Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Samische ballingen

[57] De Samiërs die tegen Polykrates ten strijde waren getrokken, voeren ook zelf weg naar Sifnos, toen de Lakedaimoniërs hen wilden achterlaten. Ze hadden geld nodig en in die tijd beleefden de Sifniërs een periode van bloei en waren het meest welvarend van alle eilandbewoners dankzij de goud- en zilvermijnen op hun eiland. Zo groot was hun rijkdom dat ze net als de rijksten van een tiende van de opbrengst daarvan een schathuis in Delfi hebben gewijd. Elk jaar verdeelden ze het geld dat binnenkwam onder elkaar.

Orakelspreuk voor de Sifniërs

Tijdens de bouw van het schathuis vroegen ze het orakel of de voorspoed die ze op dat moment beleefden voor hen blijvend kon zijn. De Pythia gaf hen de volgende orakelspreuk:

“Wanneer op Sifnos het raadhuis een witte kleur krijgt en
het marktplein witte wenkbrauwen,[1] dán[2] is een wijs man nodig
om je te wapenen tegen een houten leger en een rode heraut.”

orakel van Pythia
De orakelspreuk van de Pythia in boek 3, hfdst. 57.

De Sifniërs hadden juist toen hun marktplein en raadhuis met Parisch marmer afgewerkt.

[58] Ze waren niet in staat die orakelspreuk te duiden, niet toen meteen en ook niet na de komst van de Samiërs. Zodra de Samiërs voor Sifnos hun schepen hadden aangelegd, stuurden zij naar de stad één schip met gezanten aan boord. Vroeger waren alle schepen met menie behandeld. Dat was precies waarvoor de Pythia de Samiërs waarschuwde, toen zij hen vroeg op te passen voor een houten leger en een rode heraut. De gezanten vroegen na hun komst de Sifniërs hen tien talenten te lenen.[3] Toen de Sifniërs hen die lening weigerden, gingen de Samiërs ertoe over hun land te plunderen. De Sifniërs hoorden hiervan en schoten hun mensen te hulp, maar werden in een gevecht tegen de Samiërs verslagen. Velen van hen werd door de Samiërs de terugtocht naar de stad afgesneden, waarop deze honderd talenten van hen afdwongen.[4]

Samiërs in Kydonia

[59] Van de Hermioniërs kregen zij in plaats van geld een eiland, Hydra voor de kust van de Peloponnesos, dat zij onder toezicht van de inwoners van Troizen plaatsten. Zelf vestigden zij zich in Kydonia op Kreta,[5] zonder met dát doel ernaartoe te varen, maar om de Zakynthiërs van het eiland te verdrijven. Zij bleven daar vijf jaar en deden zulke goede zaken, dat zij de bouwers zijn geworden van de tempels die nu in Kydonia staan en van het heiligdom van Diktyna.

Na vijf jaar echter werden zij door de Aigineten, geholpen door Kretenzers, in een zeegevecht verslagen en tot slaaf gemaakt. De varkensvormige voorstevens[6] werden van hun schepen gedemonteerd en opgesteld in de tempel van Athena op Aigina.[7] De Aigineten deden dat uit wraakzucht tegenover de Samiërs. Vroeger hadden de Samiërs, toen Amfikrates koning op Samos was, tegen Aigina een militaire actie ondernomen en de Aigineten groot leed toegebracht en het ook zelf ondergaan. Dit lag aan hun conflict ten grondslag.

Architectonische prestaties

[60] Ik sta langer stil bij de Samiërs, omdat de drie grootste bouwwerken van alle Grieken door hen tot stand zijn gebracht. Je hebt er een tunnel door een bijna 280 meter hoge berg,[8] die aan de voet ervan begint en twee openingen heeft. De tunnel is bijna 1300 meter lang[9] en heeft een doorsnede van bijna 2½ meter.[10] Over zijn hele lengte is op meer dan negen meter diepte[11] een tweede tunnel aangelegd met een breedte van bijna één meter.[12] Door deze tunnel bereikt het water, afgetapt van een grote bron en door buizen geleid, de stad.[13] Als bouwmeester van de tunnel was Eupalinos, zoon van Naustrofos, aangesteld, een man uit Megara.

Dat is een van de drie. Het tweede bouwwerk is een dam in zee om de haven, met een diepte van zeker 37 meter[14] en een lengte van meer dan 370 meter.[15] Het derde bouwwerk dat door hen is uitgevoerd, is de allergrootste tempel die wij kennen,[16] waarvan als eerste bouwmeester was aangesteld Roikos, zoon van Fileōs,[17] een man van het eiland. Hierom sta ik langer stil bij de Samiërs.


[1] De kleur is een verwijzing naar het kostbare marmer in de gebouwen in de stadskern, een teken van grote welvaart; de wenkbrauwen zijn een metafoor voor de zuilengangen, stoa’s, rondom het marktplein, agora.

[2] Gezien de huidige rijkdom van het eiland is onmiddellijke actie urgent.

[3] Dat is bij elkaar 262 kilo (een talent weegt 26,2 kg. volgens Euboïsche standaard); naar de huidige (d.d. augustus 2021) prijs voor een gram zilver, i.e. € 0,6909, gaat het dus omgerekend om een bedrag van meer dan € 181.000.

[4] Het tienvoudige van het gevraagde leenbedrag, i.e. € 1.810.000 (zie vorige opm.).

[5] Zoals reeds gemeld in hfdst. 44.

[6] De voorstevens van Griekse schepen waren normaal gesproken puntig, maar die van de Samiërs waren afgeknot en stomp.

[7] De godin droeg op Aigina de naam Afaia; de restanten van haar tempel zijn nog steeds te bewonderen midden op het hoogste punt van het eiland.

[8] Om precies te zijn 150 vadems; een vadem, orguia (Gr. ὀργυιά), is een lengtemaat van 1,85 m., wat de berg 277½ m. hoog maakt.

[9] Om precies te zijn 7 stadia; een stadion (Gr. στάδιον) is een lengtemaat van 185 m., wat de lengte van de tunnel brengt op 1295 m. (in werkelijkheid iets meer dan 1 km.).

[10] Om precies te zijn 8 voeten; een voet, pous (Gr. ποῦς) is een lengtemaat van 31 cm., wat de doorsnede van de tunnel 2,48 m. maakt.

[11] Om precies te zijn 20 el, pechys (Gr. πῆχυς); een pechys is een lengtemaat van 46 cm., wat inhoudt dat de tweede tunnel op een diepte van 9,2 m. lag.

[12] Om precies te zijn 3 voeten (voor een voet, pous, vgl. opm. 10), wat de breedte van de tweede tunnel op 93 cm. brengt; in werkelijkheid is de tunnel op z’n smalst ong. 60 cm. breed.  

[13] De schrijver noemt nergens de naam van de stad: Pythagoreion op de zuidoosteljke kust van Samos.

[14] Om precies te zijn 20 vadems (voor een vadem, orguia, vgl. opm. 8).

[15] Om precies te zijn (meer dan) 2 stadia (voor een stadion vgl. opm. 9).

[16] De tempel van Hera, het Hēraion (Gr. Ἡραῖον), was zo bekend, dat de schrijver niet de moeite neemt hem bij zijn naam te noemen.

[17] Roikos heeft samengewerkt met de edelsmid Theodoros van Samos (zie boek 1, hfdst. 51, m.n. opm. 12, en boek 3, hfdst. 41, m.n. opm. 7).