[162] Dit was de bestaande situatie tijdens het bewind van Battos, maar onder zijn zoon Arkesilaos ontstond er grote onrust over de belangrijke maatschappelijke posities. Arkesilaos, zoon van Battos de manke en Feretime, weigerde zich te voegen naar de besluiten van Demonax uit Mantinea: hij eiste herstel van de privileges uit de tijd van zijn voorouders. Vervolgens kwam hij in opstand, maar verloor; hij vluchtte naar Samos, zijn moeder naar Salamis op Kypros.
Het werven van manschappen
Op dat moment had in Salamis Euelthon de macht, de man die in Delfi het opmerkelijke wierookvat had gewijd dat in het schathuis van de Korinthiërs staat.[1] Bij hem aangekomen vroeg Feretime om een leger dat hen naar Kyrene moest terugbrengen. Euelthon wilde haar alles behalve een leger geven. Zij nam aan wat haar werd gegeven en zei ook dat fraai te vinden, maar dat het andere nóg fraaier was: het geven van het leger waarom zij vroeg. Zo reageerde zij op alles wat haar werd gegeven. Uiteindelijk stuurde Euelthon als geschenk een gouden spoel en spinrokken met daarbij ook nog wol.[2] Toen Feretime weer met haar gebruikelijke reactie kwam, zei Euelthon dat je aan vrouwen niet een leger gaf, maar zulke geschenken.
[163] Intussen ronselde Arkesilaos op Samos iedereen om mee te doen aan een landverdeling. Terwijl een grote legermacht op de been werd gebracht, vertrok Arkesilaos naar Delfi om het orakel over zijn terugtocht te raadplegen. De Pythia voorspelde hem het volgende: “Voor de duur van vier heersers Battos en vier heersers Arkesilaos, te weten acht generaties, gunt Loxias[3] het jullie om koning te zijn over Kyrene. Hij raadt jullie aan beslist niet meer dan dit te proberen. Keer huiswaarts en houd je in ieder geval gedeisd. Wanneer je de oven aantreft gevuld met kruiken, bak ze niet hard, maar zend ze weg zonder breken. Als je echter de oven verhit, betreed dan niet het land omgeven door water, anders zullen jij zelf én de stier die de mooiste heet te zijn omkomen.”[4]
De Pythia niet begrepen
[164] Zo luidde de voorspelling van de Pythia aan Arkesilaos. Hij echter kwam met z’n manschappen uit Samos in Kyrene en toen hij er de orde had hersteld, had hij niet bij de orakelspreuk stilgestaan, maar strafte zijn tegenstanders in de opstand voor zijn verbanning. Sommigen van hen trokken zich helemaal uit het land terug, anderen werden door Arkesilaos opgepakt en ter executie naar Kypros gestuurd. Zij werden echter uit de koers gedreven in de richting van het eiland van de Knidiërs en door hen gered en naar Thera gestuurd. Sommige andere Kyreneërs hadden bescherming gezocht in een grote woontoren, eigendom van Aglomachos, maar Arkesilaos had er hout om hen heen verzameld en hen de vuurdood ingejaagd.
Pas nadat hij deze actie had afgerond, begreep hij de strekking van het orakel (de Pythia verbood hem de ‘amforen’ die hij in de oven had aangetroffen in brand te steken)[5] en trok zich vrijwillig terug uit de stad van de Kyreneërs, omdat hij de hem voorspelde dood vreesde en dacht dat met ‘het land omgeven door water’ Kyrene werd bedoeld.
Hij was getrouwd met een vrouw uit aanverwante familie, dochter van de koning van de Barkeërs,[6] die Alazeir heette. Bij hem zocht hij een veilig heenkomen, maar werd door inwoners van Barke en enkele ballingen uit Kyrene gedood, toen zij hem op straat hadden aangetroffen; ook zijn schoonvader Alazeir werd gedood. Met of zonder opzet: Arkesilaos heeft de orakelspreuk verkeerd opgevat en zijn eigen dood bespoedigd.
Feretime in Egypte
[165] Terwijl Arkesilaos na het onheil[7] over zichzelf te hebben uitgeroepen in Barke verbleef, genoot zijn moeder Feretime zelf in Kyrene de privileges van haar zoon en nam deel aan het bestuur o.a. door een zetel in de raad.[8] Nadat zij van de dood van haar zoon in Barke had gehoord, had zij de wijk genomen naar Egypte. Arkesilaos had eens Kyros’ zoon Kambyses een dienst bewezen, want hij was het die Kyrene aan Kambyses uitleverde en zichzelf aan hem belastingplichtig maakte.
In Egypte aangekomen zocht Feretime asiel bij Aryandes[9] en verzocht hem haar te wreken, waarbij zij als reden opgaf dat haar zoon door verraad was omgekomen.[10]
Aryandes, gouverneur van Egypte
[166] Aryandes was de door Kambyses benoemde gouverneur van Egypte die later werd gedood, omdat hij dezelfde rechten opeiste als Dareios. Toen hij namelijk had gehoord én gezien dat Dareios iets ter herinnering aan zichzelf wilde nalaten, zoiets wat door geen andere koning was bereikt, aapte hij hem na en kreeg zijn verdiende loon. Dareios had het fijnste goud tot het uiterste gezuiverd en er munten van laten slaan[11] en Aryandes wilde als gouverneur van Egypte datzelfde met zilver doen. Het zilvergeld van Aryandes is het zuiverste dat er bestaat. Toen Dareios hoorde wat hij aan het doen was, beschuldigde hij onder opgave van een andere reden hem ervan dat hij tot opstand aanzette en liet hem ter dood brengen.
[167] Deze Aryandes was begaan met het lot van Feretime en stond aan haar het hele Egyptische leger af, zowel de infanterie als de vloot. Hij benoemde Amasis, een Marafiër, tot legeraanvoerfer van de infanteristen, Badres, uit de familie van de Pasargaden, tot die van de vloot. Maar voordat Aryandes het leger liet uitrukken, zond hij een gezant naar Barke om na te vragen wie Arkesilaos had gedood. Alle inwoners van Barke namen de schuld op zich en verklaarden dat zij door die man veel ellende hadden meegemaakt. Op grond van die informatie liet hij dus het leger samen met Feretime uitrukken.
Dit was een aanleiding om een draai aan het verhaal te geven. Volgens mij werd het leger gestuurd om de Libiërs te onderwerpen. De stammen in Libya zijn talrijk en verschillen van elkaar; enkele daarvan gehoorzamen aan de Perzische koning,[12] maar een meerderheid geeft geen cent om Dareios.
[1] Uit deze bewoordingen (hij spreekt in de tegenwoordige tijd) blijkt dat Herodotos het wierookvat met eigen ogen moet hebben gezien.
[2] Een luxeartikel, maar wel een dat gebruikt moest worden, zodat Feretime haar tijd nuttig besteedde.
[3] Bijnaam van de god Apollo, de “Dubbelzinnige” (Gr. Λοξίας, van loxos, λοξός, “met omwegen” ), omdat zijn orakelspreuken minstens voor tweeërlei uitleg vatbaar waren.
[4] Het orakel is niet in dactylische regels weergegeven; de schrijver geeft een parafrase.
[5] Het orakel van Delfi gelastte dus Arkesilaos om de rest van de Kyreneërs de vrijheid te gunnen, net als de Kyreneërs die door de Knidiërs waren gered.
[6] De inwoners van de stad Barke, gesticht door broers van Arkesilaos, zoon van de eerste Battos, de stichter van Kyrene (zie hfdst. 160).
[7] Het niet luisteren naar het orakel van Delfi (hfdstt. 163-164).
[8] De schrijver heeft het over de boule (Gr. βούλη), in het Athene van de vijfde en vierde eeuw voor Christus een volksvertegenwoordigend adviserend orgaan; hier zal er sprake geweest zijn van een besluitvormende vergadering waarin alleen een oligarchische minderheid recht van zitting had.
[9] De Perzische satraap (“gouverneur”) die uit naam van Kambyses Egypte onder zijn bestuur had.
[10] Het woord voor veraaad luidt medismos (Gr. μηδισμός) en betekent letterlijk “heulen met de Meden”; Feretime doet hier een beroep op Perzisch sentiment bij Aryandes.
[11] De gouden dariek of dareikos (Gr. δαρεικός) was de gouden muntstandaard in Perzië sinds koning Dareios I.
[12] Dat zijn zij die in het oosten wonen en direct de invloed van de Perzische macht in Egypte voelen.