[64] Na verloop van tijd overleed Ariston en nam Demaratos het koningschap over. Het kon niet anders, zo leek het, of de voorgaande gebeurtenissen raakten bekend en betekenden het einde van Demaratos’ koningschap door het optreden van Kleomenes.[1] Hij werd door hem eerder heftig bekritiseerd om het terugtrekken van het leger uit Eleusis, maar toen des te meer, toen Kleomenes de zee was overgestoken in z’n actie tegen de Aigineten die de kant van de Perzen hadden gekozen.
Huwelijksplannen gedwarsboomd
[65] Vastbesloten om wraak te nemen sloot Kleomenes een deal met Leutychidas (zoon van Menares, kleinzoon van Agis, iemand dus uit dezelfde familie als Demaratos) op de voorwaarde dat deze hem zou volgen tegen de Aigineten, als hij hem in plaats van Demaratos koning zou maken. Leutychidas was een felle tegenstander van Demaratos geworden door de volgende gebeurtenis. Hij had zich verloofd met Perkalos,[2] dochter van Chilon (zoon van Demarmenos), maar Demaratos bedacht iets doortrapts en doorkruiste Leutychidas’ huwelijksplannen, want hij kaapte Perkalos hem voor z’n neus weg en nam haar tot zijn vrouw. Zo ontstond de haat die Leutychidas jegens Demaratos voelde.
Geen kind van Ariston
Op uitdrukkelijke wens van Kleomenes verklaarde Leutychidas toen onder ede dat Demaratos niet het recht had koning van de Spartanen te zijn, omdat hij geen kind van Ariston was. Na deze verklaring onder ede liet hij een proces volgen, waarbij hij de woorden van Ariston in herinnering bracht, die hij uitsprak toen de huisslaaf het bericht bracht van de geboorte van een zoon, waarop hij de maanden telde en onder ede zei dat het kind niet van hem was. Zich baserend op die uitspraak probeerde Leutychidas te bewijzen dat Demaratos noch een zoon van Ariston was noch het recht had koning van Sparta te zijn. Als getuigen riep hij die eforen op die toen aan de vergadering deelnamen en Ariston dat hadden horen zeggen.
Het orakel gemanipuleerd
[66] De standpunten liepen uiteen en uiteindelijk besloten de Spartanen het orakel in Delfi de vraag voor te leggen of Demaratos een kind van Ariston was. Nu Kleomenes in zijn opzet was geslaagd om de Pythia te raadplegen, zocht hij de hulp van Kobon (zoon van Aristofantes), een zeer invloedrijk man in Delfi. Deze haalde profetes Perialla ertoe over om de woorden te zeggen, die volgens Kleomenes gezegd moesten worden. Zo kwam het dus dat de Pythia op de vraag van de gezanten tot het oordeel kwam dat Demaratos niet een kind van Ariston was. Later echter kwam het een en ander aan het licht, waarop Kobon de benen nam uit Delfi en profetes Perialla van haar functie werd ontheven.
[1] De tekstoverlevering is hier lacuneus; de woorden διὰ τὰ Κλεομενεῖ (‘vanwege de dingen door Kleomenes’ o.i.d.) sluiten niet goed op elkaar aan.
[2] Een kortere schrijfwijze voor Perikalos (Gr. Περίκαλος), ‘bijzonder knap’.