[4] Maar die gebeurtenissen vonden later plaats.[1] Toen de Grieken die bij Artemision waren aangekomen, op dat moment al die schepen voor anker bij Afetai[2] hadden zien liggen en alles vergeven van troepen, raakten zij in paniek, want wat de Perzen deden, verliep anders dan zijzelf hadden gedacht, en zij overwogen een snelle terugtocht uit Artemision naar het binnenland van Griekenland.
De Euboiërs kwamen te weten dat zij met dat idee speelden, en vroegen Eurybiades iets langer te blijven om intussen hun kinderen en familieleden naar veiligere oorden te kunnen brengen. Omdat zij hem hiertoe niet konden bewegen, wendden zij zich tot Themistokles en haalden de legeraanvoerder van de Atheners ertoe over tegen betaling van 30 talenten[3] vóór Euboia[4] positie in te nemen en een gevecht op zee aan te gaan.
[5] Themistokles zorgde op de volgende wijze ervoor dat de Grieken wachtten. Van dat geld gaf hij vijf talenten aan Eurybiades en hij deed net alsof hij dat uit eigen zak betaalde. Nu mocht deze wel over de streep zijn getrokken, Adeimantos daarentegen, zoon van Okytos en de aanvoerder van de Korinthiërs, was de enige van de rest die tegenstribbelde en bevestigde dat hij niet zou blijven en van Artemision zou wegvaren. Themistokles bezwoer hem onder ede: “Jij zal ons niet in de steek laten, omdat ik jou geschenken zal geven, groter dan de koning van de Perzen jou zal sturen, wanneer je je coalitiegenoten de rug hebt toegekeerd.”
Hij had amper die verklaring afgelegd, of hij stuurde drie zilveren talenten naar het schip van Adeimantos. Verblind door de geschenken hebben zij zich dus laten overhalen en werd de Euboiërs een plezier gedaan. Themistokles zelf had er voordeel bij: het ontging hen dat hij de overige talenten behield, en de ontvangers van dat geld wisten niet beter of het kwam uit Athene en was voor hen bedoeld.
[6] Zo kwam het dat zij op Euboia bleven en aan de zeeslag begonnen. Die verliep als volgt. Nog voordat de Perzen vroeg in de middag Afetai hadden bereikt, hadden zij te horen gekregen dat een klein aantal Griekse schepen bij Artemision hen lag op te wachten. Toen zij die in het zicht kregen, wilden zij graag tot de aanval overgaan; misschien konden ze die in handen krijgen. Ze vonden het niet verstandig er recht op af te varen en wel hierom: ze wilden niet dat de Grieken hen naderbij zagen varen en tot de vlucht zouden overgaan en dat dat gebeurde, wanneer de duisternis inviel. Zij zouden dan zeker ontkomen. Zoals het spreekwoord bij hen luidt:
“Zelfs de vuurdrager mag niet ontsnappen en het er levend van afbrengen.”[5]
[1] In 478 worden zowel Byzantion als Sestos aan de Hellespont door troepen o.l.v. Pausanias bevrijd, waar zij echter ruw tegen de Ionische bevolking optreden.
[2] In de baai aan de kust van Magnesia, zoals beschreven in boek 7, hfdst. 193.
[3] Een Grieks talent was een baar zilver met een gewicht van 26,2 kg. (Euboïsche standaard); het aangeboden bedrag is, naar de huidige zilverprijs (€ 0,64 per gram, d.d. 20/12/2021) het equivalent van meer dan € 500.000.
[4] D.w.z. ten noorden van Euboia, bij de kust van Artemision.
[5] In het Spartaanse leger liep een priester mee die het offervuur meedroeg; het spreekwoord verwijst naar een nederlaag waaraan niemand ontkomt.