[13] Zo verliep bij hen de nacht. Diezelfde nacht was voor de eenheden die de opdracht hadden om om Euboia te varen, nog veel erger (vooral omdat die voor hen kwam, toen zij op volle zee voeren) en eindigde voor hen ongelukkig. Onderweg werden zij door storm en regen overvallen, terwijl zij ergens bij de Inhammen[1] van Euboia waren. Door de wind gedreven en niet beseffend in welke richting zij voeren, sloegen zij te pletter tegen de klippen. Dit werd allemaal door de god teweeggebracht om het verschil tussen de Perzische en de Griekse vloot gelijk te trekken of op z’n minst niet te groot te laten zijn.
[14] Dat was voor hen einde oefening in de buurt van de Inhammen van Euboia. Toen tot opluchting van de Perzen bij Afetai het weer dag werd, hielden zij hun schepen aan wal; zij vonden het na hun tegenslag welletjes en namen even rust. De Grieken daarentegen kregen versterking van 53 schepen uit Attika. Hun komst was voor hen een opsteker, net als het bericht dat hen op hetzelfde ogenblik bereikte en ervan sprak dat de Perzische eenheden die om Euboia voeren, allemaal door de afgelopen storm waren omgekomen.
Na hetzelfde tijdstip[2] te hebben afgewacht voeren zij uit en vielen Kilikische schepen aan.[3] Toen zij die hadden vernietigd, was het inmiddels avond en voeren zij terug naar Artemision.
[15] Het was de derde dag en de legeraanvoerders van de Perzen stoorden zich eraan dat zo’n kleine vloot het hen lastig maakte. Zij vreesden de reactie van Xerxes en wachtten niet langer totdat de Grieken de strijd zouden openen, maar spraken elkaar moed in en lieten hun schepen rond het middaguur zee kiezen. Het toeval wilde dat die gevechten op zee én op het land bij Thermopylai op diezelfde dagen plaatsvonden. Voor de eenheden op zee was Euripos de inzet, zoals voor Leonidas en zijn troepen het bewaken van de pas dat was. De ene partij vuurde aan om de Perzen niet in Griekenland toe te laten, de andere om het Griekse leger te vernietigen en een doorbraak te forceren.
[16] Terwijl de eenheden van Xerxes in formatie aanvielen, hielden de Grieken zich kalm bij Artemision. De Perzen vormden met hun schepen een halve maan en maakten een omsingelende beweging om hen in te sluiten. Dat was het moment waarop de Grieken een tegenaanval deden en met hen slaags raakten.
In dit zeegevecht waren zij tegen elkaar opgewassen. Xerxes’ strijdkrachten brachten door hun omvang en aantallen zichzelf in moeilijkheden, omdat de schepen in elkaar verstrengeld raakten en op elkaar botsten. Toch bleven zij doorgaan en weken niet. Zij vonden het onverdraaglijk dat zij door een klein aantal schepen op de vlucht zouden worden gedreven.
Het moet gezegd: vele schepen van de Grieken gingen met bemanning en al verloren, maar dat gold in nog veel grotere mate voor de schepen en bemanningen van de Perzen. Zo verliep het gevecht, waarna beide partijen de aftocht bliezen.
[17] Het waren de Egyptenaren onder de soldaten van Xerxes die tijdens dat zeegevecht de helden bleken.[4] Zij lieten geweldige acties zien, onder andere de verovering van vijf Griekse schepen, inclusief de bemanning. Bij de Grieken waren op die dag de Atheners het heldhaftigst, onder wie Kleinias, zoon van Alkibiades.[5] Hij vocht mee met een afdeling van 200 man[6] en een eigen schip, alles op eigen kosten.[7]
[1] Waarschijnlijk wordt de grillige kust tussen Kafèreus en Geraistis bedoeld, de zgn. Koila (Gr. Κοῖλα).
[2] D.w.z. de late namiddag, zoals zij dat de vorige dag hebben gedaan (vgl. hfdst. 9).
[3] De Kilikiërs namen deel met een contingent van 100 schepen (zie boek 7, hfdst. 91).
[4] Een bijzondere opmerking, omdat Egyptenaren geen zeevaarders pur sang waren; wellicht impliceert dit dat Egyptische infanteristen als mariniers, epibatai (Gr. ἐπιβάται), aan boord van die schepen waren gestapt (volgens de beschrijving in boek 7, hfdst. 89, waren zij zwaarbewapend).
[5] De vader van de beroemde strateeg Alkibiades tijdens de Peloponnesische oorlogen (431-404 vóór Christus).
[6] Het doorsnee-aantal mariniers op een slagschip, triëre (Gr. τριήρης).
[7] Op twee manieren week Kleinias af van andere scheepscommandanten: hij voer op zijn eigen schip en bekostigde de bemanning en het scheepsmateriaal, wat normaal gesproken voor rekening van de staat was; vergelijkbaar geval is dat van Filippos van Kroton (zie boek 5, hfdst. 47).