Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

De Hyperboreërs

[32] Over de Hyperboreërs hebben de Skythen niets te vermelden noch andere mensen die daar wonen, of het moeten de Issedonen zijn. Maar volgens mij hebben ook zij niets te melden; ook de Skythen zouden iets gemeld hebben, zoals zij dat doen over de eenogigen. Aan de andere kant heeft Hesiodos over de Hyperboreërs verteld[1] en ook Homeros in de ‘Epigonoi’,[2] vooropgesteld dat Homeros werkelijk dat episch gedicht heeft geschreven.

[33] Verreweg het meest wordt over hen verteld door de Deliërs,[3] die zeggen dat heilige voorwerpen in strohalmen samengebonden[4] van de Hyperboreërs zijn overgebracht en de Skythen hebben bereikt. Ieder aangrenzend volk, dat deze na de Skythen achtereenvolgens in ontvangst nam,[5] bracht de heilige voorwerpen naar het westen, het verst tot aan de Adriatische Zee.[6]

Het waren de Dodoneërs die als eerste Grieken de vandaaruit doorgestuurde heilige voorwerpen in ontvangst namen. Van hen uit gingen deze verder naar de Golf van Malis, staken over naar Euboia en werden van stad naar stad gestuurd tot in Karystos. Vandaaruit werd Andros overgeslagen: het waren de Karystioi die de heilige voorwerpen naar Tenos brachten, de Teniërs naar Delos. Op die wijze zijn volgens zeggen die heilige voorwerpen in Delos terechtgekomen en hebben de Hyperboreërs om de heilige voorwerpen te brengen de eerste keer twee meisjes gestuurd die bij de Deliërs Hyperoche en Laodike heten.

De Hyperboreërs hebben voor hun veiligheid samen met de meisjes vijf van hun burgers als begeleiders gestuurd: nu respectvolle functionarissen op Delos, die de ‘Perfereës’ genoemd worden.[7] Omdat de mensen die door de Hyperboreërs uitgezonden werden niet terugkeerden, stoorden zij zich eraan dat het hen zou overkomen dat ze mensen erop uitstuurden en niet meer terugzagen. Zo kwam het dat zij de heilige voorwerpen in strohalmen samengebonden naar de landsgrenzen brachten en hun buurvolkeren verzochten die naar het volgende volk door te sturen. Door deze wijze van doorsturen kwamen die op Delos.

Uit eigen ervaring weet ik dat net als met die heilige voorwerpen dit door vrouwen in Thrakia en Paionia wordt gedaan, wanneer zij aan hun ‘koningin’ Artemis offeren: zij brengen hun offers altijd met strohalmen.

[34] Dat doen zij, zeker weten, maar voor die meisjes uit het land van de Hyperboreërs die op Delos zijn gestorven plegen zowel de meisjes als de jongens van de Deliërs hun haren af te knippen. De meisjes snijden voor het huwelijk een haarlok af en leggen die, na die om een weefspoel te hebben gerold, op het graf (het graf ligt bij binnenkomst in het Artemision[8] links; erbovenop groeit een olijfboom). Alle jongens van de Deliërs wikkelen een beetje haar om een groene tak en ook zij leggen het als offer op het graf. Zij ontvangen dat als eerbetoon van de bewoners van Delos.

[35] Het zijn dezelfde Deliërs die zeggen dat ook Argè en Opis, eveneens meisjes van de Hyperboreërs, na een tocht langs dezelfde mensen Delos hebben bereikt nog eerder dan Hyperoche en Laodike. Zij waren gekomen om Eileithuia[9] de betaling die zij zichzelf hadden opgelegd voor een snelle bevalling af te dragen, maar ze zeggen dat Argè en Opis samen met de goden zelf aankwamen en door hen andere blijken van dank zijn gegeven. De vrouwen houden een inzameling, waarbij zij hun namen aanroepen in een lied dat voor hen is gemaakt door Olen, een man uit Lykia. Van hen hebben de eilandbewoners en de Ioniërs geleerd een lied te brengen, terwijl zij Opis en Argè noemen en een inzameling houden – die Olen heeft, toen hij uit Lykia was gekomen, ook de andere oude liederen gecomponeerd die op Delos worden gezongen –, en de as van de dijstukken die op het altaar worden verbrand op het graf van Opis aan Argè te strooien om het te laten verteren. Hun graf ligt achter het Artemision, gericht naar het oosten, direct naast de eetzaal van de Kèioi.[10]


[1] Dit is nergens te vinden in de van hem overgeleverde werken.

[2] De ‘Navolgelingen’ van de ‘Zeven tegen Thebe’ is een werk dat verloren is gegaan en waarvan het auteurschap abusievelijk aan Homèros is toegewezen.

[3] De bewoners van het cultische, aan Apollo gewijde eiland Delos.

[4] Een vroeg voorbeeld van zgn. eerstelingen, graan uit de eerste oogst als dankoffer aan een godheid, in dit geval Apollo.

[5] De schrijver bedoelt te zeggen dat het graanoffer, te beginnen bij de Skythen, van volk op volk bij wijze van estafette werd doorgegeven om op zijn uiteindelijke bestemming aan te komen. 

[6] Wschl. naar de stad Apollonia; via Dodona volgen de eerstelingen een oude handelsroute door het binnenland van Griekenland naar de Golf van Mèlis aan de oostkust van het vasteland van Griekenland.

[7] Deze mededeling moet gelezen worden als een verklaring voor de groep van vijf vertegenwoordigers van de bevolking van Delos die de eerstelingen, afgeleverd met de boot uit Tènos, in ontvangst namen. 

[8] Heiligdom, gewijd aan Artemis, tweelingzuster van Apollo.

[9] Godin van de bevalling; haar allereerste daad was het bijstaan van Lèto, toen deze de tweeling Apollo en Artemis kreeg.

[10] Wschl. een gebouw waar bezoekers (in dit geval van het eiland Keos) van de cultische feesten bijeenkwamen.