[154] Tot zover de versie van de bewoners van Thera. Voor wat betreft de rest stemt hun verhaal overeen met dat van de bewoners van Kyrene,[1] want over de geschiedenis rond Battos zijn zij het volstrekt niet eens met de bewoners van Thera. Hun versie luidt als volgt.
Geboorte van Battos
Op Kreta ligt een plaats Oaxos waar Etearchos koning is geweest, die om zijn dochter (zij heette Fronime), die een moeder miste, was hertrouwd. Toen deze tot de familie was toegetreden, wilde zij ook daadwerkelijk een stiefmoeder voor Fronime zijn: zij deed lastig, bedacht van alles tegen haar en toen zij haar beschuldigde van schaamteloos sexueel gedrag, deed zij haar man geloven dat dit zo was. Overtuigd door zijn vrouw bedacht hij een goddeloos plan tegen z’n dochter.
In Oazos leefde een zekere Themison als handelaar, een man uit Thera. Etearchos had hem voor etentjes uitgenodigd en hem onder ede laten beloven hem een dienst te bewijzen, waarom hij hem ook maar vroeg. Toen deze de eed had afgelegd, gaf hij hem zijn eigen dochter in handen en beval hem haar mee te nemen en in zee te werpen. Ontstemd over de misleidende eed verbrak Themison de relatie en deed het volgende. Hij nam het meisje mee en voer weg, maar op volle zee probeerde hij zich aan de belofte aan Etearchos te onttrekken: hij liet haar vastgebonden aan touwen in zee zakken, trok haar weer omhoog en kwam aan op Thera.
[155] Daarna nam Polymnestos, een man van aanzien op Thera, haar tot zich als concubine. Na verloop van tijd kreeg zij een kind dat stotterde en lispelde, aan wie ze, volgens de versie van de bewoners van Thera en Kyrene, de naam Battos[2] gaven, maar volgens mij een andere. Zijn naam werd in Battos veranderd, toen hij in Libya was aangekomen: hij nam de naam aan na het orakel dat hij in Delfi had gekregen en door de positie die hij zich had verworven. Het Libische woord voor ‘koning’ is immers battos en ik denk daarom dat de Pythia tijdens het geven van het orakel hem met dat Libische woord toesprak, omdat zij wist dat hij koning in Libya zou worden.
Advies over stotteren
Toen hij volwassen was geworden, ging hij vanwege zijn stem naar Delfi. Op zijn vraag gaf de Pythia het volgende orakel:
“Battos, jij kwam voor je stem; maar jij wordt door heer Foibos Apollo
als kolonist naar het schapen voedende Libya gestuurd.”

Had zij Grieks gesproken, dan had het geklonken als: “Koning, jij kwam voor je stem.”
Hij reageerde als volgt: “Heer, ik ben tot u gekomen om u te raadplegen over mijn stem, maar u voorspelt iets anders wat onmogelijk is en beveelt een kolonie te stichten in Libya. Met welk vermogen, welke inzet?” Met die woorden kon hij de Pythia niet ertoe bewegen andere uitspraken te doen en omdat zij op dezelfde wijze als eerder orakels bleef geven, verliet hij haar zonder haar te laten uitspreken en keerde terug naar Thera.
[156] Daarna kregen hij zelf en de anderen op Thera tegenslag. Omdat de bewoners van Thera de situatie niet konden duiden, stuurden zij gezanten naar Delfi vanwege het ongeluk dat hen trof. De Pythia gaf hen als antwoord dat het beter met hen zou gaan, wanneer zij samen met Battos de stad Kyrene in Libya stichtten. Daarop stuurden zij Battos op pad met twee grote fregatten, maar toen ze Libya per schip hadden bereikt, keerden zij om naar Thera, omdat zij niets beters wisten te doen. De bewoners van Thera echter bestookten hen, toen ze probeerden aan land te gaan, en verhinderden hen voet aan wal te zetten, maar droegen hen op terug te varen. Noodgedwongen voeren zij weer terug en vestigden zich op een eiland gelegen bij Libya, dat de naam Platea draagt, zoals eerder is verteld. Volgens zeggen is het eiland even groot als de stad die de Kyreneërs tegenwoordig bewonen.
Een plek in Libya
[157] Toen zij er twee jaar woonden, lieten zij één van hen achter en voer de rest weg naar Delfi, want niets overkwam hen dat voorspoedig was. Aangekomen bij het orakel vroegen zij om raad en verklaarden zij dat ze in Libya leefden en dat het desondanks niet beter met hen ging. Daarop gaf de Pythia hen het volgende orakel:
“Als jij het schapen voedende Libya beter kent dan ik,
terwijl jij er niet bent geweest en ik wel, bewonder ik je wijsheid zeer.”

Na het horen van die woorden voeren Battos en zijn mensen weer terug. De god ontsloeg hen immers niet van de verplichting de stad te stichten, vóórdat zij Libya helemaal hadden bereikt. Bij het eiland aangekomen pikten zij de man die zij hadden achtergelaten op en stichtten tegenover het eiland een stad op een plek in Libya zelf die Aziris werd genoemd. Zeer mooie dalen en wouden omringen het aan twee kanten, erlangs stroomt aan nog een zijde een rivier.
[158] In dat gebied leefden zij zes jaar. Toen in het zevende jaar Libiërs voorstelden om hen naar een betere plek te brengen, haalden deze hen over Aziris te verlaten. De Libiërs lieten hen vertrekken en brachten hen daarvandaan naar het westen. Maar de Grieken mochten het mooiste deel van het land niet te zien krijgen, wanneer zij dat passeerden, en daarom leidden zij hen ’s nachts daarlangs, omdat zij de reistijd op precies een halve dag hadden berekend. Dat gebied heet Irasa.
En toen zij hen bij een bron, volgens zeggen gewijd aan Apollo, hadden gebracht, zeiden zij: “Beste Grieken, dit is voor jullie een mooie plek om te wonen, want hier is de hemel als een vergiet.”[3]
[1] Kolonie (Gr. Κυρήνη) aan de kust van Noord-Afrika (huidig Shahhat in Libya).
[2] Misschien “stotteraar” en ogenschijnlijk in verband gebracht met het Griekse werkwoord voor ‘stotteren’, battarizein (Gr. βατταρίζειν).
[3] Een zegswijze (lett. staat er “is doorboord”, Gr. τέτρηται) om aan te geven dat het er regenachtig was, een zegen voor een gebied dat aan de woestijn grenst.