[1] Na zijn dood werd Kyros door Kambyses als koning opgevolgd. Hij was de zoon van Kyros en Kassandane, dochter van Farnaspes.[1] Zij was vóór Kyros komen te overlijden, wat hem ertoe bracht zichzelf in diepe rouw te hullen en de anderen over wie hij heerser was op te dragen hetzelfde te doen.[2] Kambyses behandelde, omdat hij een zoon was van die vrouw en Kyros, de Ioniërs en Aioliërs als slaven die hij van zijn vader had geërfd en ondernam een legertocht tegen Egypte, waarbij hij, naast anderen over wie hij heerste, metname Grieken had meegenomen over wie hij macht uitoefende.[3]
Psammetichos’ experiment
[2] Voordat Psammetichos hun farao werd, dachten de Egyptenaren van zichzelf dat zij de eerste mensen op aarde waren. Maar sinds Psammetichos farao was geworden[4] en wilde weten wie de eerste waren, vinden ze van toen af aan dat de Frygiërs eerder waren dan zijzelf en zijzelf eerder dan de rest.[5]
Psammetichos kon al navragend geen enkel antwoord vinden op de vraag wie de eerste mensen waren en bedacht ongeveer het volgende. Hij gaf twee pasgeboren kinderen van willekeurige mensen aan een herder om ze bij zijn kuddes ongeveer als volgt op te laten groeien. Hij gaf de instructie dat niemand in hun nabijheid ook maar één woord zou spreken en dat ze afgezonderd in een afgelegen hut moesten liggen; op gezette tijden moest hij bij hen geiten brengen en na ze met melk hun dorst te hebben gelest overige zorg aan hen besteden.
Dat was wat Psammetichos deed en opdroeg, want hij wilde van de kinderen, wanneer zij het stadium van onsamenhangend gehuil achter zich zouden hebben gelaten, weten welk woord zij het eerst zouden uitspreken. En zo geschiedde dus. Toen er namelijk voor de herder die dat deed twee jaren waren voorbijgegaan, wierpen beide kinderen zich, toen hij de deur opende en naar binnen stapte, voor zijn voeten, strekten hun armen uit en zeiden: “Bekos.”
Toen de herder dat voor het eerste hoorde, deed hij niets, maar toen dat woord vaak viel, telkens wanneer hij bij hen langsging en hen verzorgde, bracht hij z’n meester natuurlijk hiervan op de hoogte en presenteerde hij op zijn verzoek de kinderen aan hem. Nu hoorde Psammetichos het ook zelf en informeerde welke mensen iets “bekos” noemden. Hierdoor kwam hij er achter dat Frygiërs brood bekos noemen. Zo kwam het dat de Egyptenaren door hun bevindingen in deze zaak hebben toegegeven dat de Frygiërs ouder zijn dan zij.
Dat het zich zo heeft afgespeeld heb ik gehoord van de priesters van Hefaistos[6] in Memfis. Grieken daarentegen vertellen vele dwaasheden, onder andere dat Psammetichos bij vrouwen de tongen had laten afsnijden en zo de kinderen bij die vrouwen hun dagen had laten doorbrengen.
Info uit Thebe en Heliopolis
[3] Dat is alles wat ze over het grootbrengen van de kinderen vertelden, maar ik heb in Memfis ook andere dingen gehoord, toen ik de priesters van Hefaistos te spreken kreeg. Ik heb mij ook begeven naar Thebe[7] en Heliopolis[8] en wel precies hierom: ik wilde weten of hun verhalen zouden overeenkomen met die in Memfis. Van de Heliopolieten wordt beweerd dat zij van de Egyptenaren het geleerdst zijn. Het is niet mijn bedoeling om de verhalen die ik zoal van hen hoorde over hun goden volledig na te vertellen.[9] Ik maak een uitzondering voor alleen het noemen van hun namen, waarbij ik ervan uitga dat iedereen hiervan even goed op de hoogte is.[10] Wat ik wel onder de aandacht zal brengen, zal door mij vermeld worden, omdat de verhaallijn dat van mij vraagt.
[4] Waar het de verrichtingen van mensen betreft, waren ze hierover het roerend met elkaar eens: de Egyptenaren waren de allereerste mensen die het jaar hebben uitgevonden door de seizoenen daarin in twaalf stukken op te delen. Ze zeiden dat ze dat uit de sterren hadden afgeleid. De Egyptenaren pakken het volgens mij in zoverre intelligenter aan dan de Grieken, die vanwege de seizoenen om de twee jaar een schrikkelmaand inbouwen,[11] dat zij twaalf maanden van 30 dagen hanteren en ieder jaar boven op dat aantal vijf dagen eraan toevoegen. De cyclus van seizoenen komt bij hen steeds op hetzelfde punt uit.[12]
Volgens hen waren de Egyptenaren de eersten die benamingen voor hun goden in gebruik hebben genomen en hebben de Grieken dat van hen overgenomen. Zij waren ook de eersten om altaren, standbeelden en tempels aan goden te wijden en dierenfiguren in steen uit te houwen. Niet alleen kwamen ze met bewijzen dat het meeste daarvan werkelijk zo tot stand is gekomen, maar ook meldden ze dat Min[13] de eerste man was die over Egypte heerser werd. In zijn tijd was, afgezien van het gebied van Thebe, heel Egypte een moeras en stak niets van het gebied dat nu voorbij het Moirismeer[14] ligt boven het water uit. Daarheen duurt de vaart over de rivier vanaf zee naar het zuiden zeven dagen.
Aanbevolen literatuur
Het Psammetichusexperiment, zoals het is gaan heten, wordt uitgebreid beschreven (betekent bekos wel “brood”?) in de paper van Margaret Thomas, The Evergreen Story of Psammetichus’ Inquiry into the Origin of Language, uitg. Boston College (2007).
Een voor de oud-Egyptische kalender essentiële studie is die van Richard A. Parker, The Calendars of Ancient Egypt, in: Studies in Ancient Oriental Civilization, nr. 26 (Univ. of Chicago, 1950).
De kalender van de oude Egyptenaren is tevens het onderwerp van het artikel van Leo Depuydt, The Calendars and the Year-counts of Ancient Egypt, in: Chronique d’Égypte, vol. 92 (2017), fasc. 184, pp. 271-294.
[1] Zij was tevens de zuster van Otanes; Kambyses’ afkomst wordt nog eens genoemd in boek 3, hfdst. 2.
[2] De kronieken van Nabonidos (Akk. Nabunaïd), laatste koning van Babylon (reg. 556-539 vC), maken melding van een periode van rouw van 21 tot 26 maart 538, wat goed zou kunnen overeenkomen met de hier door Kyros afgekondige rouw (Albert Kirk Grayson, Assyrian and Babylonian Chronicles, J.J. Augustin, Locust Valley, New York, 1975, pag. 111, col. III, rr. 16-23; bron: iranicaonline.org).
[3] De verhaallijn met Kambyses als hoofdpersoon wordt verderop in boek 3, hfdst. 1, voortgezet.
[4] Bedoeld wordt Psammetichos (i.e. Psamtik) I die in 664 vóór Christus aan de macht kwam en in 610 vóór Christus stierf.
[5] Een denkfout: dat de Frygiërs het oudste volk zouden zijn, wil niet zeggen dat er geen andere volkeren waren ouder dan dat van de Egyptenaren.
[6] Griekse benaming voor de Egyptische god Ptah.
[7] Niet te verwarren met het Boiotische of Thessalische Thebe.
[8] Lett. ‘stad van de Zon(negod)’ (Gr. Ἡλίου πόλις).
[9] Het lijkt erop dat de schrijver hier op het esoterische element in religieuze praktijken wijst; in Griekenland was het in ieder geval not done om als ingewijde in bijv. een mysteriecultus, zoals die van Demeter te Eleusis, over details naar buiten te treden.
[10] Een verwijzing naar het bindende element onder de Griekse volksstammen: één religie en het geloof in dezelfde goden; de schrijver hoeft geen bijzondere uitleg te geven, wanneer hij een van de twaalf hoofdgoden (het pantheon) bespreekt.
[11] De inrichting van het Griekse kalenderjaar kan worden afgeleid uit de berekeningen die Solon ten overstaan van koning Kroisos geeft (zie boek 1, hfdst. 32).
[12] Dit is niet helemaal waar, want de Egyptenaren misten ¼ dag op een kalenderjaar en liepen iedere 1460 (= 4×365) jaar één jaar achter en was het na 730 jaar in de zomer hartje winter; dit is een belangrijk gegeven om rekening mee te houden bij de interpretatie van de chronologische data die bijv. Manetho (3de eeuw vC) geeft.
[13] Ook wel genoemd Menes, doorgaans gelijkgesteld met Narmer (ca. 3150 vC), stichter van de eerste dynastie van farao’s en de bestuurder die boven- en beneden-Egypte heeft samengevoegd.
[14] Dit (zout)meer ligt ong. 90 km. ten zuidwesten van het huidige Caïro (provincie Fajoem); in de tijd van de schrijver had het meer nog een beduidende omvang.