Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Koninklijke privileges

[56] De Spartanen hebben hun koningen de volgende privileges gegund. Zij vervullen twee priesterschappen, dat van Zeus Lakedaimon[1] en dat van Zeus de Hemelgod.[2] Ook mogen zij naar eigen goeddunken tegen elk land oorlogvoeren en niemand van de Spartanen heeft het recht hen tegen te houden; in dat geval is de persoon in overtreding. Wanneer er trouwens oorlog is uitgebroken, vertrekken de koningen als eersten en komen als laatsten terug. Zij worden tijdens de legeractie door 100 elite manschappen beschermd.[3] Op hun veldtochten hebben zij de beschikking over een onbeperkt aantal veedieren[4] en zij krijgen alle huiden en ruggen van alle dieren die geofferd worden. 

In vredestijd

[57] Dat zijn hun rechten in oorlogstijd; in vredestijd gelden de volgende rechten. Wanneer de burgers op eigen kosten een offer brengen, laten zij de koningen als eersten plaatsnemen en beginnen eerst bij hen met opdienen: van alles geven zij hen twee keer zoveel als aan de andere gasten. Zij brengen de eerste plengoffers en krijgen de huiden van de geofferde dieren. Bij elke nieuwe maan en op de zevende dag van het begin van de maand krijgen zij op kosten van de staat een perfect offerdier voor het heiligdom van Apollo, voor beiden 52½ liter[5] gerstemeel en een Lakonisch kwart[6] wijn en bij alle wedstrijden gereserveerde erezetels. Zij hebben het voorrecht uit de burgers naar believen consuls[7] aan te wijzen en telkens twee Pythioi[8] te kiezen: zij zijn het die het orakel van Delfi om raad vragen en leven, net als de koningen, op kosten van de staat.

Wanneer de koningen niet bij de maaltijd verschijnen, worden bijna 2,2 liter[9] gerstemeel en ongeveer 0,3 liter[10] wijn bij elk van hen thuisbezorgd; als zij er wél zijn, krijgen zij van alles het dubbele. Het eerbetoon is niet anders, als het een privé uitnodiging betreft. Zij houden voorspellingen die door het orakel zijn gedaan, in de gaten, maar ook de Pythioi zijn erbij betrokken. Alleen de koningen hebben jurisdictie over exclusief de volgende zaken: erfdochters (wie hen tot vrouw krijgt, als zij niet door hun vaders zijn uitgehuwlijkt) en openbare wegen. Ook wanneer iemand een kind wil adopteren, doet hij dat in aanwezigheid van de koningen. Verder nemen zij deel aan de vergaderingen van de raad van ouderen, van wie er 28 zijn; in hun afwezigheid krijgen de ouderen die de dichtste familiebanden met hen hebben, de koninklijke privileges door twee stemmen af te geven met nog een derde van henzelf.[11]

Na de dood

[58] Dat zijn de privileges die de koningen bij hun leven van de Spartaanse gemeenschap krijgen. Na hun dood hebben zij recht op het volgende: ruiters verkondigen door heel het Lakonische land wat er gebeurd is en in de stad lopen vrouwen rond die op cymbalen trommelen; wanneer dat zo ongeveer is gedaan, moeten uit elk huis twee vrije mensen, een man en een vrouw, zich in rouw hullen.[12] Wie dat niet doet, wacht een zware straf.

Bij de Lakedaimoniërs geldt bij het overlijden van hun koningen hetzelfde ritueel als bij de Perzen in Klein-Azië: de meeste Perzen kennen hetzelfde ritueel bij het overlijden van koningen. Is een koning van de Lakedaimoniërs gestorven, moet uit heel Lakedaimon, de Spartanen nog niet meegerekend,[13] een vast aantal omwonenden naar de rouwplechtigheid komen. Wanneer vele duizenden van die heloten[14] en de Spartanen zelf op één plek zijn samengekomen, slaan zij zich samen met de vrouwen flink op het voorhoofd en laten zij onbedaarlijk gejammer horen, waarmee zij laten weten dat die laatst overleden koning natuurlijk ook de beste is gebleken.

Als een koning in de oorlog is gestorven,[15] maken zij van hem een beeldtenis en dragen die rond op een baar met daarop een prachtig kleed. Na de begrafenis worden er tien dagen lang geen bijeenkomsten[16] gehouden noch bestuurders gekozen, maar is er een periode van rouw.

Overeenkomsten met de Perzen

[59] Zij lijken in nog een opzicht op de Perzen. Wanneer na het overlijden van de koning een ander als koning aantreedt, zorgt hij bij zijn aantreding voor kwijtschelding van schulden die elke Spartaan bij de koning of de staat had.[17]  Ook bij de Perzen verleent de koning bij zijn aanstelling alle steden kwijtschelding van schulden uit de voorgaande tijd.

Overeenkomsten met de Egyptenaren

[60] De Lakedaimoniërs lijken op het volgende punt ook op de Egyptenaren. Hun herauten, rietblazers en koks volgen hun vaders op in hun vak: een rietblazer is de zoon van een rietblazer, een kok die van een kok en een heraut die van een heraut. Anderen zijn er niet die op grond van hun welluidende stem voor het vak kiezen en de herauten van hun functie afhouden; zij voeren het vak van hun vaders uit. Zo doen zij het dus.


[1] Lett. Zeus de ‘Spartaan’ (Gr. Λακεδαίμων).

[2] D.w.z. Zeus Ouranios (Gr. Οὐράνιος).

[3] In boek 7, hfdst. 205 noemt de schrijver een aantal van 300, verdeeld over drie groepen.

[4] Het was gebruikelijk om net zo lang door te offeren, totdat de tekenen gunstig waren.

[5] Een zgn. schepel of medimnos (Gr. μέδιμνος), een inhoudsmaat voor droge waren.

[6] Verder onbekende, typische maatsoort in Lakedaimon.

[7] Speciale burgers die buitenlandse gasten, vooral gezanten, moesten begeleiden.

[8] De Pythioi (Gr. Πύθιοι) waren religieuze gezanten van de regering; hun titel is een verwijzing naar de naam van de priesteres van Apollo, de Pythia (Gr. Πυθία).

[9] Om precies te zijn twee choinikes; een choinix (Gr. χοῖνιξ) was een inhoudsmaat voor vast voedsel van ca. 1,08 l.

[10] Om precies te zijn een drinknap, kotyle (Gr. κοτύλη), vaak met platliggende oren, met een inhoud van ca. 0,27 l.

[11] Enigszins verwarrend geformuleerd, maar de schrijver zal bedoelen dat twee ouderen naast hun eigen stem ook een voor elke koning gaven, zodat het totaal aantal stemmen hetzelfde bleef.

[12] Het rouwmisbaar bestond uit as op het hoofd en verscheurde kleren.

[13] Zij geven uiteraard met z’n allen acte de présence.

[14] De ‘omwonenden’ waren de door de Lakedaimoniërs onderworpen volkeren, toepasselijk genoemd heilotai (Gr. εἱλῶται),‘staatsslaven’.

[15] Wanneer zijn lijk niet onmiddellijk naar huis kan worden gebracht of op het slagveld is achtergebleven, wel te verstaan.

[16] Het Griekse woord is hier agora (Gr. ἄγορα), dat zowel ‘marktplaats’ als ‘vergadering’ kan betekenen; er werd dus tien dagen lang niet gehandeld of vergaderd.

[17] Het zullen eerder de perioiken en heloten geweest zijn, die schulden bij hun koningen hadden; het betreft een maatregel die zonder vergaande consequenties is voor de koninklijke schatkist.