[122] Zij meldden dat de farao hierna nog tijdens zijn leven is afgedaald naar wat volgens de opvatting van de Grieken Hades is, en dat hij daar samen met Demeter[1] gedobbeld heeft. Sommige potjes won hij, andere verloor hij van haar. Hij keerde terug naar de bovenwereld met een met goud bestikte zakdoek als geschenk van de godin. De Egyptenaren vierden volgens hen na Rampsinitos’ reis naar de onderwereld feest, omdat Rampsinitos van zijn afdaling was teruggekomen, en dat doen ze bij mijn weten nog steeds. Ik kan echter niet zeggen of dát voor hen de aanleiding is om feest te veren.
De priesters weven binnen één dag een gewaad en binden één uit hun midden een sjaal voor de ogen. Dan brengen ze hem met het gewaad naar een weg die naar de tempel van Demeter leidt en gaan dan zelf terug. Volgens zeggen wordt die priester geblinddoekt en wel door twee wolven naar de tempel van Demeter, die 3700 meter van de stad af ligt,[2] geleid en door die twee vanuit de tempel weer naar dezelfde plek teruggebracht.
[123] Wie in zulke dingen gelooft, staat het vrij om de verhalen van de Egyptenaren voor waar aan te nemen. In mijn gehele werk is het mijn uitgangspunt de dingen die eenieder vertelt, op te tekenen, zoals ik ze heb gehoord.[3] Volgens de Egyptenaren zijn Demeter en Dionysos[4] heerser van de onderwereld. De Egyptenaren zijn ook de eersten die de stelling hebben verkondigd dat de menselijke ziel onsterfelijk is en zij steeds, als het lichaam vergaat, in een ander levend wezen kruipt, wanneer dit geboren wordt.[5] Wanneer zij bij alle dieren te land, ter zee en in de lucht is rondgegaan, kruipt zij weer in een mensenlichaam dat geboren wordt. Zij doet over deze rondgang drieduizend jaar.
Je hebt Grieken, sommigen eerder, anderen later, die die leer aanhingen alsof die van henzelf was. Ik ken ze, maar schrijf hun namen niet op.[6]
[1] Griekse benaming voor de Egyptische godin Isis (vgl. hfdst. 41).
[2] Om precies te zijn twintig stadia (een stadion, Gr. στάδιον, is een afstandsmaat van 185 m.); het is niet zeker of de schrijver hier de stad Memfis bedoelt.
[3] Een zeldzaam geval van een statement van de schrijver voor wat betreft zijn gehele verhalencyclus, logoi (Gr. λόγοι).
[4] Griekse benaming voor de Egyptische god Osiris (vgl. hfdst. 42).
[5] De (Orfische) leer van de zielsverhuizing, metempsychosis (Gr. μετεμψύχωσις), is een van de kerngedachten bij Pythagoras (ca. 570-495 vC) en in navolging van hem Plato (ca. 427-347 vC).
[6] Pythagoras in Zuid-Italië en Empedokles (ca. 494-434 vC) op Sicilië hadden zo’n status, dat de schrijver ze niet openlijk wil bekritiseren.