Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Artabanos is nu vóór oorlog

[16] Dat waren de woorden van Xerxes. Artabanos wilde niet direct aan dit bevel gehoor geven, want hij vond zichzelf niet de aangewezen persoon om op de koninklijke troon plaats te nemen.[1] Omdat hij onder druk werd gezet, deed hij uiteindelijk wat hem werd opgedragen, maar pas na de volgende verklaring:

Verkeerde keuze

(α) “Koning, naar mijn oordeel maakt het niet uit verstandig te zijn of te willen luisteren naar iemand die goede adviezen geeft. Wie over beide kwaliteiten beschikt, wordt door de omgang met verkeerde mensen op het verkeerde been gezet. De zegswijze bijvoorbeeld wil dat stormen die over de zee (het waardevolste wat de mens kent) razen, haar verhinderen zich volgens haar eigen aard te gedragen.[2] Toen u zich negatief over mij uitliet, heeft mij dat niet zo veel pijn gedaan. Er werden twee opvattingen de Perzen voorgehouden, één die de arrogantie voedt en één die deze tempert en laat weten dat het verkeerd is de geest aan te leren méér te willen bezitten dan nodig.[3] Ik vond het wél pijnlijk dat u uit zulke opvattingen díe koos die voor uzelf en de Perzen de gevaarlijkste is.

De aard van dromen

(β) “Maar nu u een betere richting bent ingeslagen, zegt u de expeditie tegen de Grieken te willen afblazen, maar in een door een god gestuurde droom bezocht te worden door iemand die u afraadt de expeditie af te gelasten. Ook dit zie jij verkeerd, beste jongen:[4] dit komt niet van een god. Ik ben vele jaren ouder dan jij en zal je de aard van de dromen uitleggen die zomaar bij de mensen rondhangen. Die droombeelden doen dat vooral naar aanleiding van wat jou overdag bezighoudt,[5] en in de afgelopen dagen hebben wij ons wel héél druk gemaakt om die veldtocht.

Goddelijke bemoeienis

(γ) “Als mijn analyse niet juist is, maar deze gebeurtenis een goddelijke oorzaak heeft, heeft u het allemaal raak samengevat. Laat die schim zich ook aan mij vertonen, net zoals aan u: mét instructies. Hij zal dat niet eerder doen omdat ik uw kleding draag en niet mijn eigen, en ook niet omdat ik in uw bed slaap en niet in dat van mij, mocht hij zich überhaupt willen vertonen. Wat het ook moge zijn wat zich ooit aan u in uw slaap heeft vertoond, het zal niet van zo’n onnozel kaliber zijn dat het u voor mij aanziet, als het op onze kleding afgaat. Of het op mij neerkijkt en niet de moeite zal nemen te verschijnen (ongeacht of ik nu mijn kleren draag of die van u), maar u wél bezoekt, dáár moet snel achter te komen zijn, want als het u telkens weer bezoekt, zal ik volmondig toegeven dat het van een god komt. Als het uw wil is dat het zo geschiede, er geen andere uitweg is en ik straks in uw bed moet gaan slapen… het zij zo, laat het zich maar ook aan mij vertonen. Zolang houd ik het bij mijn huidige standpunt.”

In de kleren van de koning

[17] Tot zover Artabanos. Hij deed wat van hem werd gevraagd, want hij verwachtte dat hij zou aantonen dat wat Xerxes vertelde niets te betekenen had. Hij trok Xerxes’ kleren aan en nam plaats op de troon van de koning. Toen hij daarna naar bed ging, verscheen aan Artabanos tijdens zijn slaap dezelfde man door wie ook Xerxes werd bezocht en die, zich over hem buigend, deze woorden sprak: “Zo, jij bent dus de man die Xerxes ontraadt tegen Griekenland op te trekken. Toch niet, omdat jij je om hem zorgen maakt? Nu of later, je zult je straf niet ontlopen door te willen tegenhouden wat onvermijdelijk is. Xerxes zelf is duidelijk gemaakt, wat hem te wachten staat, als hij niet wil luisteren.”

Boodschap aan de koning

 [18] Artabanos droomde dat de man die dreigende woorden uitsprak én klaarstond om met gloeiende ijzers zijn ogen uit te branden. Met een luide gil sprong hij het bed uit, kwam naast Xerxes zitten[6] en sprak na een uitgebreid verslag van zijn nachtmerrie vervolgens deze woorden: “Mijn koning, vele, grote staten heb ik zien bezwijken onder zwakkere mogendheden en wilde daarom niet dat u helemaal toegaf aan uw jeugdig enthousiasme. Ik weet dat het niet goed is grote verlangens te koesteren. Ik denk dan terug aan hoe de expeditie van Kyros tegen de Massageten verliep, ik herinner mij ook die van Kambyses tegen de Ethiopiërs en ik nam ook deel aan Dareios’ legertocht tegen de Skythen. In die wetenschap vond ik dat u de allergelukkigste mens zou zijn, wanneer u zich rustig hield. Nu het om een niet nader te benoemen goddelijke stimulans gaat en de Grieken kennelijk op last van hogerhand door destructie worden getroffen, stel ook ikzelf mijn mening bij en ben van gedachten veranderd. U moet de Perzen op de hoogte brengen van de berichten van de god en hen laten luisteren naar uw eerste instructies om klaar te staan. Zorg ervoor dat, nu u het vertrouwen van de god hebt gekregen, wat u doet, foutloos is.”

Dat waren zijn woorden. Zij voelden zich nu door de droom gesterkt en zodra de dag was aangebroken, lichtte Xerxes de Perzen in over wat er gebeurd was, en presenteerde Artabanos zich vanaf dat moment als voorstander, waar hij eerder de enige was die te kennen gaf tegen te zijn.

Aanbevolen literatuur

De manier waarop Artabanus in bedekte termen koning Xerxes ervoor waarschuwt niet door verkeerde mensen op het verkeerde been te worden gezet (aan het koninklijk hof in Sousa zijn de intriges niet van de lucht), is een toonbeeld van hoe de schrijver zijn personages karakteriseert. Zie hiervoor: Matthieu de Bakker, Characterization in Ancient Greek Literature, in: Studies in Ancient Greek Narrative, vol. 4, pp. 135-152 (Mnemosyne, Supplements, vol. 411, Brill, 2008).

[1] Dit is een understatement, want Artabanos weet heel goed dat geen ander dan de Perzische koning op de koninklijke troon mocht plaatsnemen; op overtreding van deze regel stond de doodstraf.

[2] Maritieme metaforen waren bij de Grieken literaire gemeenplaatsen; reeds wetgever Solon zou zich volgens Ploutarchos (Vita Solonis, hfdst. 3 = Bergk, fragment 12) in vergelijkbare (en volgens Ploutarchos voor zijn tijd niet eens vernieuwende) bewoordingen hebben uitgelaten.

[3] Artabanos heeft deze gedachte ook in zijn eerste speech tot Xerxes uitgesproken (zie hfdst. 10(ε) en opm. 13).

[4] Nu de lucht tussen oom en neef is geklaard, spreekt Artabanos Xerxes in vaderlijke woorden toe; in de vertaling wordt van de u-vorm overgegaan op de jij-vorm, iets waarin het Grieks geen onderscheid maakt (vgl. ‘you’ in het Engels).

[5] Een psychologische verklaring die modern aandoet (maar in het verdere verloop van het verhaal krijgt Artabanos ongelijk).

[6] Het is alsof de schrijver met deze bewoordingen wil suggereren dat Xerxes zelf in de slaapkamer (of op z’n minst in de buurt daarvan) afwachtte hoe Artabanos zijn slaap zou doorbrengen.