[108] De Atheners hadden positie gekozen bij het heiligdom van Herakles[1] en kregen hulp van de inwoners van Plataiai die voltallig waren komen opdagen. Dit was het gevolg van hun volledige loyaliteit aan de Atheners, die in het verleden voor hen vele operaties voor hun rekening hadden genomen.
Advies van Sparta
Die loyaliteit kwam als volgt tot stand. In het nauw gedreven door de Thebanen wilden de inwoners van Plataiai zich onderwerpen aan Kleomenes, zoon van Anaxandrides, en de Spartanen die toevallig in hun buurt waren. Maar zij namen hen niet op en gaven de volgende reden: “Wij wonen te ver van jullie af en de steun die wij jullie geven, zou vergeefs zijn, want jullie kunnen vaak tot slaaf worden gemaakt, nog voordat een van ons hierover geïnformeerd wordt. Wij adviseren jullie je te onderwerpen aan de Atheners: zij zijn jullie buren en kunnen heel goed bescherming bieden.” Dat advies gaven de Lakedaimoniërs niet uit goede bedoelingen met de inwoners van Plataiai, eerder omdat zij wilden dat de Atheners in moeilijkheden kwamen, wanneer zij een conflict met de Boiotiërs hadden.
Tussenkomst van Korinthe
De inwoners van Plataiai volgden het advies van de Lakedaimoniërs op[2] en toen de Atheners offers brachten aan de twaalf goden, zochten zij als smekelingen een plek bij het altaar als teken van hun onderwerping.[3] Het bericht hierover deed de Thebanen tegen de inwoners van Plataiai optrekken, die op hun beurt door de Atheners werden geholpen. Zij stonden op het punt de strijd aan te gaan, maar de Korinthiërs kwamen tussenbeide: zij waren toevallig ter plekke en lieten hen vrede sluiten. Beide partijen vertrouwden het hen toe dat zij de landsgrens bepaalden, met als voorwaarde dat de Thebanen die Boiotiërs met rust zouden laten die niet tot de Boeoitiërs gerekend wilden worden.
Asopos, de nieuwe grens
Na die beslissing keerden de Korinthiërs terug naar huis. De Boiotiërs echter vielen de Atheners op hun weg terug aan, maar hun aanval leidde tot verlies van het gevecht. De Atheners staken de grens over die de Korinthiërs de inwoners van Plataiai hadden opgelegd, en bepaalden dat voortaan de Asopos de grens was tussen Thebe aan de ene kant en Plataiai en Hysiai aan de andere kant.[4] De inwoners van Plataiai onderwierpen zich dus, zoals hier door mij beschreven, aan de Atheners en kwamen hen toen bij Marathon te hulp.
[1] Herakles was de god die door de bewoners van Marathon het meest werd vereerd en aan wie een tempel met groot domein was gewijd; het belang hiervan werd later onderstreept doordat de Spartaanse koning Archidamos in het begin van de Peloponnesische oorlog het gebied rond Marathon ongemoeid liet.
[2] Thucydides (Hist. 3, hfdst. 68) zegt dat dit gebeurde 93 jaar vóór de verwoesting van Plataiai door de Spartanen tijdens de Peloponnesische oorlog, d.w.z. in 426 vóór Christus; het pact tussen Athene en Plataiai is volgens hem dus in 519 vóór Christus gesloten.
[3] De twaalf Olympische goden, het zgn. dodekatheon (Gr. δωδεκάθεον), werden gezamenlijk vereerd bij een altaar in het noorden van de Agora langs de Panatheneïsche weg (die van de Dipylonpoort voert naar de Akropolis); opgericht door Peisistratos in 522 vóór Christus diende het als asylum voor vluchtelingen en gold het als het centraal punt vanwaaruit afstanden vanuit Athene werden berekend (eenzelfde functie had het miliarium aureum in Rome).
[4] Hysiai (Gr. Ὑσιαί) lag oostelijk van Plataiai; de rivier Asopos (Gr. Ἀσωπός) ten noorden van beide vormde dus, als het aan de Atheners lag, voortaan de grens metThebe.