45] Dat is hun versie van het verhaal. Elk van beide partijen wijzen op de volgende dingen om hun gelijk te krijgen. De inwoners van Sybaris wijzen op een heilig gebied met een tempel dat aan de oever van de uitgedroogde Krathis ligt en volgens hen door Dorieus aan Athena (met de bijnaam Krathia) is gewijd, toen hij de stad had ingenomen. De dood van Dorieus zelf zien zij als het grootste bewijs daarvan, dat hij gestorven is door niet overeenkomstig de voorspellingen te handelen; had hij namelijk niet anders gehandeld, maar was hij blijven doen waarvoor hij erop uitgestuurd was, had hij het gebied aan de Eryx ingenomen en in bezit gekregen en zou het met hem zelf en zijn leger niet slecht zijn afgelopen.
Aan de andere kant plegen de inwoners van Kroton vele speciale stukken land aan te wijzen in het gebied rondom Kroton die aan Kallias uit Elis zijn geschonken en die nog tot in mijn tijd in handen waren van de afstammelingen van Kallias. Aan Dorieus en zijn afstammelingen is niets geschonken. Nog iets: áls Dorieus heeft deelgenomen aan de oorlog tegen Sybaris, zou hem evenveel zijn geschonken als aan Kallias.[2] Dit nu zijn de bewijzen die door elk van beide partijen worden gegeven. Je kunt dáárvoor voelen, welke van de twee je geloofwaardig vindt.
Het einde van Dorieus
[46] Samen met Dorieus voeren ook andere mede-stedenstichters uit Sparta: Thessalos, Paraibates, Keleës en Euryleon. Zij sneuvelden, toen zij met de gehele vloot op Sicilië waren aangekomen en in een gevecht door Foeniciërs en inwoners van Egesta verslagen werden. Euryleon was de enige van de medestedenstichters die die ramp overleefde. Hij verzamelde de overgeblevenen van dat leger, veroverde Minoa, een kolonie van de inwoners van Selinous, en bevrijdde hen tegelijkertijd van hun tiran Peithagoras. Toen hij de man ten val had gebracht, heeft hij zelf de volledige macht over Selinous naar zich toegetrokken en is alleenheerser geweest, maar slechts voor korte tijd: de inwoners van Selinous kwamen in opstand en hebben hem gedood, hoewel hij zijn toevlucht had genomen tot het altaar van Zeus Agoraios.[3]
[47] In het gevolg van Dorieus liet ook Filippos, zoon van Boutakidas, uit Kroton samen met hem het leven. Hij was uit Kroton gevlucht na een huwelijk te hebben gesloten met een dochter van Telys uit Sybaris, maar omdat het huwelijk hem niet bracht wat hij ervan verwachtte, voer hij weg naar Kyrene.[4] Vandaaruit vertrokken sloot hij zich bij Dorieus aan met een eigen galei en met door hemzelf betaalde manschappen: hij had een overwinning behaald bij de Olympische Spelen en was de best gebouwde Griek van zijn tijd. Vanwege zijn knappe lijf kreeg hij van de inwoners van Egesta, wat niemand anders kreeg: ze hebben op zijn graf een kapel opgericht en brengen er zoenoffers voor hem.[5]
[48] Zo ongeveer is het afgelopen met Dorieus. Als hij het koningschap van Kleomenes had aanvaard en in Sparta was gebleven, was híj koning van Lakedaimon geworden. Kleomenes’ regering duurde niet erg lang en hij stierf kinderloos; hij liet slechts één dochter na, genaamd Gorgo.
[1] Het zal de vorm van de ingewanden zijn geweest waaruit de offerpriester een ongunstige toekomst afleidde.
[2] Dorieus bood zijn diensten duidelijk als aanvoerder van een huurlingenleger en zal geïnteresseerd zijn geweest in uitbetaling in contanten.
[3] D.w.z. “van het marktplein” (Gr. ἄγορα = marktplein), waarmee deze god de beschermheer was van openbare ruimtes en rechtspraak.
[4] Blijkbaar is gezien de volgende mededelingen zijn verbanning uit Kroton niet ten koste gegaan van zijn bezittingen; wie een op de Olympische Spelen een triomf had behaald kreeg flinke prijzen mee en genoot in zijn plaats van herkomst groot aanzien.
[5] Na Filippos’ dood hebben zijn vijanden hem vanwege zijn Olympische prestaties tot halfgod, heroos (Gr. ἥρως), verklaard.