(pagina 1 van 31)
Andere hoofdstukken: 1, 2-4, 5-6, 7-10, 11-12, 13-14, 15-17, 18-20, 21, 22, 23, 24-25, 26, 27, 28, 29-30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37-38, 39, 40-41, 42, 43, literatuur, persoonsnamen, plaatsnamen
ΠΕΡΙ ΤΗΣ ΗΡΟΔΟΤΟΥ ΚΑΚΟΗΘΕΙΑΣ
DE HERODOTI MALIGNITATE
HET SLECHTE KARAKTER VAN HERODOTOS
Plutarchi Chaeronensis Moralia vol. V, ed. Teubner, Lipsiae 1893
Plutarch’s Moralia XI, ed. Loeb Classical Library 1965
Aantal hoofdstukken: 43, Stephanus 854E – 874C
Inleiding
Ploutarchos leefde van 46 na Christus tot missschien 120 na Christus. Hij geldt als een van de meest productieve schrijvers uit de klassieke oudheid. Hij schreef uitsluitend in het Grieks. Zijn beheersing van het Latijn liet te wensen over, want hijzelf zegt hierover:
“Omdat wij in Rome en tijdens ons verblijf in Italië door publieke verplichtingen niet de tijd hadden om ons in de taal van de Romeinen te bekwamen en studenten in de filosofie ons opzochten, begonnen wij pas laat en op gevorderde leeftijd ons bezig te houden met de Romeinse literatuur.”

Zijn reislust bracht hem in Klein-Azië, Egypte (één keer laat hij weten in Alexandria te zijn geweest, zie Quaestiones Convivales 678c) en ook Rome. Hij had een filosofische achtergrond, studeerde in Athene en bewonderde de ideeën van Plato (427-347 vóór Christus), maar liet zich ook door de Stoa en de Pythagoreërs beïnvloeden.
Zijn maatschappelijke betrokkenheid blijkt uit tal van publieke functies die hij heeft bekleed. De opvallendste is zijn aanstelling als priester van Apollo te Delfi in 95 na Christus.
Het merendeel van zijn werk omvat verhandelingen over ethische kwesties, veelal geschreven in dialoogvorm, en is bekend onder de naam Ethika (Gr. Ἠθικά, Lat. Moralia). Verder heeft hij biografieën op zijn naam staan, waarvan de 23 parallelbiografieën (Gr. Βίοι Παράλληλοι) de opmerkelijkste zijn.[1] Hierin worden telkens één op één illustere Grieken en Romeinen met elkaar vergeleken. Ploutarchos presenteert zich als een schrijver die zich in karakters weet te verdiepen.
De verhandeling Het slechte karakter van Herodotos (Gr. Περὶ τῆς Ἡροδότου κακοηθείας; Lat. De malignitate Herodoti) is een buitenbeentje in het oeuvre van Ploutarchos. Met veel venijn veroordeelt hij de schrijver van de Historiai om diens vooringenomenheid en onjuiste voorstelling van zaken. Het feit dat Ploutarchos’ geboortestad Cheironeia in Boiotia lag, heeft in belangrijke mate hiertoe bijgedragen, want de Boiotiërs en vooral de Thebanen werden door Herodotos bekritiseerd om hun pro-Perzische houding. Ploutarchos is van mening dat hij iets heeft recht te zetten. (Zie hfdst. 1 en opm. 4 & 5.)
Ploutarchos is een erudiet schrijver en toont in al zijn geschriften een grote belezenheid. Het valt niet te ontkennen dat hij Herodotos’ werk in z’n geheel heeft gelezen. Zijn verhandeling bevat vele citaten en parafrases van allerlei passages uit de Historiai. Alleen een verwijzing naar het vierde boek ontbreekt. Hij noemt weliswaar in hoofdstuk 40 de Skythen, maar niet in de context van het vierde boek, waarin zij het hoofdonderwerp zijn. De langere citaten, die nauwkeurig de brontekst weergeven, doen vermoeden dat Ploutarchos niet uit het hoofd citeert, maar de tekst in geschreven vorm heeft geraadpleegd.[1a]
Het werkje is een stilistisch exposé en betreft eigenlijk één lange tirade tegen de onnauwkeurigheden en vooroordelen die de schrijver meent aan te treffen in het werk van Herodotos. De overdreven toon van het essay past niet echt bij een serieus en gerespecteerd schrijver als Ploutarchos. Hiervoor is wellicht bewust gekozen en dat zou erop kunnen wijzen dat het een retorische oefening betreft. Hoe je het wendt of keert, het is de allereerste recensie in de geschiedenis van de literatuur.
[1] Slechts het werk over Epameinondas en Scipio Africanus Maior is verloren gegaan, de andere 22 zijn overgeleverd.
[1a] Conclusie van Jackson P. Hershbell, Plutarchus and Herodotus, The Beetle and The Rose (1993, zie literatuur).
Pagina's: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31