[19] Xerxes was net aan zijn voorbereidingen van de legerexpeditie begonnen, of hij kreeg tijdens zijn slaap voor de derde keer een droom. De droom ging als volgt. Xerxes droomde dat hij een krans opgelegd kreeg, gemaakt van bladeren van een loot van een olijfboom, waarvan de twijgen heel de aarde overwoekerden;[1] daarna verdween de krans van zijn hoofd.[2] De Magiërs werden geraadpleegd[3] en zij trokken de conclusie dat deze droom op ál het land in de wereld sloeg en dat álle mensen aan hem zouden worden onderworpen.[4]
Zo luidde het oordeel van de Magiërs en meteen vertrokken alle Perzen die in vergadering waren bijeengekomen, naar hun eigen provincie en wilden niets anders dan de instructies uitvoeren, want eenieder wilde de uitgeloofde beloningen vangen. Xerxes stroopte elke plek van het continent af en mobiliseerde zo zijn leger.
Algehele mobilisatie
[20] Hij deed er na de verovering van Egypte in totaal vier jaren over om een leger te organiseren en wat er zoal bij zo’n leger komt kijken. Tegen het eind van het vijfde jaar trok hij op met een grote troepenmacht. Dat is verreweg de grootste legerexpeditie geworden die wij kennen. Die van Dareios tegen de Skythen is er niets bij vergeleken noch die van de Skythen, toen zij in hun achtervolging van de Kimmeriërs Media binnenvielen en bijna heel het noorden van Klein-Azië onderwierpen en bezetten (Dareios probeerde hen later hiervoor te straffen), en ook die van de Atreïden[5] tegen Troje niet, als wij ons baseren op de verhalen hierover, noch die van de Mysiërs en Teukren die plaatsvond vóór de Trojaanse oorlog (zij waren bij de Bosporos naar Europa overgestoken, onderwierpen heel Thrakia, bereikten de Ionische Zee en trokken in zuidelijke richting tot aan de rivier Peneios).[6]
[21] Al die legerexpedities en andere die er hiernaast zijn geweest, staan in de schaduw van deze ene. Welk volk heeft Xerxes niet uit Klein-Azië tegen Griekenland aangevoerd? Waar had hij géén tekort aan water, door hem opgedronken, als er geen grote rivieren waren? Sommigen leverden schepen, anderen waren opgeroepen voor het landleger, weer anderen voor de ruiterij. Je had een groep die vrachtschepen leverde voor het paardenvervoer en zelf óók meestreed. Er waren er die oorlogsschepen voor de bouw van bruggen[7] en ook die proviandschepen leverden.

Drie jaren van voorbereidingen
[22] Nu werden er drie jaren van tevoren voorbereidingen getroffen vooral met betrekking tot Athos, omdat ze de eerste keer daar schipbreuk hadden geleden. Er lagen slagschepen bij Elaious op de Chersonesos voor anker.[8] Dat was het vertrekpunt vanwaaruit soldaten van allerlei nationaliteiten onder de dreiging van zweepslagen aan het graven waren en dat in ploegendienst. Ook bewoners uit de omgeving van Athos groeven mee. Het werk stond onder toezicht van de Perzen Boubares,[9] zoon van Megabazos, en Artachaiës, zoon van Artaios.
Geografie van Athos
Athos is een groot en bekend gebergte dat zich in zee uitstrekt en door mensen wordt bewoond. Waar het aan het vasteland grenst, lijkt het op een schiereiland en is er een landengte van meer dan twee kilometer breedte.[10] Hier heb je vlak land en glooiende heuvels vanaf de zee bij Akanthos[11] tot die bij Torone aan de overkant.[12] Daar op de landengte waaraan Athos grenst, ligt de Griekse stad Sane. Dit zijn de steden voorbij Sane, het Athosgebergte in, die door toedoen van de Perzen van steden op het vasteland steden op een eiland zijn geworden: Dion, Olofyxos, Akrothoion, Thyssos en Kleonai.[13]
Kanaal door Athos
[23] Dat zijn de steden die op Athos liggen. De Perzen groeven in groepen verdeeld over het terrein en dat ging als volgt. Ter hoogte van de stad Sane trokken zij een rechte lijn en toen het kanaal diep was geworden, deed een groep helemaal onderin het graafwerk, een tweede groep gaf de aarde die telkens werd uitgegraven, door aan anderen die stapsgewijs erboven stonden; zij pakten aan en gaven het aan weer anderen door, totdat de bovenste werkers waren bereikt. Die brachten de aarde naar buiten en gooiden die weg.
De anderen hadden twee keer zoveel moeite dan de Foeniciërs met het uitbreken van de steile wanden van het kanaal. Omdat zij dezelfde afmetingen hanteerden voor de doorvaartbreedte boven- als onderin, moest zoiets hen wel overkomen. Hier vooral, naast hun andere activiteiten, demonstreren de Foeniciërs hun bekwaamheid:[14] toen zij hun aandeel in het werk kregen toegewezen, groeven zij de doorvaartbreedte bovenin twee keer zo breed als het kanaal zou moeten zijn, maar maakten die smaller hoe dieper zij kwamen. Waar de bodem was bereikt, was het resultaat even breed als bij de rest.[15]
Je had er een weide waar zij markt hielden en een winkel was. Graan, hen bevoorraad vanuit Klein-Azië, was er in overvloed en klaar voor direct gebruik.
Megalomanie
[24] Ik kan er alleen maar naar gissen, maar volgens mij werd Xerxes door megalomanie ertoe gedreven dit kanaal te graven. Hij was uit op machtsvertoon en wilde iets gedenkwaardigs achterlaten. Hoewel het niet moeilijk was de schepen op te pakken en over de landengte heen te slepen,[16] liet hij een zeekanaal uitgraven, breed genoeg om twee slagschepen, die worden voortgeroeid, naast elkaar te laten varen.[17] Dezelfde mensen als bij dit kanaal hadden de taak ook een brug te slaan over de rivier de Strymon.[18]
[25] Zo ging hij dus te werk. Er werden ook kabels voor de bruggen gefabriceerd van papyrus en wit vlas (een exclusieve taak voor de Foeniciërs en Egyptenaren)[19] en hij liet voorraden voedsel voor het leger aanleggen om het leger en de lastdieren op hun tocht naar Griekenland geen honger te laten lijden. Hij kreeg informatie over de gebieden en liet nog meer voorraden aanleggen overal waar dat het beste uitkwam, aan te voeren door vrachtboten en transportschepen uit alle hoeken van Klein-Azië. De grootste hoeveelheid brachten zij naar een plaats in Thrakia, genaamd Leuke Akte;[20] andere afdelingen brachten voorraden naar Tyrodiza (in het gebied van de Perinthiërs), Doriskos, Eion aan de Strymon, Makedonië.
[1] Astyages, laatste koning van de Meden, droomt (zie boek 1, hfdst. 108) eveneens van een door een plant (in zijn geval de wijnrank die uit de schoot van zijn dochter Mandane opschiet) overwoekerde aarde.
[2] De uitleg van de Magiërs, een Perzisch priestercollege, geldt alleen de eerste helft van de droom; aan de verdwijning van de krans maakten zij geen woorden vuil.
[3] De eerste twee dromen vond Xerxes blijkbaar te persoonlijk of te onbeduidend om ze aan de droomuitleggers voor te leggen.
[4] De volgorde van de laatste twee zinnen is door de vertaler omgewisseld om de logica van het verhaal.
[5] De zonen van Atreus (mythische koning van Mykene), i.e. Agamemnon en Menelaos.
[6] Bedoelt de schrijver dat de Mysiërs en Teukren het noord-Griekse vasteland overstaken tot aan de Adriatische (=Ionische) Zee, maar in zuidelijke richting niet verder kwamen dan de Peneios, de rivier in Noord-Thessalië?
[7] De aanleg van een schipbrug was een beproefde methode om zeeëngtes en grote rivieren met troepen over te steken; zo gebeurde dat met het oversteken van de Bosporos (zie boek 4, hfdst. 88-89) en de Istros (zie boek 4, hfdst. 97) door Dareios.
[8] Elaious ligt op het meest zuidelijke puntje van de Chersonesos.
[9] Boubares deed het onderzoek naar de verdwijning van Perzische gezanten aan het Makedonisch hof en huwde uiteindelijk Gygaië, de dochter van koning Amyntas (boek 5, hfdst. 21, en boek 8, hfdst. 136).
[10] Om precies te zijn 12 stadia (een stadion, Gr. στάδιον, is een lengtemaat van 185 m.) en dat staat gelijk aan 2,2 km., wat inderdaad hemelsbreed de kortste afstand is van noord naar zuid.
[11] Door Thucydides (Historiën 4,84) genoemd als een kolonie van het eiland Andros.
[12] Deze beschrijving is onnauwkeurig, want Torone ligt op de zuidelijke punt van de tweede uitloper van Chalkidike; het was wel de meest bekende plaats in die streek en daarom een gemakkelijk oriëntatiepunt.
[13] Door het graven van het kanaal zijn deze steden afgesneden van het vasteland.
[14] De tegenwoordige tijd maakt duidelijk dat dit de Foenicische volksaard typeerde.
[15] Doordat de Foeniciërs in een wigvorm groeven, was dat werk minder zwaar.
[16] Het systeem van de diolkos (Gr. δίολκος), een geul zoals die op de Isthmos van Korinthe heeft bestaan, waar de schepen over rollende boomstammen werden overgezet; het is de vraag of dit in het geval van Xerxes’ vloot een snellere oplossing bood.
[17] De breedte van een slagschip, triëres, bedroeg 5 m., evenals een uitgestoken roeispaan; twee fregatten naast elkaar hadden dus minimaal 30 m. vaarbreedte nodig (het kanaal zou dan ong. 45 m. breed kunnen zijn geweest).
[18] De rivier die de grens vormt tussen Thrakia en Makedonië.
[19] Niet lukraak, want uit hfdst. 34 blijkt dat deze volkeren hun eigen specialiteit hadden.
[20] Lett. ‘witte landtong’ (Gr. Λευκὴ Ἄκτη).