[8] Dat zeggen de Skythen over zichzelf en het land achter hen, de Grieken die aan de Pontos[1] wonen daarentegen het volgende. Tijdens het opdrijven van de runderen van Geryones bereikte Herakles dat gebied dat nu door de Skythen wordt bewoond, maar toen verlaten was. Geryones woonde buiten de Pontos op het eiland dat de Grieken Erytheia[2] noemen, bij Gadeira[3] voorbij de Zuilen van Herakles[4] aan de Okeanos. Ze beweren dat de Okeanos vanuit het oosten om heel de aarde stroomt, maar hiervoor is geen echt bewijs.
Toen Herakles vandaaruit het gebied, dat nu Skythia genoemd wordt, bereikte, trok hij zijn leeuwenvel dicht en viel in slaap: hij werd door de winter en de vrieskou overvallen. De paarden echter die onder het juk van zijn wagen aan het grazen waren, waren in de tussentijd door een mysterieus toeval verdwenen.
[9] Wakker geworden ging Herakles naar hen op zoek en na alle hoeken en gaten van het gebied te hebben afgezocht kwam hij tenslotte in het land dat Hylaia heet.[5] Daar vond hij in een grot een gedrocht, half meisje, half adder: boven de billen had het de gedaante van een vrouw, daaronder dat van een slang. Met een blik vol verbazing vroeg hij haar of zij paarden had zien langskomen. Zij antwoordde dat zij ze bezat, maar ze pas zou afgeven, wanneer hij met haar seks had gehad. Herakles ging akkoord en had seks met haar. Natuurlijk stelde zij de teruggave van de paarden uit, want zij wilde zo lang mogelijk bij Herakles zijn, maar hij wilde zijn paarden terug en vertrekken.
Uiteindelijk gaf zij ze terug met de woorden: “Toen deze paarden hier kwamen, heb ik ze voor jou opgevangen en jij hebt het vindersloon betaald: ik draag in mij drie zonen van jou. Vertel me wat ik met hen moet doen, wanneer zij volwassen zijn. Moet ik hen hier onderbrengen (ik heb hier in dit gebied het voor het zeggen) of moet ik hen naar jou terugsturen?”
Dat was haar vraag en volgens zeggen was dit hierop zijn antwoord: “Wanneer je hen volwassen ziet worden, doe als volgt en je kunt er niet omheen: wie van hen jij deze boog ziet spannen en deze gordel ziet omdoen zoals ik doe, maak hém bewoner van dit gebied. Wie van hen niet aankan wat ik opdraag, moet jij het land uitsturen. Door dit te doen zul jij jezelf een plezier doen en aan mijn opdrachten gehoor geven.”
[10] Hij haalde nu een van zijn bogen tevoorschijn (Herakles was toen gewend er twee bij zich te hebben) en liet haar de gordel zien. Hij overhandigde haar de boog en de gordel met aan de punt van de sluiting daarvan een gouden schaal[6] en vertrok daarna. Toen de zonen die uit haar werden geboren, volwassen waren geworden, gaf zij hen namen, de een Agathyrsos, de volgende Gelonos, de jongste Skythes. Maar ook de opdracht was zij niet vergeten en zij deed wat haar was opgedragen.
Twee
zonen nu, Agathyrsos en Gelonos, bleken niet in staat te voldoen aan de test
die hen werd voorgelegd en verlieten het land, verbannen door hun moeder. De
jongste van hen, Skythes, slaagde en bleef in het land. Van Skythes, zoon van Herakles,
stamt de complete lijn van koningen van de Skythen. Van de schaal komt de
gewoonte van de Skythen om nog steeds schalen aan hun gordels te dragen. Dit is
het enige wat de moeder voor Skythes heeft gedaan.[7]
Dit is de versie die de Grieken die aan de Pontos[8]
wonen, vertellen.
[1] Kortheidshalve voor Euxeinos Pontos, de Zwarte Zee (Gr. Εὔξεινος Πόντος); de korte term gebruikt de schrijver in het vervolg vaker.
[2] Lett. het ‘Rode’ eiland.
[3] Het huidige Cadiz.
[4] Bij de Grieken algemene aanduiding voor de Straat van Gibraltar.
[5] Wschl. vergrieksing van de naam voor een bosrijke streek, hylè (Gr. ὕλη).
[6] Herakles’ gordel had geen standaard gesp, zodat het enige handigheid vergde om de gordel om te doen; het spannen van de boog en het omdoen van de gordel vormen een volwassenheidsritueel.
[7] M.a.w. de moeder heeft de schaal als extra geschenk van Herakles aan haar zoon meegegeven, maar hem niet bij de proef geholpen.
[8] D.w.z. de Zwarte Zee (vgl. opm. 7).