Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Slechte trekken van Themistokles

[110] De Atheners lieten zich door die woorden gek maken en gingen daarin mee. Hij had een keer eerder al een pientere indruk achtergelaten en gaf nu werkelijk blijk van inzicht en gezond verstand. Zij waren bereid hem op z’n woord te geloven. Nu ze door hem overtuigd waren, stuurde Themistokles meteen daarop mensen op een schip, op wie hij kon vertrouwen dat zij de boodschap die hij de Perzische koning te melden had, voor zich hielden, wanneer het op volledige ondervraging zou komen.[1] Een van hen was weer zijn bediende Sikinnos.[2]

Contact met Xerxes

Toen zij bij Attika waren aangekomen, bleef de rest aan boord, alleen Sikinnos zocht zijn weg naar Xerxes en zei het volgende: “Ik ben gestuurd door Themistokles, zoon van Neokles, legeraanvoerder van de Atheners, de dapperste en intelligentste van al onze coalitiegenoten. Ik kom u melden dat de Athener Themistokles u wilde helpen en de Grieken tegenhield. Zij wilden uw schepen achtervolgen en de schipbruggen in de Hellespont afbreken. U kunt nu in alle rust naar huis gaan.” Na die boodschap te hebben overgebracht voeren zij terug.[3]

Andros belegerd

[111] Toen de Grieken definitief ervan hadden afgezien de schepen van de Perzen nog verder te achtervolgen en naar de Hellespont te varen om de oversteekplaats af te breken, wilden zij Andros innemen en belegerden het eiland. De Andriërs waren de eerste eilandbewoners die ondanks een verzoek van Themistokles geen geld afstonden. Deze hield hen de volgende argumentatie voor: “Wij, Atheners, zijn gekomen met bij ons twee grote goden, Overreding en Noodzaak, en daarom moeten jullie ons geld geven.”

Zij reageerden hierop als volgt: “Zonder twijfel is Athene groot en welvarend en heeft het dankzij geweldige goden zover geschopt. Aangezien wij weinig grondgebied bezitten en toch tot de grootste prestaties zijn gekomen en twee nutteloze goden, Armoede en Onvermogen, ons eiland niet verlaten, maar er altijd willen verblijven, zullen wij, die het met die goden moeten stellen, geen geld afstaan. Nooit wint de macht van de Atheners het van onze zwakte.”

Dat nu was hun reactie en omdat zij weigerden geld af te staan, werden zij belegerd.

Andere eilanden bedreigd

[112] Themistokles wilde meer en meer. Hij stuurde naar andere eilanden berichten met dreigende taal en eiste geld bij monde van dezelfde gezanten.[4] Hij liet weten dat hij het Griekse leger op hen af zou sturen, hen zou belegeren en onderwerpen, als ze niet zouden geven waarom hij vroeg.

Met die boodschap haalde hij een fortuin aan geld van de Karystiërs en Pariërs binnen. Zij begrepen dat Andros belegerd werd, omdat het was overgelopen, en dat Themistokles onder de legeraanvoerders het grootste respect genoot. De angst daarvoor dreef hen ertoe geld te sturen. Of ook andere eilandbewoners betaalden, kan ik niet zeggen, maar ik vermoed dat niet alleen zij, maar ook anderen dat deden. Desondanks bleef voor de Karystiërs narigheid niet uit, maar de Pariërs kwamen Themistokles met geld tegemoet en ontsnapten aan militair ingrijpen. Andros was het beginpunt vanwaaruit Themistokles geld wierf van de eilandbewoners. De andere legeraanvoerders wisten hier niets van.


[1] Een ondervraging werd ‘volledig’ door de folteringen die de ‘waarheid’ naar boven moesten brengen. 

[2] Een man met ervaring, want hij was al eerder door Themistokles op pad gestuurd (zie hfdst. 75); toen handelde hij alleen.

[3] Dit maakt het verhaal niet plausibel, want waarom zou Xerxes, na zijn desastreuse actie bij Salamis, de man nog een keer geloven en niet meteen in de boeien hebben geslagen?

[4] In de moedertekst zijn de woorden ‘met gebruikmaking van hen die hij ook voor de Perzische koning had gebruikt’ (Gr. χρεώμενος τοῖσι καὶ πρὸς βασιλέα ἐχρήσατο) een commentaar uit latere tijd en daarom hier niet in de vertaling opgenomen.