Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Dareios is vastbesloten

[1] Het bericht over het verloop van de slag bij Marathon bereikte koning Dareios, zoon van Hystaspes. Het heeft hem op dat moment vele malen meer gekwetst dan hij al was, toen hij zich vreselijk kwaad maakte op de Atheners vanwege hun invasie van Sardes.[1] Zijn verlangen naar een krijgstocht tegen Griekenland werd nóg groter. Direct stuurde hij bodes naar diverse steden met de verordening een leger op de been te brengen, waarbij hij iedereen opdroeg veel meer te leveren dan ooit: naast oorlogsschepen ook paarden, voedsel en transportschepen. Die instructies zorgden bijna drie jaar lang[2] overal in Klein-Azië voor consternatie: de besten werden opgeroepen om tegen Griekenland op te trekken en troffen hun voorbereidingen. In het daaropvolgende jaar kwamen de Egyptenaren, die door Kambyses waren onderworpen, in opstand tegen de Perzen, wat een nóg grotere prikkel gaf om tegen beide volkeren op te trekken.

Wie volgt Dareios op?

[2] Aan de vooravond van Dareios’ expeditie tegen Egypte en Athene kregen zijn zoons grote onenigheid over het staatsbestuur: ze vonden dat hij pas aan de expeditie kon beginnen, als hij volgens Perzisch gebruik een plaastvervanger had aangewezen. Nog voordat hij aan de macht kwam, had Dareios drie zonen gekregen uit een eerder huwelijk met de dochter van Gobryas en als koning nog eens vier van Atossa, dochter van Kyros.[3] De oudste van de eerste drie was Artobazanes,[4] van de vier die volgden, Xerxes.[5] Omdat zij niet van dezelfde moeder waren, betwistten zij elkaar het recht op opvolging: Artobazanes, omdat hij de oudste was van alle zonen en het door een ieder als een recht werd gezien dat de oudste zoon de macht overnam, Xerxes, omdat hij de zoon van Atossa was, de dochter van Kyros, en Kyros de Perzen hun onafhankelijkheid heeft bezorgd.

Demaratos adviseert

[3] Dareios had nog niet laten weten wat hij ervan vond, en door een toelvallige loop van de omstandigheden was Demaratos, zoon van Ariston,[6] rond die tijd naar Sousa afgereisd (hij was uit het ambt van koning van Sparta gezet en had vrijwillig als balling Lakedaimon verlaten).[7] Deze man nam kennis van de twist tussen Dareios’ zoons en benaderde, zo wil het verhaal, Xerxes en gaf hem het advies om als extra argument te gebruiken dat hij geboren werd, toen Dareios al koning was en de macht over de Perzen had, maar Artobazanes, toen Dareios niet meer dan een staatsburger was. Het was dan ook niet vanzelfsprekend, noch billijk dat een ander meer dan hij die eervolle positie verdiende. “Ook in Sparta”, zei Demaratos ter onderbouwing, “is dit de normale gang van zaken, wanneer er zonen geboren zijn, voordat hun vader aan de macht komt, maar wanneer er een later wordt geboren, als hij reeds koning is, komt de troonsopvolging hem toe.”

Xerxes krijgt de voorkeur

Xerxes nam Demaratos’ argumentatie over en omdat Dareios vond dat hij een punt had, wees hij hem als opvolger aan. Ik denk dat ook zonder die argumentatie Xerxes aan de macht was gekomen: het was Atossa die alle macht naar zich toetrok.

[4] Dareios wees Xerxes als plaatsvervangend koning van de Perzen aan en maakte zich op voor een legertocht. Het liep anders, want in het daarop volgende jaar, na de opstand in Egypte, stierf Dareios plotseling tijdens de voorbereidingen. Hij had in totaal 36 jaren geregeerd en was niet in de gelegenheid geweest zich op de Egyptische opstandelingen en de Atheners te wreken. Na de dood van Dareios ging het koningschap over op zijn zoon Xerxes.


[1] Beschreven in boek 6, hfdstt. 99-104; de stad werd grotendeels in de as gelegd.

[2] Te berekenen volgens de bij de Grieken gebruikelijke inclusieve telling (het beginjaar meetellen), d.w.z. de jaren 490-488; de Egyptische opstand is dus te dateren in het jaar 487 vóór Christus.

[3] In boek 3, hfdst. 88, noemt de schrijver nog drie andere vrouwen (Faidyme, Artistone en Parmys) van Dareios.

[4] Zijn broers waren Arsames en Ariabignes.

[5] Zijn broers waren AchaimenesMasistes en Hystaspes.

[6] In boek 6, hfdst. 63, betwijfelt Ariston nog het vaderschap.

[7] Over Demaratos’ uitzetting van het koningsambt zie boek 6, hfdst. 61 e.v.; zijn vrijwillige ballingschap wordt beschreven in hfdst. 70 van datzelfde boek.