Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Satrapieën

[88] Dareios, zoon van Hystaspes, was nu als koning aangewezen. Alle mensen in Klein-Azië die door Kyros en daarna ook door Kambyses waren onderworpen, werden zijn onderdanen, behalve de Arabieren. Zij zijn nooit tot slaaf gemaakt van de Perzen, maar werden goede vrienden van hen, toen zij voor Kambyses de weg hadden vrijgemaakt naar Egypte.[1]

Huwelijk

Dareios sloot naar Perzische maatstaven eersteklas huwelijken met Atossa en Artystone, twee dochters van Kyros. Atossa was eerder getrouwd geweest met zijn broer Kambyses en daarna met de Magiër. Artystone was nog ongetrouwd. Hij trad verder in het huwelijk met een dochter van Smerdis, zoon van Kyros, die Parmys heette. Hij huwde ook met Otanes’ dochter door wie de Magiër was ontmaskerd.[2]

Met dank aan een paard

Overal was zijn macht voelbaar. Het eerste wat hij deed, was een reliëf in steen laten oprichten. Daarop was een figuur van een ruiter aangebracht met daarnaast een inscriptie met de volgende tekst: “Dareios, zoon van Hystaspes, heeft het koningschap over de Perzen veroverd met dank aan de kwaliteiten van zijn paard … (hier staat de naam van het paard) en zijn paardenverzorger Oibares.”

Belastingen

[89] Toen hij dat had gedaan, stelde hij in Perzië twintig bestuursgebieden in die door de Perzen zelf satrapieën worden genoemd.[3] Nu hij de bestuursgebieden had gevormd en gouverneurs erover had aangesteld, bepaalde hij dat er per volk belastingen aan hem werden afgedragen. Daarbij rekende hij tot de volkeren ook ingezetenen uit de directe omgeving ervan en voegde, voorbij de aangrenzende bewoners, andere volkeren samen die nóg verder weg zaten.

Kruidenier, tiran, vader

De districten en de jaarlijkse afdracht van belastingen verdeelde hij als volgt. Wie in zilver afdroeg, werd door hem gevraagd een talent volgens Babylonische standaard af te dragen, wie dat deed in goud, volgens Euboïsche standaard.[4] Een Babylonisch talent staat gelijk aan 78 Euboïsche mna’s.[5] Tijdens de regering van Kyros en later Kambyses bestond er geen enkele afspraak over belastingen. Er werden daarvoor in de plaats geschenken afgedragen. Vanwege dat opleggen van belastingen en andere daarmee vergelijkbare maatregelen noemen de Perzen Dareios een kruidenier, Kambyses een tiran, Kyros een vader: de eerste maakte van alles altijd een handeltje, de tweede was hard en gaf om niemand, de derde was aardig en bedacht allemaal dingen die goed voor hen waren.


[1] Fanes van Halikarnassos had Kambyses geadviseerd de Arabieren om vrije doorgang te vragen vanuit Syrië naar Egypte (zie hfdst. 4 e.v.).

[2] Faidyme wel te verstaan (zie hfdst. 68 e.v.).

[3] Zo’n bestuursgebied werd al eerder (vgl. boek 1, hfdst. 192) genoemd, maar het is hier dat de schrijver er uitgebreider over heeft.

[4] Een talent (gewicht), talanton (Gr. τάλαντον), volgens de Euboïsche standaard woog 26,2 kg.; een talent volgens de Babylonische standaard woog bijna 35 kg. en was dus ¼ zwaarder dan het andere gewicht (meer dan de schrijver hierna zelf aangeeft). 

[5] Een mna (Gr. μνᾶ) is 1/60 Euboïsch talent; als de conjectuur correct is (de brontekst noemt het getal 70), verhoudt een Babylonisch talent zich ten opzichte van een Euboïsche talent als 6 : 7,8.