[121] Hoe zwaar de druk ook was, zij kwamen niettemin hun verplichting na. Xerxes droeg zijn bevelhebbers op in Therme op de vloot te wachten en liet vanaf Akanthos de schepen uit zijn zicht verder varen.[1] Hij had namelijk begrepen dat de route langs Therme (aan de golf van Therme, die naar de stad is vernoemd) het kortst was.
Het leger marcheerde vanaf Doriskos tot aan Akanthos op de volgende wijze. Xerxes had het landleger in z’n geheel opgesplitst in drie onderdelen. Eén daarvan liet hij langs de kust samen met de vloot optrekken; dit onderdeel stond onder aanvoering van Mardonios en Masistes. Het tweede onderdeel, een derde van het leger, liep door het binnenland en stond onder aanvoering van Tritantaichmes en Gergis. Het derde onderdeel, waarmee Xerxes zelf optrok, liep daartussenin en had de beschikking over de aanvoerders Smerdomenes en Megabyzos.

[122] Nu de vloot door Xerxes was losgelaten, voer deze door het kanaal dat bij Athos was aangelegd en uitkomt in een baai waaraan de steden Assa, Piloros, Singos en Sarte liggen. Na ook uit die steden troepen te hebben geronseld koerste zij vandaaruit in volle vaart naar de golf van Therme. Bij het ronden van Ampelos, de kaap bij Torone, passeerde zij de volgende Griekse steden vanwaaruit zij schepen en troepen ronselde: Torone, Galepsos, Sermyle, Mekyberna, Olynthos.[2] Dat gebied heet Sithonia.
[123] Xerxes’ vloot koos voor de kortste route van kaap Ampelos naar kaap Kanastraion, het uiterste puntje van Pallene. Vervolgens ronselde zij schepen en troepen uit Poteidaia, Afytis, Neapolis, Aige, Therambo, Skione, Mende en Sane.[3] Dat zijn de steden die liggen op Pallene, zoals het tegenwoordig heet (vroeger heette het Flegre). Langs dat gebied koersend voer zij naar de afgesproken plaats, waarbij zij ook uit de aan Pallene grenzende steden die aan de golf van Therme liggen, troepen ronselde. Het gaat om de steden Lipaxos, Kombreia, Lisai, Gigonos, Kampsa, Smila en Aineia en zij liggen in Krossaia, zoals het gebied nu nog steeds wordt genoemd.
Vanuit Aineia, de stad die ik als laatste noemde, voer de vloot direct de golf van Therme binnen en naar Mygdonia.[4] Met zo’n koers bereikte zij Therme, de afgesproken plaats, Sindos en Chalestra aan de Axios, de grensrivier tussen Mygdonia en Bottiaiïs. In een smalle strook land langs de zee liggen de steden Ichnai en Pella.[5]
[124] In afwachting van de koning bivakkeerden de vloottroepen daar bij Axios en Therme en de steden die er tussenin lagen. Xerxes vertrok met het landleger vanuit Akanthos en trok door het binnenland om in Therme te komen. Hij reisde door Paionia en Krestonia naar de rivier Echeidoros,[6] die begint bij de Krestonaioi en door het gebied van Mygdonia stroomt om uit te monden in het moeras dat bij de Axios ligt.[7]
[125] Op zijn tocht langs die route werden de kamelen die er voor het voedseltransport waren,[8] door leeuwen aangevallen. Nachten achtereen verlieten de leeuwen hun schuilplaatsen en slopen naar beneden, maar lastdier noch mens werd door hen aangevallen; alleen de kamelen werden door hen gedood. Ik vraag mij af wat de reden hiervan kan zijn. Wat bezielde de leeuwen toch om van de rest af te blijven en de kamelen aan te vallen, een diersoort die zij nog nooit eerder hadden gezien en meegemaakt?[9]
[126] In die streken heb je veel leeuwen en wilde runderen, waarvan de horens buitengewoon groot en bij de Grieken een gewild artikel zijn. Het territorium van de leeuwen bevindt zich binnen de rivier Nestos in het gebied van Abdera en de Acheloios in Akarnania. Ten oosten van de Nestos kom je nergens verderop in Europa een leeuw tegen noch ten westen van de Acheloios op de rest van het continent: zij komen alleen tussen die rivieren voor. [10]
[127] Na zijn aankomst in Therme liet Xerxes daar het leger z’n kamp opslaan.[11] Met het kampement besloeg zijn leger een kuststreek, zo groot als het gebied vanaf de stad Therme en Mygdonia tot aan de rivieren Lydias en Haliakmon, die hun water tot dezelfde stroom vermengen en de grens vormen tussen Bottiaiïs en Centraal-Makedonia. De Perzen sloegen dus hun kamp in die buurt op. De Echeidoros, die vanuit Krèstonia stroomt, was de enige van de genoemde rivieren die het leger niet voldoende van drinkwater voorzag, maar tekortschoot.
[1] De route door het kanaal van Athos en langs de andere uitlopers van Chalkidikè kostte de vloot veel meer tijd dan de mars van het leger over land.
[2] Het zijn de steden op de middelste landtong van de Chalkidikè, genoemd van het zuid-oosten naar het noord-westen.
[3] Anders dan die in hfdst. 122 worden deze steden in willekeurige volgorde genoemd.
[4] Mygdonia (Gr. Μυγδονία) is het achterland van Therme.
[5] De schrijver bedoelt dat de smalle strook land haaks op de kustlijn staat, want Ichnai en Pella liggen van zee op een afstand van resp. 20 en 30 kilometer.
[6] Deze beschrijving wijst op een route landinwaarts langs de Strymon (stroomopwaarts naar het noorden) en de Echeidoros (stroomafwaarts naar het zuiden).
[7] D.w.z. ten westen van en dus voorbij Therme.
[8] De kamelen die in hfdst. 86 worden genoemd, maakten deel uit van de bereden troepen.
[9] Zou het de leeuwen, hongerig uit de winterperiode gekomen, niet om de door de kamelen vervoerde voedselwaren te doen zijn geweest?
[10] De schrijver bevestigt het voorkomen van leeuwen (reeds door Homeros genoemd) op het Europese vasteland in 480 vóór Christus.
[11] Al die tijd daarvoor was het leger onderweg; Therme is de legerbasis vanwaaruit Griekenland wordt aangevallen.