Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Mardonios in Boiotia

[12] Zij nu spoedden zich naar de Isthmos. Zodra de inwoners van Argos te horen hadden gekregen dat Pausanias met zijn manschappen uit Sparta was vertrokken, stuurden zij de beste renbode die ze konden vinden als heraut naar Attika.[1] Ze hadden spontaan[2] Mardonios beloofd de Spartanen te verhinderen om uit te rukken. In Athene aangekomen sprak de man de volgende woorden: “Mardonios, de inwoners van Argos hebben mij gezonden om u te vertellen dat verse troepen Lakedaimon hebben verlaten en dat Argos niet in staat is ze tegen te houden. Zorg daarom ervoor dat u een goed plan heeft.”

Mardonios trekt zich terug

[13] Na die woorden maakte hij rechtsomkeert en zijn boodschap zorgde ervoor dat Mardonios geen zin had om nog langer in Attika te blijven. Voordat hij die informatie had gekregen, wachtte hij af, want hij wilde weten wat de Atheners zouden doen. Het Attische land werd door hem niet geplunderd of leeggehaald: hij ging ervan uit dat ze uiteindelijk een pact zouden sluiten. Nu hij ze niet had weten over te halen en hij over alle informatie beschikte, trok hij zich terug, voordat Pausanias met zijn troepen de Isthmos had bereikt. Dat deed hij niet zonder Athene in de as te hebben gelegd. Mocht er nog een muur, een huis of een tempel overeind hebben gestaan, alles had hij laten neerhalen en slopen.

Hij had zo zijn redenen om zich terug te trekken. Het Attische terrein is niet ruitervriendelijk en in het geval van een gevecht en een nederlaag gaat een terugtocht slechts over nauwe wegen en z’n leger hoefde slechts door een handvol mensen worden tegengehouden. Daarom overwoog hij om zich terug te trekken bij Thebe en slag te leveren in de buurt van een bevriende stad en op terrein dat wel ruitervriendelijk was.

Megara verwoest

[14] Mardonios was bezig zich terug te trekken, toen hem onderweg het bericht bereikte dat een vooruitgeschoven deel van de strijdmacht, duizend Lakedaimoniërs om precies te zijn, in Megara was aangekomen. Dat bericht bracht hem op de gedachte dat hij die misschien eerst kon overmeesteren. Hij maakte met zijn leger rechtsomkeert en leidde het naar Megara. Hij stuurde z’n ruiterij vooruit en verwoestte daarmee Megara en omstreken. Westelijker dan daar is het Perzische leger in Europa niet gekomen.[3]

[15] Daarna bereikte Mardonios het bericht dat de Grieken zich op de Isthmos hadden verzameld.[4] Daarom nam hij de weg terug langs Dekeleia.[5] De Boiotische leiders hadden de Asopiërs langs die route te hulp geroepen om hem de weg te wijzen naar de Sfendaleërs[6] en vandaar naar Tanagra.[7] Na daar de nacht te hebben doorgebracht, sloeg hij de volgende dag de weg in naar Skolos,[8] waarna hij zich op het grondgebied van Thebe bevond.

Extra verdedigingsmuur

De Thebanen stonden dan wel aan de zijde van de Perzen, maar dit weerhield hem er niet van bomen op hun gronden te kappen. Dit deed hij niet uit vijandschap, maar uit de bittere noodzaak om een verdedigingsmuur voor zijn leger aan te leggen. De aanleg ervan gaf hem ook een schuilplaats voor het geval dat het bij een treffen niet zou verlopen zoals hij het wilde. Het legerkamp liep vanuit Erythrai langs Hysiai en reikte tot in het gebied van Plataiai en lag aan de rivier Asopos.[9] De muur die werd aangelegd, besloeg echter niet de gehele lengte van het legerkamp, maar had een omtrek van ongeveer zeveneneenhalve kilometer.[10]

Diner bij Attaginos

Terwijl de Perzen met dat project bezig waren, had de Thebaan Attaginos, zoon van Frynon, Mardonios zelf en vijftig meest prominente Perzen voor een diner uitgenodigd waarvoor hij alles uit de kast had getrokken. Zij gingen op zijn uitnodiging in.[11] Het diner werd in Thebe gehouden.[12]

[16] Wat hierop volgde, heb ik gehoord van Thersandros uit Orchomenos, waar hij een meest vooraanstaand man was. Hij vertelde me dat ook hij door Attaginos voor dat diner was uitgenodigd en dat er 50 Thebanen waren uitgenodigd.[13]

Ze lagen niet van elkaar apart aan, maar Pers en Thebaan deelden elk een aanligbed. Na de maaltijd werd een goed glas wijn gedronken en vroeg de Pers naast wie hij zat in het Grieks waar hij vandaan kwam,[14] waarop hij antwoordde dat hij uit Orchomenos kwam. Toen zei hij: “Omdat je met mij een tafel en plengoffers deelt, wil ik je ter herinnering mijn mening meegeven. Zo kun je met deze voorkennis je eigen situatie inschatten. Zie jij die Perzen die van het maal genieten en het leger dat we hebben achtergelaten in het kamp bij de rivier? Van hen allen zul je over een tijdje nog maar een paar in leven zien.”

Toen hij dat zei, brak de Pers in tranen uit. Zijn woorden kwamen voor hem als een verrassing en deden hem zeggen: “Moet je dit dan niet Mardonios laten weten en de Perzen die op hem na het meest geëerd worden?”

Hij reageerde als volgt: “Vriend, wat van de god moet geschieden, kan een mens niet tegenhouden. Zelfs al zeg je aannemelijke dingen, er is er niet één die naar je wil luisteren. Alle Perzen beseffen dit en toch volgen wij slaafs, want we kunnen niet anders. De ergste pijn die een mens kan beleven, is deze: over groot inzicht te beschikken, maar geen enkele invloed te kunnen uitoefenen.”

Dit heb ik van Thersandros uit Orchomenos gehoord en verder nog dat hij zelf het verhaal meteen verspreidde, voordat het gevecht bij Plataiai plaatsvond.[15]


[1] Het is onduidelijk hoe de heraut de Isthmos, die streng werd bewaakt door de Spartanen, ongemerkt kon passeren.

[2] De woordkeuze brengt de pro-Perzische gezindheid van Argos onder de aandacht.

[3] Geografisch gezien onjuist, want alleen al de route die het Perzische leger via Thessalia zuidwaarts aflegde, lag hemelsbreed westelijker dan Megara.

[4] De Atheners voegden zich pas bij de hoofdmacht bij Eleusis (zie hfdst. 19).

[5] Mardonios keerde terug naar Boiotia over een van de drie passen die Boiotia met Attika verbonden.

[6] Hiermee worden de inwoners van de deme Sfendale bedoeld; hun naam wordt gebruikt i.p.v. de plaats zelf, waarvan overigens de locatie onbekend is.

[7] Volgens deze beschrijving trok het Perzische leger zich naar het noorden terug langs een route oostelijk van de berg Parnès.

[8] Verder onbekende plaats die aan de voet van het Kithairongebergte moet hebben gelegen.

[9] Dit is niet de Asopos die genoemd wordt in boek 7 (hfdstt. 199-200 en 216-217); is het aannemelijk dat Mardonios’ legerkamp ten zuiden van de Asopos lag, tegen de noordelijke berghellingen van de Kithairon?

[10] De brontekst maakt melding van een zijde van tien stadia (een stadion is een lengtemaat van 185 meter), zodat de totale lengte van de muur 7400 meter in het vierkant bedroeg; de schrijver bedoelt te zeggen dat het legerkamp zich nog buiten dit fort uitstrekte. 

[11] Mardonios vond het blijkbaar geen probleem zijn hoofdkwartier te verlaten.

[12] Van Athenaeus (Deipnosofistai 4.30) weten we wat er op het menu stond: sla, geroosterde vis, diverse soorten ansjovis, knoflookworstjes, ham en stevige soep.

[13] Met Thersandros erbij werden er tafels gedekt voor 103 personen; of moeten we Thersandros tot de Thebanen rekenen, een overkoepelende term voor ‘Boiotiërs’, zodat het totale aantal eters 102 was? De beschrijving van ‘koppels’ aan tafel wijst op een even aantal.

[14] Zijn kennis van het Grieks gaf hem de mogelijkheid om openhartig (en niet begrepen door de andere Perzen) met zijn tafelgenoot te praten.

[15] Het is onduidelijk of het verslag van Thersandros authentiek is of deel uitmaakt van een vaticinium post eventum, een voorspelling achteraf; het miste in ieder geval niet zijn uitwerking op de moraal van de Grieken.