[11] Toen de Ioniërs zich bij Lade hadden verzameld, werden er vergaderingen gehouden, waar diverse mensen tot hen het woord voerden, onder wie ook Dionysios, commandant uit Fokaia, die het volgende zei: “Mannen van Ionia, wij bevinden ons in een kritieke situatie: blijven wij vrije mensen of worden wij slaven, erger nog, slaven die gevlucht zijn?[1] Wanneer jullie bereid zijn nu zwaar werk te doorstaan, zal ongemak onmiddellijk jullie deel zijn, maar jullie zullen in staat zijn jullie tegenstanders te overwinnen en vrij te zijn. Stellen jullie je daarentegen slap en ordeloos op, heb ik helemaal niet de illusie dat jullie door de Perzische koning niet gestraft zullen worden voor de opstand. Luister naar mij en vertrouw jullie zelf aan mij toe. Dan beloof ik jullie, voorzover de goden onpartijdig zijn, dat de vijand niet de strijd met ons zal aangaan óf groot verlies zal lijden, wanneer hij dat wel doet.”
Zware training
[12] De Ioniërs hoorden die woorden en vertrouwden zichzelf toe aan Dionysios. Na elke dag de schepen op één vleugel te hebben gemanoeuvreerd, wanneer hij de roeiers trainde om met de schepen door elkaars linies te breken[2] en de mariniers de wapens had laten oppakken,[3] hield hij gedurende de rest van de dag de schepen voor anker [4] en werden de Ioniërs de gehele dag flink beziggehouden.
Zeven dagen lang deden zij slaafs wat hen werd opgedragen, maar omdat de Ioniërs dergelijke inspanningen niet gewend waren en zij afgepeigerd waren door het zware werk en de zon, zeiden zij de dag daarop het volgende tot elkaar: “Welke godheid hebben wij voor het hoofd gestoten, dat wij dit moeten ondergaan? Gekken zijn wij en niet goed bij ons hoofd! Wij hebben onszelf toevertrouwd aan een opschepper uit Fokaia, die drie schepen levert. Nu hij ons in z’n greep heeft, mishandelt hij ons op hardhandige wijze, erger nog: velen van ons zijn ziek geworden en velen staat hetzelfde te wachten. In plaats van deze ellende zou het voor ons beter zijn welk ander leed dan ook te doorstaan en de slavernij die er staat aan te komen af te wachten, liever dan nu zo te lijden. Kom, laten wij vanaf nu niet meer naar hem luisteren.”
Dat waren hun woorden en meteen wilde niemand meer naar hem luisteren, maar net als soldaten in een landleger sloegen zij tenten op en verbleven op het eiland in de schaduw.[5] Zij weigerden aan boord te gaan om te oefenen.
Samiërs haken af
[13]
Toen de legeraanvoerders van de Samiërs te horen kregen wat er bij de Ioniërs
aan de hand was, hebben zij het voorstel van Aiakes, zoon van Syloson,[6]
dat hij op aandringen van de Perzen hen stuurde (in het voorstel vroeg hij hen
de bondgenootschap met de Ioniërs op te geven), aangenomen, want zij zagen hoe
groot de wanorde was onder de Ioniërs. Ook leek het hen onmogelijk de macht van
de Perzische koning te breken: zij waren zich er wel van bewust dat, ook al zou
de huidige vloot Dareios overwinnen, een andere vloot, vijf keer zo groot, zich
aan hen zou presenteren. Dit was voor hen de aanleiding om, zodra als zij
constateerden dat de Ioniërs zich niet wilden inzetten, voor hun eigen belang op
te komen en hun heiligdommen en privé woningen te redden. Aiakes, de man van
het voorstel, was de zoon van Syloson (kleinzoon van Aiakes) en was als tiran
van Samos door de Milesiër Aristagoras van zijn positie beroofd, net als andere
tirannen in Ionia.
[1] Slaven die een poging tot vluchten hadden ondernomen (zgn. “weglopers”, Gr. δραπέται), maar opgepakt werden, wachtte door een slechte behandeling een zwaar lot.
[2] Een door de Grieken uitgevonden taktiek om tussen twee vijandige schepen door te varen, snel om te draaien en ze van achteren aan te vallen; de manoeuvre heet diëkplous (Gr. διέκπλους).
[3] Deze passage maakt duidelijk dat de roeiers een andere status hadden dan de mariniers, die de eigenlijke gevechtseenheden vormden.
[4] De bemanning kon dus niet van boord.
[5] Met het eiland wordt Lade (Gr. Λάδη) bedoeld.
[6] Aiakes (kleinzoon van de eerste tiran van Samos met dezelfde naam, even verderop door de schrijver vermeld), is als tiran van Samos kort genoemd in boek 4, hfdst. 138; Syloson is de broer van Polykrates van Samos, die dus de oom was van Aiakes.