Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Kroisos steekt de Halys over

[71] Zo zat het met het mengvat. Kroisos was daarentegen bezig met een invasie in Kappadokia en deed dat, omdat hij het orakel verkeerd opvatte (hij ging ervanuit dat hij Kyros en het Perzische rijk zou onderwerpen). Terwijl hij de militaire expeditie tegen de Perzen aan het voorbereiden was, gaf een Lydiër, die hiervoor al wijs werd gevonden, maar na dat oordeel van hem grote bekendheid genoot onder de Lydiërs – hij heette Sandanis -, hem dit advies: “Koning, u maakt zich op om tegen mannen op te trekken die ik als volgt wil typeren: ze dragen leren broeken en ook hun overige kleding die ze dragen, is van leer en ze eten niet wat ze maar willen, maar slechts zoveel als er is, want waar zij wonen, is het land ruig; verder consumeren zij geen wijn, maar drinken water en ze hebben geen vijgen om van te snoepen, noch iets anders dat lekker is. Wat nu zult u hen afnemen, als u hen zult onderwerpen? Ze hebben niets! Besef aan de andere kant hoeveel goeds u verliest, wanneer ú een nederlaag lijdt. Als ze van het lekkers dat wij bezitten, hebben geproefd, raken ze eraan gehecht en zullen er niet van afgebracht kunnen worden. Ik voor mijzelf ben de goden dankbaar dat ze niet de Perzen ertoe hebben aangezet om tegen de Lydiërs de wapens op te nemen.”

Kroisos liet zich door die woorden niet op andere gedachten brengen. De Perzen hadden inderdaad geen enkele kennis van luxe en verfijning, want die kwam pas ná hun onderwerping van de Lydiërs.

Kappadokia

[72] De Kappadokiërs worden door de Grieken ‘Syriërs’ genoemd.[1] Maar dit waren de Syriërs die, voordat de Perzen aan de macht kwamen, onderdanen waren van de Meden, maar nu dus van Kyros. De grens tussen het rijk van de Meden en dat van de Lydiërs werd gevormd door de rivier Halys. Deze stroomt vanuit het bergland van Armenia door het land van de Kilikiërs en daarna verder met aan de rechter kant ervan het land van de Matiënen en aan de andere kant dat van de Frygiërs. Als hij die gepasseerd is en in noordelijke richting stroomt, vormt hij vandaar de afscheiding tussen de Syrische Kappadokiërs en de Paflagonen links van hem. Op deze wijze vormt de Halys de afscheiding van bijna heel het westelijk deel van Klein-Azië vanaf de zee tegenover Kypros[2] en de Euxeinos Pontos.[3] Daar ligt de landengte van het gehele gebied.[4] De afstand vergt een reis van vijf dagen voor iemand met weinig bagage.[5]

Wraak

[73] Dit waren de redenen voor Kroisos om tegen Kappadokia een veldtocht te ondernemen: niet alleen wenste hij in zijn honger naar land nog meer aan zijn eigen gebied toevoegen, maar hij had een blind vertrouwen in het orakel en wilde om Astyages wraak nemen op Kyros.[6] Astyages, zoon van Kyaxares, zwager van Kroisos en koning van de Meden, was door Kyros, zoon van Kambyses, onderworpen en gevangen gezet.

Hij is op de volgende wijze Kroisos’ zwager geworden. Onder de Skythische nomaden had een groep mannen verzet gepleegd en een veilig heenkomen gezocht in het land van de Meden. In die tijd was Kyaxares, zoon van Fraortes, kleinzoon van Deïokes, koning van de Meden en hij behandelde die Skythen in het begin goed, omdat ze bij hem bescherming zochten.[7] Hij had een hoge dunk van hen en vertrouwde hen jongens toe om hen te leren hun taal te spreken[8] en met pijl en boog om te gaan.[9] De Skythen gingen regelmatig op jacht en maakten altijd iets buit, maar na verloop van tijd gebeurde het op een keer dat ze niets hadden gevangen. Ze kwamen met lege handen terug, waarop Kyaxares – hij kon, zoals hij toen liet blijken, driftig zijn – hen de wind van voren gaf en uitschold.

Dat was wat zij met Kyaxares meemaakten en omdat zij vonden dat ze dat niet verdienden, besloten ze een van de jongens die bij hen in opleiding was, te doden, hem te bereiden zoals ze dat altijd met de dieren deden, en hem aan Kyaxares te geven zogenaamd als buitgemaakt wild om daarna zo snel mogelijk terug te keren naar Alyattes, zoon van Sadyattes, in Sardes.

Zo geschiedde. Kyaxares en de gasten bij hem aan tafel aten van dat vlees en de Skythen zochten na hun daad bescherming bij Alyattes.

Zonsverduistering

[74] Alyattes wilde de Skythen niet aan Kyaxares uitleveren, hoe deze er ook om vroeg, waarna een oorlog tussen de Lydiërs en de Meden uitbrak die vijf jaar duurde. In die jaren behaalden de Meden net zo vaak als de Lydiërs een overwinning. Ze hebben zelfs zoiets als een nachtelijk gevecht gehouden. Ze zetten de oorlog in het zesde jaar met gelijk opgaande kansen voort en maakten mee dat, toen zij weer tegenover elkaar kwamen te staan en het gevecht in volle gang was, de dag plotseling nacht werd.

Dat die wisseling van dag naar nacht er zou komen, werd de Ioniërs voorspeld door Thales van Milete, die dat jaar, waarin de verandering inderdaad plaatsvond, van tevoren had vastgesteld.[10] Toen de Lydiërs en Meden zagen hoe de dag in nacht veranderde, staakten zij het gevecht en maakten beide partijen er serieus werk van dat er tussen hen vrede kwam. Het waren de Kilikiër Syennesis[11] en de Babyloniër Labynetos die hen aan de onderhandelingstafel wisten te brengen. Zij waren het ook die hen ertoe brachten een verdrag te sluiten en een huwelijksuitwisseling arrangeerden. Zij stelden voor dat Alyattes z’n dochter Aryènis aan Kyaxares’ zoon Astyages tot vrouw gaf.[12] Het is een gegeven dat zonder strenge verbintenis akkoorden, ook al zijn ze stevig, gedoemd zijn te mislukken.

Die volkeren sluiten verdragen, zoals de Grieken dat doen, en verder likken ze elkaars bloed, na een snee te hebben aangebracht in de huid van hun bovenarmen.

De Halys overgestoken

[75] Kyros nu heeft die Astyages, de vader van zijn moeder, onderworpen en gevangen gezet. Het motief daarvan zal ik verderop in mijn verhaal toelichten.[13] Het waren zijn klachten over Kyros[14] die Kroisos ertoe bewogen gezanten naar de orakels te sturen met de vraag of hij met een leger tegen de Perzen moest oprukken. Inderdaad trok hij met een leger Perzisch gebied binnen, toen een misleidend orakel hem had bereikt en hij ervan uitging dat het orakel voor hem gunstig was.

Mijn versie van het verhaal is dat hij, gekomen bij de Halys, z’n leger vandaar over bestaande bruggen liet oversteken; de Grieken hoor je veelal vertellen dat Thales van Milete het naar de overkant bracht. Volgens hun zeggen wist Kroisos namelijk niet goed hoe z’n leger de rivier moest oversteken (die bruggen waren er in die tijd nog niet), en zorgde Thales, die aan de veldtocht deelnam, ervoor dat de rivier, die links van het leger stroomde, nu rechts ervan stroomde. Hoe deed hij dat? Hij liet, beginnend ten noorden van het leger, een diepe gracht aanleggen in de vorm van een halve maan. Zo kon het water vanuit de oude bedding de gracht instromen en áchter het leger om, dat daar halt had gehouden, z’n weg vervolgen. Wanneer het water het leger gepasseerd was, mondde het weer uit in de oude bedding met als gevolg dat, zodra de rivier in tweeën was gesplitst, hij links en rechts doorwaadbaar was. Je hebt mensen die beweren dat de oude bedding volkomen was drooggevallen. Dit kan er bij mij echter niet in, want hoe hebben ze de rivier op hun terugweg overgestoken?[15]


[1] Een verwarrend element is dat de Grieken met deze term meestal de Assyriërs bedoelen.

[2] Een misrekening van de schrijver, want het zuidelijkste punt van de Halys (huidig Kizilirmak) ligt ong. 200 km. verwijderd van de zuidelijke kustlijn van Klein-Azië.

[3] De naam die de Grieken gaven aan de Zwarte Zee en het gebied eromheen (vgl. hfdst. 6, opm. 3).

[4] Het lijkt erop dat de schrijver Klein-Azië opvat als een schiereiland, maar van een landengte kan geen sprake zijn: van het noorden naar het zuiden gaat het om een breedte van zeker 500 km.

[5] Een licht bepakte, euzonos (Gr. εὔζωνος), haalt in de oudheid op één dag 60 km. op een weg met weinig hindernissen; het “schiereiland” zou dan 300 km. breed moeten zijn. 

[6] Dit voornemen is aangekondigd in hfdst. 46.

[7] Ze waren smekelingen, hiketai (Gr. ἵκεται), en hadden recht op gastvrijheid en bescherming.

[8] Tolken kwamen altijd goed van pas.

[9] De Skythen golden als bekwame ruiters en boogschieters.

[10] Plinius Maior (Nat. Hist. 2.15) plaatst de zonsverduistering in ‘het vierde jaar van de 48ste Olympiade’, olympiadis XLVIII anno quarto, en ‘in het 170ste jaar na de stichting van de stad (Rome)’, urbis conditae anno CLXX, oftewel 585 vóór Christus (28 mei om precies te zijn).

[11] Hij was koning van Kilikia (zie boek 5, hfdst. 118) en had als vorst van een kleine staat belang bij een vrede tussen de twee grootmachten.

[12] Hieruit blijkt dat het niet om een dubbel huwelijk gaat.

[13] Zie hfdst. 107 en verder.

[14] Deze zijn aan het begin van hfdst. 46 geformuleerd.

[15] De verplaatste rivier zou zijn volle breedte hebben behouden.