[55] Aristagoras vertrok uit Sparta en ging naar Athene,[1] dat als volgt bevrijd werd van tirannen.[2] Na de moord op Peisistratos’ zoon Hipparchos, die de broer was van de tiran Hippias en in een droom duidelijk had gezien wat hem te wachten stond, door Aristogeiton en Harmodios (oorspronkelijk leden uit het geslacht van de Gefyreërs), leden de Atheners daarna vier jaar lang niet minder onder de tirannie, maar juist méér dan in de tijd ervoor.
Droom van Hipparchos
[56] De droom van Hipparchos ging zo. In de nacht voorafgaand aan de Panathenaia[3] droomde Hipparchos van een grote, knappe man die naast hem was gaan staan en deze raadselachtige woorden sprak: “Verdraag als een leeuw onverdraaglijke dingen met moedig hart; geen mens zal onbestraft blijven, wanneer hij onrecht doet.” Zodra het dag was geworden, heeft hij deze woorden in ieders bijzijn aan droomuitleggers voorgelegd. Hij bezwoer de droom[4] en nam daarna deel aan de processie waarin hij de dood vond.
De Gefyreërs
[57] De familie van de Gefyreërs, waartoe de moordenaars van Hipparchos behoorden, kwamen naar eigen zeggen oorspronkelijk uit Eretria. Volgens mijn informatie en bevindingen waren het Foeniciërs uit de groep die samen met Kadmos in het gebied terechtkwam dat nu Boiotia wordt genoemd, en zich in Tanagra vestigde, toen zij dat deel van het land toegewezen kregen. In een eerder stadium waren de Kadmiërs door de inwoners van Argos daarvandaan verdreven; toen in een tweede instantie de Gefyreërs door de Boiotiërs werden verdreven, zochten zij bescherming in Athene. De Atheners namen hen als hun medeburgers op, maar onder voorwaarden: ze bepaalden dat zij werden buitengesloten van vrij veel zaken, die eigenlijk niet veel om het lijf hadden.[5]
Het Foenicisch alfabet
[58] Die Foeniciërs die samen met Kadmos gekomen zijn, tot wie de Gefyreërs behoorden, vestigden zich in dat gebied en brachten de Grieken in aanraking met heel veel zaken, waaronder het alfabet, dat volgens mij niet eerder bekend was bij de Grieken.[6] Eerst was dat hetzelfde als wat de Foeniciërs gebruikten, maar gaandeweg veranderden zij tegelijk met de uitspraak ook de vorm van de letters.
In die periode bevolkten de Griekse Ioniërs het grootste gedeelte van het gebied in hun buurt. Zij maakten kennis met de letters van de Foeniciërs, namen die van hen over en maakten ervan gebruik (een paar letters hadden ze aangepast), maar áls ze die gebruikten, benadrukten zij dat het om het Foeniscische schrift ging. Van oudsher noemen de Ioniërs hun papyrusrollen “huiden”, omdat zij ooit uit gebrek aan papyrusrollen de huiden van geiten en schapen gebruikten. Nog tot in onze tijd schrijven vele mensen buiten Griekenland op zulke huiden.[7]
Kadmisch schrift
[59] Zelf heb ik in het Boiotische Thebe[8] Kadmische letters[9] gezien in het heiligdom van Apollo Ismenios[10];ze waren op drie drievoeten[11] ingegraveerd en leken grotendeels op Ionische letters. Een van de drievoeten bevat als opschrift:
“Amfitryon heeft mij gewijd na de Teleboërs beroofd te hebben.”[12]
Ἀμφιτρύων μ᾽ ἀνέθηκε ἑλὼν ἀπὸ Τηλεβοάων.
Dit zou uit de tijd moeten stammen van Laios, zoon van Labdakos (kleinzoon van Polydoros, achterkleinzoon van Kadmos).
[60] Een tweede drievoet laat in hexameters het volgende weten:
“Bokser Skaios heeft mij aan u, de uit de verte treffende Apollo,
na een overwinning, als zeer mooi pronkstuk gewijd.”
Σκαῖος πυγμαχέων με ἑκηβόλῳ Ἀπόλλωνι
νικήσας ἀνέθηκε τεὶν περικαλλὲς ἄγαλμα.
Skaios zou de zoon van Hippokoön moeten zijn, áls hij de man van het wijgeschenk is en niet een naamgenoot van hem uit de tijd van Oidipous, zoon van Laios.
[61] De derde drievoet vermeldt (ook in hexameters):
“Laodamas heeft zelf een drievoet aan u, goed mikkende Apollo,
toen hij koning was, een zeer mooi pronkstuk gewijd.”[13]
Λαόδαμας τρίποδ᾽ αὐτὸς ἐύσποκῳ Ἀπόλλωνι
μουναρχέων ἀνέθηκε τεὶν περικαλλὲς ἄγαλμα.
De Gefyreërs in Athene
Tijdens het koningschap van deze Laodamas, zoon van Eteokles, werden de Kadmiërs door de inwoners van Argos verdreven en zochten een heenkomen bij de Encheleërs.[14] De Gefyreërs bleven achter en werden later door de Boiotiërs gedwongen om naar Athene uit te wijken. Er zijn door hen in Athene heiligdommen opgericht, die volstrekt niet toegankelijk zijn voor de rest van de Atheners; zij staan los van de overige heiligdommen, met name dat van Demeter Achaia en haar mysteriën.
[1] Dit is het vervolg op het verhaal van hfdst. 51.
[2] De schrijver heeft in boek 1, hfdst. 64, voor het laatst gesproken over Athene.
[3] Het jaarlijkse festival in Athene met processie van de Dipylonpoort naar de burcht, de akropolis (om de godin Athena een nieuw kleed te presenteren).
[4] De Peisistratiden raadpleegden vaker orakels en droomuitleggers, oneiropoloi (Gr. ὀνειροπόλοι); van deze laatsten zullen de bezweringformules zijn gekomen.
[5] Het zal veelal religieuze ceremonies hebben betroffen: de Gefyreërs behielden hun eigen cultische rituelen.
[6] In de Mykeense tijd bestond het zgn. lineair B, maar dit betrof een lettergrepenschrift en het bestaan ervan was de oude Grieken onbekend.
[7] Deze huiden (diftherai, Gr. διφθέραι) zijn de voorloper van het latere perkament, dat duurder is dan papyrus, maar in zwang raakte, toen de vraag naar papyrus het aanbod ver oversteeg.
[8] “Boiotisch” ten onderscheid van de gelijknamige stad in Egypte.
[9] D.w.z. uit de tijd van Kadmos, de mythische stichter van Thebe in Boiotia.
[10] Genoemd naar de rivier Ismenos (Gr. Ἰσμηνός) bij Thebe.
[11] Grote vaten op een standaard met drie voeten, vaak als wijgeschenk bedoeld.
[12] Inwoners van het stadje Tafos (Gr. Τάφος) in Akarnania (west-Griekenland), die de dood van de broers van Amfitryons vrouw Alkmene op hun geweten hadden; pas als die gewroken was, wilde zij zijn vrouw worden.
[13] Laodamas was zoon en opvolger van Eteokles, koning van Thebe na de verdrijving van Oidipous; de drievoeten dateren dus uit drie achtereenvolgende generaties.
[14] Een vorstenhuis in Illyria dat van Kadmos afstamde (de graven van Kadmos en zijn vrouw Harmonia zouden er nog te bezichtigen zijn geweest).