[123] Toen de jonge Kyros een man werd die de dapperste en meest geliefde onder zijn leeftijdgenoten was, zocht Harpagos toenadering en stuurde hem geschenken. Hij wilde wraak nemen op Astyages, maar hij zag het niet gebeuren dat Astyages zijn straf kreeg van een gewoon man uit het volk.[1] Nu hij Kyros zag opgroeien wilde hij hem tot medestander maken, waarbij hij gelijkenissen zag in wat Kyros en hijzelf hadden meegemaakt. Hieraan voorafgaand had hij het volgende uitgewerkt. Omdat Astyages meedogenloos was in de omgang met de Meden, zocht Harpagos contact met de belangrijkste van hen, ieder apart, en trachtte hen ervan te overtuigen om Kyros tot hun leider te nemen en zo een einde te maken aan Astyages’ koningschap.
Een haas als berichtgever
Toen dat tot stand was gebracht en alles voorbereid, wilde hij zijn plannen aan Kyros overbrengen, maar deze verbleef in Perzië. Hij bedacht ongeveer het volgende (er zat niets anders op, want de wegen werden gecontroleerd): hij prepareerde een haas door z’n buik open te snijden, maar zonder de vacht af te stropen, en stopte er een brief in, zó de haas in, waarin hij had opgeschreven wat hij van plan was. Na de buik van de haas dichtgenaaid te hebben en aan een dienaar die hij het meest vertrouwde, netten te hebben gegeven om hem als een jager te laten uitzien, stuurde hij hem naar Perzië. Zijn instructies waren om de haas aan Kyros te overhandigen en persoonlijk[2] uit te leggen dat deze eigenhandig de haas moest opensnijden en dit aan niemand anders moest overlaten.
Harpagos’ boodschap
[124] Hieraan werd uitvoering gegeven en Kyros sneed de haas, na hem in ontvangst te hebben genomen, open. Hij vond de brief die erin zat, pakte die op en bestudeerde hem. En dit was de boodschap die hij las: “Zoon van Kambyses, de goden waken over u, want anders had u nooit zoveel geluk gehad. Neem wraak op uw moordenaar Astyages. Als het aan hem lag, was u dood, maar dankzij de goden en mij bent u nog in leven. Ik denk dat u al lang in de wetenschap leeft wat er met u is gebeurd en wat mij zoal door Astyages is aangedaan, omdat ik u niet heb gedood, maar aan de koeherder heb gegeven. Nu zult u, als u naar mij wil luisteren, over al dat land heersen, waarover Astyages heerser is. Haal de Perzen ertoe over om in opstand te komen en trek met een leger op tegen de Meden. Wanneer Astyages mij of een ander van de Meden van aanzien aanwijst als legeraanvoerder tegenover u, krijgt u uw zin. Zij zullen tegen hem in opstand komen, voor úw kant kiezen en proberen Astyages van de troon te stoten. Hier bij ons is alles in gereedheid gebracht. Doe het en doe het snel.”
Oproep van Kyros aan de Perzen
[125] Die boodschap kwam over en Kyros bedacht wat de verstandigste manier was om de Perzen tot opstand aan te zetten. Terwijl hij nadacht, vond hij dat dit het meest effectief was en handelde ernaar. Hij zette zijn plannen op papier en organiseerde een bijeenkomst onder de Perzen.[3] Hij sloeg vervolgens het vel open en las op dat Astyages hem tot aanvoerder van de Perzen aanwees. “Ik geef u, Perzen, nu de opdracht om ieder afzonderlijk met een sikkel op te komen dagen.”[4] Zo luidde het bevel van Kyros. De Perzen kennen vele volksstammen en sommige ervan wist Kyros te verenigen en tot een opstand tegen de Meden aan te zetten. Dat zijn de stammen waarvan alle andere Perzen afhankelijk zijn: Pasargaden, Marafiërs, Maspiërs. Onder hen zijn de Pasargaden het edelst en van hen zijn de Achaimeniden een geslacht waaruit de Perzische koningen voortkomen. De overige Perzen zijn Panthialeërs, Derousiërs, Germaniërs, die allen landbouwers zijn, en de rest zijn nomaden: Daërs, Marden, Dropiken, Sagartiërs.
Afzien
[126] Je had in Perzië een stuk land van bijna twaalfeneenhalve vierkante kilometer,[5] vol doornstruiken, en toen allen met het voorgeschreven voorwerp waren verschenen, liet Kyros hen daar dat land binnen een dag ontginnen.[6] Nadat de Perzen de klus die hen was opgedragen, hadden geklaard, liet hij ze vervolgens de volgende dag terugkomen, als zij zich hadden opgefrist. In de tussentijd had Kyros alle kuddes van z’n vader – geiten, schapen en runderen – bijeengedreven en die geslacht. Het waren voorbereidingen om het leger van de Perzen te ontvangen met vooral de lekkerste wijnen en spijzen die er waren.
Belofte van onafhankelijkheid
De volgende dag kwamen de Perzen terug, kregen op de weide een plek om te liggen en een traktatie. Toen ze uitgegeten waren, vroeg Kyros hen waaraan ze de voorkeur gaven: wat ze de vorige dag hadden of nu. Ze gaven aan dat het verschil ertussen erg groot was: de vorige dag was het voor hen een en al afzien, nu was alles op en top. Hij reageerde op deze woorden door duidelijk te maken wat hij er allemaal mee bedoelde en zei: “Mannen van Perzië, dit is jullie situatie. Wanneer jullie naar mij willen luisteren, krijgen jullie al dit fijns en nog veel meer, zonder de ellende te hebben die bij slaven hoort. Zo niet, staan jullie ontelbaar vele beproevingen te wachten zoals die van gisteren. Luister dus nu naar mij en verkrijg jullie onafhankelijkheid. Ikzelf denk dat ik ben geboren en door het lot voorbestemd[7] om deze taak op mij te nemen en heb van jullie een hoge dunk, mannen die niet de mindere zijn van de Meden, zeker als het gaat om oorlogvoeren. Gezien de huidige stand der dingen moeten jullie zo snel mogelijk in opstand komen tegen Astyages.”
[1] Hoewel Harpagos een vertrouwenspositie aan het hof van Astyages bekleedde (zie hfdst. 108), behoorde hij blijkbaar niet to de hoogste kringen.
[2] De brontekst heeft het over ‘mondeling’; geschreven instructies kunnen in verkeerde handen terechtkomen en daarmee Harpagos’ intenties verraden.
[3] De Perzen uit de hogere bevolkingslagen wel te verstaan.
[4] De Perzen hadden wellicht verwacht dat de vers benoemde legeraanvoerder hen liet opdraven met wapens; het nut van de sikkel blijkt uit het volgende hoofdstuk.
[5] Een getal bij benadering, want in de brontekst staat lett. ‘ongeveer 18 tot 20 stadia in iedere richting’; een stadion (Gr. στάδιον) is een afstandsmaat van 185 m. en gemakshalve is hier uitgegaan van een gemiddelde van 19 stadia, met als gevolgtrekking dat het stuk land (19*185)^2 = 12,36 km2 groot is.
[6] Wellicht fantasie van de schrijver, want het is niet aannemelijk dat Perzen uit de hogere standen deze vorm van handenarbeid verrichten.
[7] Blijkbaar was Kyros op de hoogte van de twee dromen van Astyages (vgl. hfdst. 107 en hfdst. 108).