Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Kambyses gewaarschuwd

[36] Die verrichtingen van hem brachten de Lydiër Kroisos ertoe hem in ongeveer de volgende bewoordingen te bekritiseren: “Koning, wijk niet in alles voor uw jeugdige hartstocht. Houd u in en beheers uzelf! Bedachtzaamheid is iets goeds en voorzichtigheid een verstandig ding. U laat uw eigen burgers om geen enkele gewichtige reden oppakken en doden, zelfs kinderen doodt u. Wees ervoor gewaarschuwd dat, wanneer u zulke dingen vaak doet, de Perzen tegen u in opstand zullen komen. Uw vader Kyros droeg mij op (keer op keer drukte hij het mij op het hart) u te waarschuwen en telkens voor te houden wat ik goed vind.”

Zo luidde zijn advies en hij toonde zijn goede bedoelingen, maar de ander gaf het volgende antwoord: “Uitgerekend jij durft raad te geven, jij die op ‘uitstekende’ wijze je eigen land hebt bestuurd en mijn vader een ‘goed’ advies hebt gegeven, door hem de rivier Araxes te laten oversteken en op de Massageten af te gaan, terwijl zíj naar ons gebied wilden oversteken![1] Je hebt je eigen land slecht beschermd en jezelf én Kyros in het verderf gestort, omdat hij naar jou luisterde. Het plezier zal je echter vergaan, want ik was al lang op zoek naar een aanleiding om je aan te pakken.”

Kroisos duikt onder

Na die woorden greep hij naar zijn pijl en boog om hem neer te schieten, maar Kroisos was opgesprongen en naar buiten gerend. Nu hij hem niet kon neerschieten, droeg hij z’n dienaren op hem op te pakken en te doden. De dienaren wisten hoe Kambyses in elkaar stak en verborgen Kroisos met de bedoeling om, als Kambyses spijt kreeg en Kroisos nodig had, hem weer op te laten duiken en een beloning op te strijken, omdat ze hem levend opbrachten. Ze zouden hem pas dan van het leven beroven, wanneer Kambyses geen spijt had en hem niet miste.

Kambyses begon inderdaad Kroisos niet lang daarna te missen en toen de dienaren dat bemerkten, meldden zij aan hem dat de man nog in leven was. Kambyses verklaarde heel blij te zijn dat Kroisos nog in leven was, maar zei dat degenen die hem hadden gespaard, hun straf niet zouden ontlopen en dat hij hen zou doden. En dat deed hij ook.

Blasfemie

[37] Met zulke waanzinnige acties richtte hij zich vaak tegen de Perzen en hun bondgenoten. Tijdens zijn verblijf in Memfis liet hij oude graven openen en lijken onderzoeken. Zo bezocht hij ook de tempel van Hefaistos[2] en bespotte in ernstige mate het godenbeeld. Het beeld van Hefaistos lijkt sprekend op dat van de Foenicische Pataïeken die de Foeniciërs op de voorstevens van hun slagschepen meevoeren.[3] Ik zal het aan wie ze nooit heeft gezien, uitleggen: er wordt daarmee een pygmee uitgebeeld.

Hij is ook in de tempel van de Kabeiren[4] geweest, iets wat niemand anders dan de priester mag doen. De godenbeelden daar heeft hij in ernstige mate bespot en zelfs in brand laten steken. Zij lijken ook op die van Hefaistos. Naar verluidt zijn het zijn zonen.

Elk volk kent zijn eigen wetten

[38] Het is mij in alle opzichten duidelijk dat Kambyses volslagen gek was, anders had hij zich niet op heilige zaken en gebruiken geworpen om die te bespotten. Als je iedereen zou voorstellen en vragen om van alle gebruiken de mooiste uit te zoeken, zou eenieder na gedegen afweging die van hemzelf kiezen. Daarom vindt iedereen zijn eigen gebruiken verreweg de beste. Je mag alleen van een waanzinnige verwachten dat hij zulke zaken belachelijk maakt.

Alle mensen hebben die instelling ten opzichte van hun gebruiken en dat valt met vele bewijzen aan te tonen, onder andere als volgt. Dareios had, toen hij aan de macht was, Grieken uit zijn gevolg bij zich geroepen en gevraagd tegen welke prijs zij bereid waren hun vaders op te eten, als deze op sterven lagen.[5] Ze zeiden dat ze dat voor geen goud zouden doen.

Daarna riep hij Indiërs die Kallatiërs worden genoemd bij zich en vroeg in het bijzijn van de Grieken, die door een tolk konden volgen wat er werd gezegd, tegen welke prijs zij bereid waren hun vaders aan het eind van hun leven in een vuur te verbranden. Zij protesteerden luid en verzochten hem op zijn woorden te letten.[6]

Zo komt het dat die zaken vaststaan en heeft de dichter Pindaros terecht gezegd: “Wet is aller koning.”[7]


[1] De ongelukkige verlopen militaire expeditie tegen de Massageten, die Kyros met de dood moest bekopen, staat beschreven in het eerste boek (hfdstt. 201-214).

[2] De Griekse benaming voor de Egyptische god Ptah.

[3] Het waren boegbeelden die een voorspoedige vaart moesten garanderen, miss. vergelijkbaar met de apotropeïsche ogen op de boeg van een Grieks oorlogsschip.

[4] Uit de context zou moeten blijken dat de Egyptenaren de Pataïeken zo noemen; deze Egyptische Kabeiren zijn niet te verwarren met de goden met dezelfde naam die op Samothrake werden vereerd (zie boek 2, hfdst. 51).

[5] Dit gebruik was gangbaar bij de Massageten (zie boek 1, hfdst. 216).

[6] De brontekst maakt melding van ‘op een goede manier spreken’, eufēmein (Gr. εὐφημεῖν), i.e. je mond houden om niet oneerbiedig te klinken.

[7] De schrijver citeert losjes Pindaros’ woorden (Bergk fr. 169) die volledig luiden: “Wet is koning van allen, sterfelijken en onsterfelijken; hij leidt met souvereine hand, het grootste geweld rechtvaardigend” (zie Plato, Gorgias 484b, νόμος ὁ πάντων βασιλεὺς θνατῶν τε καὶ ἀθανάτων· ἄγει δικαιῶν τὸ βιαιότατον ὑπερτάτᾳ χειρί).