[57] Nadat allen de overkant hadden bereikt, werden zij, toen zij aan hun mars waren begonnen, geconfronteerd met een groot wonderteken, waarop Xerxes helemaal geen acht sloeg, terwijl het helemaal niet lastig te duiden was. Wat was het geval? Een merrie beviel van een haas. Dit nu kon als volgt goed worden verklaard: Xerxes zou tegen Griekenland met de grootste pracht en praal een leger aanvoeren, maar rennend voor z’n leven op het punt terugkeren waar hij was begonnen. Hij had trouwens ook een wonderteken meegemaakt, toen hij nog in Sardes was: een muildier beviel van een muildier met twee genitaliën, penis en vagina; de penis zat ook nog eens boven de vagina.[1]
Opmars vanuit de Hellespont
[58] Op geen van beide wondertekenen sloeg hij acht en marcheerde verder met in zijn kielzog het landleger. De vloot voer de Hellespont uit en volgde de kustlijn in tegenovergestelde richting van het landleger. De vloot voer westwaarts, uitkomend bij Kaap Sarpedon, waar het de instructies had om er na aankomst te wachten. Het landleger echter sloeg op het vasteland in oostelijke richting de weg in over de Chersonesos. Het passeerde links het graf van Helle, dochter van Athamas,[2] rechts de stad Kardia en marcheerde dwars door het midden van een stad met de naam Agora.[3]

Daarvandaan trok het op in een bocht langs wat ze de Golf van Melas noemen en werd de rivier Melas overgestoken, die op dat moment het leger niet van water kon voorzien, maar een tekort daaraan had.[4] Na die rivier (die golf dankt zijn naam eraan) te hebben overgestoken ging het in westelijke richting en passeerde de Aiolische stad Ainos[5] en het meer Stentoris, totdat Doriskos werd bereikt.[6]
Xerxes telt zijn manschappen
[59] Doriskos is een kustgebied in Thrakia met veel vlak land en daardoorheen stroomt een grote rivier, de Hebros.[7] Daar was een koninklijke vesting aangelegd, natuurlijk ook met de naam Doriskos. Een Perzisch garnizoen was er gelegerd onder Dareios dat stamde uit de tijd, toen deze ten strijde trok tegen de Skythen. Xerxes vond het terrein geschikt om het leger op te stellen en een telling van de manschappen te houden.
Zo geschiedde. Op zijn bevel brachten de kapiteins alle schepen na hun aankomst in Doriskos naar de kust vlak bij Doriskos, waar Sale, een Samothrakische stad,[8] en Zone zijn gevestigd en aan de rand waarvan de bekende landtong Serreion ligt. In oude tijden was dit het gebied van de Kikonen.[9] Op die kust stuurden zij hun schepen af, trokken ze aan land en lieten ze droog worden.[10] In de tussentijd hield Xerxes in Doriskos een telling van het leger.
1.700.000
[60] Ik kan niet precies zeggen hoe groot de aantallen waren die elk afzonderlijk onderdeel bevatte, want dat wordt door niemand gerapporteerd. Het is wel duidelijk geworden dat het totale landleger 1.700.000 man telde.[11] Tot die telling kwamen zij als volgt.[12] Zij brachten tienduizend man samen op één plek, drukten die zoveel mogelijk bijeen en tekenden een lijn om hen heen.[13] Hierna lieten ze de tienduizend man gaan en richtten boven op de cirkel een omheining op die tot navelhoogte reikte. Toen ze daarmee klaar waren, lieten ze anderen in het ronde bouwsel binnenstappen, totdat ze op die wijze iedereen hadden geteld.[14] Na de telling werden de manschappen op grond van nationaliteit in groepen ingedeeld.
[1] Muildieren waren niet vruchtbaar; het voorkomen van een dubbel geslacht, maakt het wonder des te omineuzer, want de foutief geplaatste geslachtsorganen zouden op het mislukken van Xerxes‘ onderneming kunnen wijzen.
[2] In de mythologie vloog Helle met haar broer Phrixos op de vlucht voor haar vader weg op een ram, maar viel van z’n rug in de later naar haar vernoemde ‘Hellespont’, Hellespont (Gr. Ἕλλης Πόντος), ‘Zee van Helle’.
[3] Agora (Gr. ἄγορα) betekent ‘marktplaats’ en nodigt uit tot de woordspeling dat het leger van Xerxes over de markt liep.
[4] In het vroege jaargetijde was de watertoevoer van de Melas nog niet op peil.
[5] De stad is ‘Aiolisch’, omdat het een kolonie is vanuit het nabijgelegen Aiolis in Klein-Azië.
[6] De schrijver vermeldt niet dat hiervoor de rivier Hebros (Gr. Ἕβρος) moest worden overgestoken.
[7] Het huidige Maritsa, grensrivier tussen Griekenland en het Europese deel van Turkije.
[8] Een kolonie vanuit het uit de kust gelegen eiland Samothrakè (Gr. Σαμοθράκη).
[9] Een oude Thrakische stam, die onder aanvoering van Eufemos met de Grieken tegen Troje vocht (Ilias 2.846); hun stad Ismaros werd later door Odysseus en zijn manschappen geplunderd (Odysseia 9.39-42).
[10] Het droogmaken kostte een volle week (vgl. voetnoot 137 over de duur van de telling).
[11] Het Grieks rept van 170 ‘tienduizendtallen’, myriaden (Gr. μυρίαδες), een verwarrend begrip, want het kan een omschrijving zijn voor een ‘niet te tellen groep’.
[12] Misschien benadrukt de schrijver met opzet de primitiviteit van de telling; de legeraanvoerders zullen toch wel globaal bekend zijn geweest met de aantallen soldaten in hun onderdeel.
[13] Wanneer je ervan uitgaat dat op 1 vierkante meter vier personen passen (voor bewapende soldaten krap bemeten) had de cirkel een oppervlakte van 2500 m2 bij een diameter van 56,4 m. en een omtrek van 177,25 m.
[14] De telling zal per groep misschien een half uur hebben gekost (aantreden, verzamelen, plaatsmaken), d.w.z. in totaal 85 uren; aangenomen dat er alleen bij daglicht kon worden geteld (midden maart heeft dat een duur van bijna 12 uur), duurde de telling een volle week, i.e. 170/2/12=7,08; een inefficiëntere werkwijze is ondenkbaar.