Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Alexandros waarschuwt

[44] Mardonios had z’n vragen gesteld over de orakelspreuken en z’n troepen aangespoord, waarna de avond viel en de wachtposten werden betrokken. Later op de avond scheen er rust te heersen over de legerkampen en leken de mannen in diepe slaap te verkeren.

Op dat moment was Alexandros, zoon van Amyntas, aanvoerder en koning van de Makedoniërs, te paard naar de wachtposten van de Atheners gereden en wilde hun aanvoerders spreken. De meeste bewakers bleven op hun post, een paar renden naar hun aanvoerders en gingen vertellen dat een man te paard uit het Perzische legerkamp was gekomen die verder niets zei dan dat hij de aanvoerders, van wie hij de namen noemde, wilde spreken.

Belangrijke informatie

[45] Toen ze dat hoorden, liepen ze meteen mee naar de wachtposten. Ze kwamen en hoorden Alexandros het volgende zeggen: “Mannen van Athene, in vertrouwen spreek ik deze woorden tot jullie, met het dringende verzoek ze alleen aan Pausanias over te brengen, want anders brengen jullie mij in de problemen. Ik zou ze niet uitspreken, als ik mij niet ernstig zorgen maakte om heel Griekenland. Ik ben altijd al Griek in hart en nieren geweest[1] en zie niet graag dat Griekenland z’n vrijheid verliest en onderworpen wordt. Ik zeg jullie dat het offeren voor Mardonios en zijn leger niet naar wens is verlopen, anders hadden jullie al lang gevochten.[2] Nu is door hem besloten van het offeren af te zien en bij zonsopgang aan te vallen. Ik vermoed dat hij een nóg grotere troepenopbouw aan jullie zijde vreest. Wees dus hierop voorbereid. Wanneer Mardonios echter de aanval afblaast en die niet uitvoert, verlaat dan niet jullie stellingen: ze hebben nog maar enkele dagen te eten. Wanneer deze oorlog afloopt zoals jullie je dat voorstellen, denk er dan aan ook mij te bevrijden. Zo gewaagd is de daad die ik uit sympathie voor de Grieken heb verricht, want ik wil jullie kennis laten nemen van de plannen van Mardonios om niet onverwachts door de Perzen aangevallen te worden. En ik…, ik ben de Makedoniër Alexandros.”

Na die woorden reed hij naar het legerkamp terug, naar zijn eigen eenheid.

Voorstel tot wisseling van positie

[46] De aanvoerders van de Atheners liepen naar de rechtervleugel en vertelden Pausanias wat zij van Alexandros hadden gehoord. Die informatie maakte hem angstig voor de Perzen, waarop hij zei: “Nu het gevecht morgenvroeg plaatsvindt, is het goed dat jullie, Atheners, tegenover de Perzen positie innemen en wij tegenover de Boiotiërs en de Grieken die tegenover jullie zijn opgesteld, en wel hierom: jullie hebben bij Marathon tegen hen gevochten en kennen de Perzen en hun gevechtswijze; wij hebben die ervaring niet en kennen hun mannen niet. Er is geen Spartaan die bekend is met de Perzen,[3] maar we hebben wel ervaring met Boiotiërs en Thessaliërs. Jullie moeten jullie wapens oppakken en naar deze vleugel gaan, wij naar de linkervleugel.”[4]

De Atheners reageerden als volgt: “Ook wij speelden vanaf het allereerste begin, toen wij zagen dat de Perzen tegenover jullie werden opgesteld, met de gedachte dit voorstel te doen, maar jullie zijn ons voor. We waren echter bang dat ons voorstel bij jullie niet in goede aarde zou vallen. Maar nu brengen jullie het zelf aan de orde en zijn wij met het voorstel opgetogen en bereid om er invulling aan te geven.”

[47] Beide partijen konden zich hierin vinden. De dag brak aan en ze waren druk met de positiewisselingen. De Boiotiërs merkten op wat er gaande was en waarschuwden Mardonios. Toen hij dat hoorde, ging ook hijzelf meteen tot actie over om van positie te wisselen door z’n Perzen tegenover de Lakedaimoniërs te brengen. Pausanias kreeg in de gaten wat er zoal gebeurde en begreep dat ze hem doorhadden. Hij bracht de Spartanen terug op de rechtervleugel; Mardonios deed precies hetzelfde op de linkervleugel.


[1] Over de Griekse afkomst van het Makedonische koningshuis zie boek 8, hfdst. 137; in boek 5, hfdst. 22, werd Alexandros deelname aan de Olympische Spelen niet ontzegd.

[2]  Een prozaïscher reden is dat wie de aanval inluidt, de Asopos moet oversteken en geen weg terug heeft; geen van beide legers durfde dit aanvankelijk aan. 

[3] De Spartanen die dat wel waren, hebben de slag bij Thermopylai niet overleefd.

[4] Pausanias’ argumentatie is ongeloofwaardig, want juist de slag om Thermopylai heeft laten zien hoe superieur de Spartaanse troepen waren aan een overmacht van Perzen; de schrijver bezigt hier Atheense propaganda.