[68] De aard van de krokodil is als volgt.[1] Tijdens de vier koudste maanden van het jaar neemt hij geen eten tot zich. Hij is een viervoeter die zowel op het land als in het water leeft. Dit dier legt namelijk eieren op het land en broedt die uit[2] en verblijft het grootste gedeelte van de dag op het droge, daarentegen de hele nacht in de rivier.[3] Dat doet het, omdat het water warmer is dan het verblijf onder de heldere hemel en in de dauw.
Het uiterlijk van de krokodil
Het groeit van het allerkleinste wezen dat wij kennen uit tot het grootste dier. De eieren die het legt, zijn niet veel groter dan ganzeneieren. De grootte van het jong staat in verhouding tot het ei waaruit het wordt geboren, maar het groeit en wordt wel zo’n 7,80 meter lang,[4] méér zelfs. De krokodil heeft ogen als van een zwijn en grote tanden, zeg maar slagtanden, maar hij ontwikkelt geen tong,[5] wat het dier uniek maakt. Hij beweegt z’n onderkaak niet, maar brengt z’n bovenkaak naar de onderkaak en ook hierin is hij de enige onder de dieren. Hij heeft ook stevige klauwen en op de rug een gepantserde huid die ondoordringbaar is. In het water is hij stekeblind, maar in de open lucht ziet hij bijzonder scherp.
Bloedzuigers
Het spreekt voor zich dat vanwege zijn leven in het water zijn bek van binnen propvol bloedzuigers zit. Andere vogels en landdieren mijden hem, maar de steltloper wordt door hem met rust gelaten, omdat hij baat bij hem heeft. Wanneer de krokodil uit het water op het land is gestapt en daarna de kaken openspert (hij heeft de gewoonte dit meestal naar het westen toe te doen), is dat het moment waarop de steltloper zijn bek induikt en de bloedzuigers opslurpt. Hij maakt hiervan dankbaar gebruik en doet de steltloper geen enkel kwaad.
Een heilig dier
[69] Voor sommige Egyptenaren zijn de krokodillen heilig, voor anderen niet en worden door hen als vijanden aangepakt. De mensen die in Thebe en in de omgeving van het Moirismeer leven, vinden ze zelfs zeer heilig. Elk van beide bevolkingsgroepen houden één krokodil uit alle, die afgericht is om mak te zijn. Ze hangen aan z’n oren ringen van glas en goud en kettingen om z’n voorpoten, geven afgemeten porties eten en offerdieren en behandelen ze zo goed mogelijk, zolang als zij leven. Als ze gestorven zijn, worden ze gebalsemd en in een heilig graf gelegd.
Daarentegen eten de inwoners van de stad Elefantine ze zelfs op, want ze vinden die dieren niet heilig. Ze worden trouwens niet ‘krokodillen’ genoemd, maar ‘champsai’. Het waren de Ioniërs die ze de naam ‘krokodillen’ hebben gegeven, omdat ze hen qua uiterlijk vonden lijken op de ‘krokodillen’ die bij hen in de muurtjes voorkomen.[6]
De jacht op krokodillen
[70] Er bestaan vele, verschillende manieren om ze te vangen. Ik geef een beschrijving van de methode die in mijn ogen het meest een toelichting verdient. Wanneer een jager de rug van een varken als lokaas aan een haak heeft geprikt, gooit hij dat midden in de rivier. Zelf houdt hij op de oever van de rivier een big vast dat hij klappen geeft. Wanneer de krokodil zijn gekrijs hoort, gaat hij op het geluid af en, wanneer hij de varkensrug tegenkomt, slokt hij die op, maar wordt aan de haak geslagen. Zodra hij aan land is getrokken, is het allereerste wat de jager doet de ogen van het beest met modder dichtsmeren. Als hij dat gedaan heeft, kan hij hem daarna heel gemakkleijk overmeesteren; lukt hem dat niet, dan wordt het een hele klus.
[1] Het vermoeden bestaat dat hfdstt. 68, 70, 71 en 73 excerpten of zelfs regelrechte kopieën uit de Perihegesis van Hekataios zijn, een vermoeden dat gevoed wordt door uitspraken van de filosoof Porphyrios die zijn opgetekend door Eusebios, bisschop van Caesarea (Praeparatio Evangelica 10de boek, hfdst. 3, p. 466b rr. 6-10, ed. Gifford): “Heeft Herodotos in zijn tweede boek grote delen van Hekataios van Milete parafraserend in zijn tekst opgenomen, nl. die over de vogel Foinix, het nijlpaard en de jacht op de krokodillen?” (…Ἡρόδοτος ἐν τῇ δευτέρᾳ πολλὰ Ἑκαταίου τοῦ Μιλησίου κατὰ λέξιν μετήνεγκεν ἐκ τῆς Περιηγήσεως βραχέα παραποίησας, τὰ τοῦ Φοίνικος ὀρνέου καὶ περὶ τοῦ ποταμίου ἵππου καὶ τῆς θήρας τῶν κροκοδείλων;).
[2] Dit is feitelijk onjuist, want de krokodil blijft niet bij de eieren; deze liggen onder het warme zand en worden zo uitgebroed.
[3] Dit is het typische gedrag van koudbloedige reptielen.
[4] Om precies te zijn 7,82 m., d.w.z. 17 el, pechys (Gr. πῆχυς), een lengtemaat van 46 cm.
[5] De krokodil heeft een tong die met de onderkaak vergroeid en amper zichtbaar is.
[6] De term ‘krokodil’, krokodilos (Gr. κροκόδιλος), was dus bij de Ioniërs de benaming voor een hagedis.