[37] De werkzaamheden aan de bruggen en die op Athos waren afgerond. Er werd bericht dat de wallen bij de mondingen van het kanaal (deze waren aangelegd om te voorkomen dat door de golfslag de openingen van het kanaal zouden dichtslibben) en het kanaal zelf helemaal af waren. Dat was het moment waarop het leger zich na de overwintering opmaakte om vanuit Sardes naar Abydos op te trekken. Maar bij zijn vertrek stond de zon niet aan de hemel en was hij onzichtbaar, terwijl de hemel helder was en er geen wolken waren: de dag was nacht geworden.[1] Xerxes, die het met eigen ogen meemaakte, had er geen goed gevoel bij en informeerde bij de Magiërs wat de betekenis was van dit verschijnsel. Zij maakten hem wijs dat de god de Grieken de ondergang van hun steden voorspelde; volgens hen voorspelt de zon hen de toekomst, zoals de Perzen de maan. Met die informatie was Xerxes opgetogen en begon aan zijn mars.
Pythios vraagt Xerxes om een gunst
[38] Toen deze zijn leger liet vertrekken, stapte Pythios op Xerxes af. Hij was aan de ene kant geschrokken van het bovenaardse verschijnsel, maar ook vol goede moed door wat hij had gekregen[2] en zei: “Mijn heer, ik zou graag u om iets willen vragen, wat voor u een simpele gunst betekent en voor mij van groot belang is.” Xerxes verwachtte al het andere dan wat hij vroeg en zei hem van dienst te zullen zijn: “Toe maar, zeg me wat jouw wens is.” Toen Pythios dat hoorde, schraapte hij al zijn moed bij elkaar en zei: “Mijn heer, ik heb vijf zonen en laten zij allen nu toevallig samen met u aan de legertocht tegen Griekenland deelnemen. Koning, heb met mij, nu ik op leeftijd ben gekomen, medelijden en ontsla één van mijn zonen, de oudste, van de dienstplicht. Hij kan dan op mij en mijn bezittingen passen. Neem de andere vier met u mee en hopelijk keert u veilig terug na uw plannen te hebben uitgevoerd.”
Woedende reactie
[39] Dit wekte grote woede op bij Xerxes en zijn antwoord luidde als volgt: “Zielig schepsel, hoe durf jij mij, terwijl ikzélf tegen Griekenland optrek en mijn zonen, broers, familieleden en vrienden meeneem, aandacht voor jouw zoon te vragen? Jij bent mijn dienaar en had met je gehele huishouden, je vrouw niet uitgezonderd, moeten meekomen. Onthoud dit: de geest van een mens waart tussen zijn oren. Als hij mooie dingen hoort, vervult hij het lichaam met blijdschap; bij het tegengestelde bruist hij van woede. Je kunt niet vol trots zeggen de koning met gunsten te hebben overtroffen, toen jij goede dingen deed en hiervan meer beloofde. Nu je je verlaagd hebt tot schaamteloos gedrag,[3] zul je niet krijgen waar jij recht op had, maar minder dan dat. Jij en jouw vier zoons worden gered door je gastvrijheid, maar je zult boeten met het leven van de ene die je het meest hoogacht.”[4]
Dat antwoord was voor degenen die met die taak belast waren, het sein om de oudste zoon van Pythios op te sporen en hem doormidden te klieven om daarna de twee helften links en rechts van de weg op te stellen en het leger erlangs te laten lopen.[5]
[1] Uit die periode is geen volledige zonsverduistering bekend.
[2] De 7000 staters ter afronding van zijn vermogen (zie hfdst. 29).
[3] Een onderdaan van de Perzische koning wordt geacht zijn heer onvoorwaardelijk te dienen en niet om gunsten te vragen.
[4] Xerxes’ reactie doet denken aan Dareios’ beslissing de drie zonen van Oiobazos niet op legertocht mee te nemen en thuis te laten, maar dan wel dood (zie boek 4, hfdst. 84).
[5] Een afschrikwekkend voorbeeld voor de rest van het leger, wellicht tevens symbolische handeling in het kader van een primitief soort teambuilding, want het leger is één met het lichaam en het lichaam één met het leger (vgl. OT Jeremia 34,18).