[19b] Ik heb niets over de eigenschappen van de rivier vernomen, niet van de priesters of enig ander persoon. Ik wilde van hen heel graag horen, waarom de Nijl na de zomerzonnewende over de duur van honderd dagen aanzwelt en overstroomt en na het bereiken van dat aantal dagen weer wijkt en een bescheiden stroom wordt, zodat hij de gehele winter een lage stand houdt, totdat het weer zomerzonnewende is. Ik heb hierover van geen enkele Egyptenaar ook maar iets kunnen vernemen, toen ik hen vroeg hoe de Nijl aan z’n kracht kwam die hem heel anders maakt dan de andere rivieren. Ik stelde mijn vragen natuurlijk, omdat ik daarover geïnformeerd wilde worden, maar ook omdat ik wilde weten waarom hij als enige rivier géén bries teweegbrengt die verkoeling geeft.
Drie verklaringen
[20] In hun drang om om hun intelligentie bekendheid te verkrijgen hebben sommige Grieken drie uiteenlopende verklaringen gegeven over dat water. Twee daarvan verdienen het in mijn ogen niet om aandacht te krijgen – ik wil ze slechts aanstippen. De ene verklaring wil dat de passaatwinden[1] er de oorzaak van zijn dat de rivier aanzwelt, door de Nijl te beletten in zee uit te stromen. Maar… vaak waaien de passaatwinden niet en doet de Nijl hetzelfde.
Trouwens, áls het aan de passaatwinden zou liggen, hadden alle andere rivieren die tegen de passaatwinden instromen, eenzelfde effect onder vergelijkbare omstandigheden moeten laten zien als de Nijl en dat ook nog met groter gevolg al naar gelang zij vanwege hun kleinere omvang minder krachtig stromen.[2] Je hebt echter in Syria en in Libya vele rivieren die zo’n effect helemaal niet laten zien, zoals de Nijl dat doet.
[21] De tweede verklaring getuigt van nóg minder kennis dan de voorgaande, maar is fantastischer om te vertellen. Volgens deze verklaring vertoont de rivier dat effect, omdat het vanuit de Okeanos stroomt, en stroomt de Okeanos om de gehele aarde.[3]
[22] De derde zienswijze is verreweg de prachtigste, maar zit er helemaal naast en is volkomen ongefundeerd.[4] Zij beweert dat de Nijl, een rivier die vanuit Libya dwars door Ethiopië stroomt en in Egypte uitkomt, water bevat van gesmolten sneeuw! Hoe is het toch mogelijk dat zijn stroom uit sneeuwwater bestaat, als hij vanuit de warmste streken naar koudere plekken stroomt? Als je in staat bent over zulke dingen na te denken, zijn er vele bewijzen voor het feit dat het onwaarschijnlijk is dat zijn stroom uit sneeuwwater bestaat.[5]
Komt het Nijlwater van sneeuw?
Het eerste en grootste bewijs leveren de winden die vanuit die streken warme luchtstromen veroorzaken. Het tweede bewijs is dat het in dat gebied voortdurend droog is en dat je daar geen ijs hebt. Maar áls het er gesneeuwd had, zou het beslist binnen vijf dagen hebben geregend, zodat het in die streken zou regenen, als er sneeuw viel. Het derde bewijs komt van de mensen: zij zijn zwart van de hitte.
Sperwers en zwaluwen zijn er het hele jaar door,[6] maar kraanvogels komen, op hun vlucht voor de winter die in het land van Skythen aanbreekt, steeds naar die streken terug om te overwinteren. Als het nu, ook al is het maar een klein beetje, sneeuwde in dat gebied waardoorheen de Nijl stroomt en waar hij ontspringt, zou niets daarvan van toepassing zijn, zoals onomstotelijk bewezen wordt.
[23] Degene die over de Okeanos sprak,[7] heeft een schimmig verhaal naar voren gebracht en levert geen bewijs. Ik in ieder geval weet niet van het bestaan van een rivier Okeanos, maar ik denk dat Homeros[8] of een van de dichters vóór zijn tijd de naam heeft bedacht en in een gedicht geïntroduceerd.
De zon en de Nijl
[24] Als ik, nu ik de hier genoemde opvattingen heb afgekeurd, mijn eigen mening moet geven over dit schimmige onderwerp, zal ik uitleggen hoe het volgens mij komt dat de Nijl ’s zomers aanzwelt. In het winterseizoen wordt de zon door het stormachtige weer van zijn oorspronkelijke baan afgebracht[9] en legt zijn weg af over het noorden van Libya. Als je het kort en krachtig wil duiden, is alles hiermee wel gezegd. Het land waar de god[10] het dichtstbij is en waarboven hij staat, heeft logischerwijs het meeste water nodig en waar in die streken de rivieren stromen, wordt het droog.
[25] Willen we een uitgebreidere verklaring geven, dan zit het zo. Wanneer de zon het noorden van Libya passeert, gebeurt het volgende. Omdat in die streken de lucht altijd helder en het land warm is en geen koude winden kent, gebeurt bij het passeren precies hetzelfde wat de zon ’s zomers doet, wanneer hij midden aan de hemel staat. Hij trekt water aan om het vervolgens naar het binnenland[11] weg te drijven. De winden pakken het op, verspreiden het en zorgen voor neerslag. Het spreekt voor zich dat de winden die uit die streken uit het zuiden en zuidwesten[12] waaien, van alle winden verreweg de meeste regen brengen.
Ik denk echter niet dat de zon telkens al het jaarlijks water uit de Nijl de vrije loop laat, maar ook een kleine hoeveelheid bij zich houdt. Wanneer de winter minder streng wordt, keert de zon terug naar het midden van de hemel en ontrekt daarna aan alle rivieren evenveel water.[13] Tot dan zijn hun stromen breed doordat veel regenwater zich met hen vermengt, want er valt regen op het land en dit wordt doorkliefd door beken. In de zomer zijn de rivieren krachteloos, want er zijn voor hen geen regenbuien en door de zon wordt water aan hen onttrokken. Omdat de Nijl geen regen krijgt en aan de zon water verliest, is het logischerwijs de enige rivier die in de winter van zichzelf een veel kariger stroom laat zien dan in de zomer. Dan immers verliest hij samen met alle rivieren evenveel water aan de zon, maar in de winter is hij de enige die het moeilijk heeft.[14]
Zo ben ik tot de conclusie gekomen dat de veroorzaker hiervan de zon is.
[26] Hij is er volgens mijn mening ook de oorzaak van dat de lucht daar droog is, omdat hij het gebied dat hij passeert, verschroeit. Zo komt het dat het in het noorden van Libya altijd zomer is. Als de seizoenen een andere volgorde hadden gehad en daar aan de hemel, waar nu het noorden en de winter staan, de zuidenwind en de middag zich zouden bevinden, en waar nu de zuidenwind zijn plek heeft, de noordenwind zou staan, zou in dat geval de zon, uit het midden van de hemel verdreven door de koude en noordenwind over het noorden van Europa trekken, zoals hij nu over het noorden van Libya trekt. Ik neem aan dat hij bij het passeren van heel Europa met de Istros doet, wat hij nu de Nijl laat doen.
[27] Dat de rivier geen verkoelende bries afgeeft,[15] komt volgens mij hierdoor: het is meer dan logisch dat van warme gebieden geen enkele verkoeling komt, maar een bries altijd uit een koude hoek waait.
Aanbevolen literatuur
Nog steeds lezenswaardig is de monografie van B.H. Stricker, De overstroming van de Nijl, in: Mededelingen en verhandelingen no. 11 van het Vooraziatisch-Egyptisch Genootschap “Ex Oriente Lux”, uitg. Brill (Leiden 1956).
Aristoteles’ verloren gegane traktaat over de overstroming van de Nijl, in een Latijnse vertaling overgeleverd (misschien het werk van Bartholomaeus van Messina), is het onderwerp van de tekststudie van Pieter Beullens, De overstroming van de Nijl, een vergeten traktaat van Aristotles?, in: Tijdschrift voor Filosofie nr. 73 (2011), pp. 513-534.
[1] De tekst maakt melding van de ‘jaarlijkse winden’, etèsiai anemoi (Gr. ἐτησίαι ἄνεμοι), die in de maanden juli tot augustus uit noordwestelijk richting waaien.
[2] M.a.w. kleinere rivieren worden door de passaatwinden meer ‘opgezweept’.
[3] De schrijver laat zich ook elders (vgl. boek 4, hfdstt. 8 & 36) kritisch uit over de gangbare opvattingen over de stroom van de Okeanos.
[4] De schrijver levert hier kritiek op de medeling van de filosoof Anaxagoras (Diodorus Siculus, Bibl. 1.38 ‘Anaxagoras, de fysicus, heeft laten zien dat het stijgen van het water veroorzaakt wordt door het smelten van sneeuw in Ethiopië’, Ἀναξαγόρας δ´ ὁ φυσικὸς ἀπεφήνατο τῆς ἀναβάσεως αἰτίαν εἶναι τὴν τηκομένην χιόνα κατὰ τὴν Αἰθιοπίαν; hij voegt eraan toe dat zijn leerling Euripides hetzelfde verkondigde, vgl. fragm. 228 Nauck); Herodotos moet hem persoonlijk hebben gekend tijdens zijn verblijf in Athene en heeft waarschijnlijk met hem over het onderwerp gediscussieerd.
[5] Inmiddels weten wij beter: de Blauwe en de Witte Nijl komen samen bij Khartoum; de eerste wordt voornamelijk gevoed door regenwater in Abessynië, de tweede door smeltend sneeuwwater dat wordt opgevangen in Afrikaanse bergmeren.
[6] De schrijver redeneert als volgt: er is geen winter (dus ook geen sneeuw), want de vogels trekken niet weg om ergens anders te overwinteren.
[7] Zoals eerder (zie hfdstt. 5 en 15) noemt de schrijver zijn bron niet, maar het vermoeden bestaat dat hij ook hier naar de logograaf Hekataios van Milete (ca. 550-476 vC) verwijst.
[8] Achilles krijgt op verzoek van zijn moeder Thetis een nieuw schild dat door Hefaistos wordt gemaakt; op de rand ervan is een voorstelling van de Okeanos (Homeros, Ilias 18, rr. 607-608).
[9] De gedachte aan een luchtstroom “die de zon van zomerse bakens kan afdrijven naar de winterzonnewende en strenge koude”, is later door de Latijnse dichter Lucretius, die hierin de Griekse natuurfilosoof Demokritos (geb. ca. 460 vC) volgt, verwoord (De Rerum Natura boek 5, rr. 639-640 (aër) qui queat aestivis solem detrudere signis | brumalis usque ad flexus gelidumque rigorem).
[10] De zon wordt hier gepersonifiëerd en als “god”, theos (Gr. θεός), beschreven.
[11] Dat wil zeggen: het zuiden.
[12] De Grieken gaven de winden namen, in dit geval zijn dat resp. de lips (Gr. λίψ) en de notos (Gr. νότος).
[13] Een in de oudheid algemene, door Thales van Milete gelanceerde gedachte: de zon zuigt als het ware water op.
[14] Ten opzichte van de andere rivieren, d.w.z. die in het noorden, is volgens het betoog van de schrijver de waterstand van de Nijl in de winter abnormaal, waar die in de zomer met zijn hoge waterstand juist wel normaal is.
[15] Zoals reeds geconstateerd in hfdst. 19b.