[28] (…) De Grieken die zich later meldden, kwamen met hen die eerder waren gekomen tot de volgende opstelling. Tienduizend Lakedaimoniërs bezetten de rechter vleugel. De vijfduizend Spartanen onder hen werden geassisteerd door 35.000 lichtbewapende heloten, van wie er zeven bij elke man waren ingedeeld.[1] De Spartanen hadden ervoor gekozen dat de mannen van Tegea naast hen stonden, uit respect voor hen en vanwege hun moed. Zij waren er met 1500 zwaarbewapende soldaten. Naast hen stonden 5000 Korinthiërs. Pausanias stemde met hen in dat bij hen de 300 Poteidaïeten stonden die uit Pallene kwamen.[2]
Vlak naast hen stelden 600 Arkadiërs uit Orchomenos zich op en naast hen weer 3000 Sikyoniërs. Bij hen sloten nauw aan 800 Epidauriërs, 1000 man uit Troizen, 200 uit Lepreon, 400 uit Mykenai en Tiryns, 1000 uit Fleious; naast hen kwamen 300 man uit Hermion te staan. Naast hen stelden zich 600 man uit Eretria en Styra zich op en dan 400 uit Chalkis en 500 uit Amprakia. Na hen kwamen 800 man uit Leukas en Anaktorion en naast hen 200 uit Palè op Kefallenia. Na hen werden 500 man uit Aigina in stelling gebracht en vlak bij hen 3000 man uit Megara, geflankeerd door 600 uit Plataiai. Helemaal aan het eind, dat wil zeggen in de eerste linie, kozen de Atheners, die de linker vleugel bezetten, positie met een aantal van 8000 man. Hun aanvoerder was Aristeides, zoon van Lysimachos.[3]
[29] Op de telkens zeven man die bij elke Spartaan was ingedeeld na, waren het zwaarbewapende soldaten, bij elkaar opgeteld 38.700 man. Dat was het aantal van alle zwaarbewapenden die zich voor de oorlog tegen de Perzen hadden gebundeld.

Het totale aantal lichtbewapenden bedroeg 35.000 man boven op de afdeling van de Spartanen, want er waren zeven voor een ieder van hen, en allen hadden een gevechtsuitrusting.[4] De overige lichtbewapende Lakedaimoniërs en Grieken, ongeveer één voor iedere strijder, vormden een totaal van 34.500 man. Het totaal van alle lichtbewapenden die voor de strijd inzetbaar waren, kwam daarmee op 69.500 man.
[30] Alles bij elkaar telde het Griekse leger dat
zich bij Plataiai had verzameld, zwaarbewapenden aangevuld met voor de strijd
inzetbare lichtbewapenden, 108.200 man. De Thespiërs die er waren, maakten het
aantal rond: 110.000. Dat waren in het leger de Thespiërs die nog in leven waren,[5]
in totaal 1800 man. Zij beschikten niet over zware wapens.
[1] Dit is conform de mededeling in hfdst. 10 (zie daar).
[2] In deze en hieropvolgende opsomming worden de Griekse troepen genoemd, zoals zij in de slagorde van rechts naar links staan.
[3] Aristeides is de enige aanvoerder die met naam genoemd wordt; in boek 8, hfdst. 79 geeft hij in de aanloop naar de slag bij Salamis Themistokles advies.
[4] Heloten waren staatsslaven en mochten onder normale omstandigheden geen wapens dragen.
[5] Velen van hen waren omgekomen in de slag bij Marathon (zie boek 8, hfdst. 25) en hun stad was door het Perzische leger volledige verwoest (zie boek 8, hfdst. 50).