Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Spartaanse offers

[131] In Pieria hield hij zich een groot aantal dagen op. Een derde deel van het leger was bezig met het kappen van bomen voor een weg over het Makedonisch gebergte. Het was de bedoeling dat het gehele leger daaroverheen trok naar de Perraiben. Sommige herauten nu die naar Griekenland waren gestuurd om land op te eisen, kwamen met lege handen terug, andere keerden met land en water terug.[1]

Eed aan de god

[132] Onder de volkeren die die gaven, waren de Thessaliërs, de Dolopen, de Eniënen, de Perraiben, de Lokriërs, de Magneten, de Maliërs, de Achaiërs in Fthia, de Thebanen en de Boiotiërs, behalve die in Thespeia en Plataiai. De Grieken die het in de oorlog hebben opgenomen tegen de Perzen, hebben een eed gezworen en wel als volgt: “Alle Grieken die zich aan de Perzen hebben overgegeven en dat niet onder dwang hebben gedaan, dienen een tiende van hun bezittingen aan de god in Delfi af te staan, wanneer het met ons goed is afgelopen.” Precies zo luidde de eed die de Grieken aflegden.

Perzische herauten gedood

[133] Naar Athene en Sparta zijn door Xerxes geen herauten gestuurd om land op te eisen. Dat was om de volgende reden. Dareios had ze in een eerder stadium juist met dat doel gestuurd, maar de afgezanten werden door het ene volk in het ravijn,[2] door het andere in een put gegooid en kregen te horen dat zij daaruit maar land en water voor hun koning moesten halen.[3] Daarom stuurde Xerxes ze niet om hen van zijn eis op de hoogte te brengen. Ik kan niet goed bepalen door welke vreselijke gebeurtenis de Atheners zijn getroffen, toen zij de herauten dit hadden aangedaan. Misschien is dat wel de verwoesting van hun en stad geweest, maar ik denk niet dat dit dáárdoor kwam.

De toorn van Talthybios

[134] Aan de andere kant werden de Lakedaimoniërs getroffen door de toorn van Talthybios, de heraut van Agamemnon.[4] In Sparta heb je een heiligdom gewijd aan Talthybios en afstammelingen van hem die Talthybiaden heten en die het voorrecht genieten alle gezantschappen vanuit Sparta te verzorgen. Maar sinds het voorval konden de Spartanen niet met gunstige uitslag offers brengen.[5] Dit was voor hen lange tijd niet mogelijk.

De Lakedaimoniërs stoorden zich hieraan, zagen er onheil in en hielden regelmatig plenaire vergaderingen. Toen er een oproep werd gedaan “of er een Lakedaimoniër bereid was voor Sparta het leven te laten” (of woorden van die strekking), meldden Sperthiës, zoon van Aneristos, en Boulis, zoon van Nikolaos, beiden Spartanen van hoge komaf en behorend tot de meest vermogenden, zich als vrijwilliger om zich door Xerxes te laten straffen voor de dood van Dareios’ herauten in Sparta.

Zo kwam het dat de Spartanen hen aan de Perzen uitleverden om hen ter dood te laten brengen.[6]


[1] ‘Om land en water vragen’ is een Perzische zegswijze voor het eisen van onvoorwaardelijke overgave (zie ook hfdst. 32, opm. 14).

[2] Een berucht ravijn bij Athene, waarin ter dood veroordeelden werden gegooid.

[3] Een cynische verwijzing naar de Perzische manier om om overgave te vragen (zie hfdst. 32, opm. 82 en vgl. hierboven hfdst. 131).

[4] Agamemnon eiste tijdens het beleg van Troje Briseïs, slavin van Achilles, op als oorlogsbuit en gaf zijn herauten Talthybios en Eurybates het bevel om haar op te halen (Homeros, Ilias 1.320 e.v.).

[5] Het was bij de Grieken (net als bij de Romeinen) gebruikelijk om bij uitblijven van gunstige voortekenen (bijvoorbeeld bij de ingewandenschouw) net zolang offers te brengen, totdat die wél gunstig waren.

[6] Dit gebeurde dus vóór de opmars van het Perzische leger, in 485 of 484 vóór Christus, toen Xerxes zich nog in Sousa bevond.